Advertentie

Leefbaren en PVV'ers als de ware Nederlanders

Het Historisch Nieuwsblad (HN) bestaat twintig jaar. Ontstaan als een soort vakbondsblaadje voor bozige, werkloze historici is het blad uitgegroeid tot een succesvol tijdschrift dat inmiddels niet alleen voor en door historici maar voor een breed publiek wordt gemaakt.

30 augustus 2011

Toen HN begon had het een paar honderd betalende lezers, nu zijn het er bijna 25.000. HN maakte ooit naam met een onderzoek naar de historische kennis van Kamerleden. Toen daarna kon worden onthuld dat een parlementariër van D66 in alle ernst van mening was dat Willem van Oranje in 1500 bij Dokkum was vermoord, was de naam van HN definitief gevestigd. Een columnist van HN, politiek redacteur Martin Sommer van de Volkskrant, schrijft zelfs dat HN ‘de meeste opiniebladen heeft ingehaald, hoewel het nog altijd wordt gemaakt in een rommelig kantoortje achter een bak guppy’s’.

De pretentie inmiddels een opinieblad op historische grondslag voor een breed publiek te zijn, wordt het meest waar gemaakt in het dikke jubileumnummer dat deze zomer is verschenen (en waarin ook de column van Sommer staat waaruit ik zojuist citeerde). Twintig historici van naam en faam – van Geert Mak en Cees Fasseur tot Maarten van Rossem en Hans Blom – werd gevraagd een verhaal uit de Nederlandse geschiedenis uit te kiezen en dat verhaal nog eens te (laten) vertellen. Het resultaat is dus een bundeling van twintig ‘verrassende verhalen’ over twintig opmerkelijke gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis, compleet met een opgave van de redenen waarom de historici juist dat verhaal nog eens voor het voetlicht wilden brengen.

Zo schrijft Hans Schoots op verzoek van James Kennedy (Universiteit van Amsterdam) een verhaal over het euthanasiedebat in Nederland, dat, geeft toenmalig minister Borst van Volksgezondheid inmiddels toe, ‘niet in de juiste volgorde’ is gevoerd. Terwijl in het buitenland naar alternatieven werd gezocht, barstte in Nederland een fel en principieel debat over euthanasie los. Dat komt, aldus Kennedy, omdat de Nederlandse openheid over euthanasie zich al snel ontwikkelde tot een dwingende consensus. Wie nog tegen euthanasie was, deed niet meer mee.

Het is leerzaam nog eens wat meer toelichtingen bij die verrassende verhalen op een rijtje te zetten. Marco Mostert, kenner van de geschiedenis van de vroege Middeleeuwen, heeft een artikel over de volksverhuizingen uit de vierde tot en met de zesde eeuw laten schrijven. Hij wil daarmee duidelijk maken dat de voorouders van de autochtone bewoners van wat nu Nederland is daar niet altijd hebben gewoond en niet dezelfde ‘nationale’ identiteit hebben gehad. Zoiets als een Nederlandse identiteit bestaat dus niet en de discussie daarover is slechts vermoeiend gedoe. Zulke uitspraken lees je vaker in HN. De discussie over een canon, over een Nederlandse geschiedenis en cultuur en identiteit heeft bij de dames en heren geen enthousiast onthaal gevonden. Sommer, opmerkelijk genoeg, heeft in zijn column veel meer begrip voor de speurtocht naar ‘wat resteert aan gezamenlijkheid in dit land’.

De Nederlander komt er in HN sowieso niet zo best van af – al waren er in de negentiende eeuw vernuftige ondernemers, en was een politicus als de katholiek Piet Aalberse bepaald indrukwekkend. Maar Hans Blom (ex-NIOD) laat aan de hand van prins Maurits zien dat Nederland echt zo vredelievend niet is. Wij zijn voortgekomen uit een bloedig conflict. Onze geschiedenis kent zeer gewelddadige kanten, al is ons zelfbeeld anders. Oudhistoricus Fik Meijer vertelt het verhaal van het bezoek van twee Friezen aan Rome om te laten zien hoe vrijpostig Nederlanders zich in den vreemde gedragen; ze deinzen er zelfs niet voor terug om in korte broek het Vaticaan binnen te wandelen. Sterker nog, de eeuwen door hebben Nederlanders bewezen grote ‘hufters’ te zijn, bezitters van een laagdrempelige amicaliteit die beschaafde buitenlanders nog wel eens tegen de borst stuit (betoogt Luc Panhuysen).

Maarten van Rossem lanceert een interessant historiografisch debat. We zijn gewend Nederland tot aan de jaren zeventig van de vorige eeuw te zien als een verzuild land, een samenleving waarin roomsen, roden, protestanten en liberalen hun eigen wereldje soeverein bevolkten. Maar die verzuiling wordt volgens Van Rossem zwaar overschat. ‘Ik ben onverzuild opgegroeid. Op straat speelden alle buurtkinderen met elkaar, ongeacht religie. Maar toen ik geschiedenis ging studeren, kreeg ik tot mijn verbazing te horen dat Nederland tot begin jaren zestig zwaar verzuild was geweest en dat verzuiling kenmerkend is voor onze volksaard. Terwijl er een grote groep Nederlanders moet zijn, die daar net als ik weinig van heeft gemerkt.’

Die onverzuilde minderheid was ‘niks’, las De Telegraaf, luisterde naar de AVRO of Veronica en keek later naar de TROS. Maar in ieder geval – zo betoogde (alweer) Martin Sommer in de Volkskrant van afgelopen zaterdag – maakt deze groep duidelijk dat er meer gezamenlijkheid in Nederland was dan altijd is aangenomen: van de dijken tot het koningshuis en de Elfstedentocht. Deze niks-mensen, zo betoogt Sommer zelfs, hadden een politieke held in man des volks Hans Wiegel en waren verwant aan de rebellerende burgers van Pim Fortuyn en later Wilders. Hoog tijd, betoogt Sommer, om de geschiedenis van de niks-mens snel van onderaf te beschrijven.

Het perspectief is nu al fascinerend. Als we de historici mogen geloven zijn wij Nederlanders bruten geweest die niet terugdeinsden voor een potje knokken. We waren vrijpostig en ongegeneerd, zo niet regelrechte hufters. Toen kwamen de elites van de zuilen die met hun politieke ideologieën een beschavingsoffensief op ons los lieten. Tot 1960 hebben die elites zich op ons uitgeleefd, daarna hebben wij burgers ons ‘gedekolonialiseerd’ (H.J.A. Hofland). De verzuiling is mislukt, we zijn en blijven in geen zuil te vangen niksers die ons thuis voelen bij de ruigheid van Fortuyn en Wilders.

Zijn de Leefbaren en de PVV’ers de ware Nederlanders? Maarten van Rossem legt een belangrijke stroming in de Nederlandse geschiedenis bloot, mensen met wie hij vroeger op straat speelde maar die hem als de grote bestrijder van het populisme inmiddels met afkeer vervullen. Een politiek historicus moet inderdaad maar eens gaan beschrijven wat er mis is gegaan.

Reacties: 6

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Gerald Thus
Doet me denken aan die affiche uit de Tweede Wereldoorlog: wie is de ware Nederlander: die met de helm of die met het speldje?
Edwin Lauxen / Projectleider & Beleidsmedewerker jeugdzorgbeleid.nl
@Gerald

Precies !

wie is de fascist wanneer de beide groepen elkaar beschuldigen van fascistme? ;-)) lol
Pietertje
nogal een contradictie aan het eind:
"we zijn en blijven in geen zuil te vangen niksers die ons thuis voelen bij de ruigheid van Fortuyn en Wilders."

Dat de zuilen niet meer zo zijn als 50 jaar terug is geen bewijs voor dat zuilen niet zouden bestaan.
Jan Aerts / Bedrijfsadviseur
Het kenmerkende, zoniet vervelende aan historici is dat zij zelf de geschiedenis naar hun hand wensen te zetten. In ieder geval zie je al snel hun eigen antipathie of sympathie terug in hun epistels of gesproken verhaal. Er zijn er die alles, wat ook maar zweemt naar burgerlijkheid verafschuwen waardoor hun analytisch vermogen al gauw wordt verdrongen door de subjectieve beleving van de historicus in kwestie. Herman Pleij kan nog wel een beetje relativeren. Ik bewonderde zijn voordrachten in de colleges die hij heeft gegeven, althans waar ik bij was. Vurig, inhoudelijk, maar ook gekleurd en dat gaf hij dan ook wel toe. Van Rossem is een heel ander verhaal. Die blijft maar vanuit de eigen hoek kankeren op de goegemeente, terwijl zijn analyse over Irak bijvoorbeeld (toen de oorlog daar nog moest beginnen) zo treffend was. Aan zijn intellect hoeft niet te worden getwijfeld maar aan zijn historisch besef mankeert van alles. Dat is vervelend!
Die rabauw van een Nederlander die huldig ik wel, want ik kom er uit voort en dus weinig keuze omtrent het gedrag van onze voorouders. Wat moet je ook met dergelijke verontwaardiging? Raadspensionaris Johan de Witt kwam ooit eens te opzichtig gekleed in de Statenzaal op het Binnenhof. Hij werd uitgelachen en bespot. Doe gewoon joh, zou men nu zeggen en dat deed hij (Johan de Witt) dan ook maar. Kijk naar het ridicule gedrag van enkele bewoniers in Hoorn. De nihilisten van D66 voorop. Die willen het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen weg, wegens niet politiek correct gedrag. Dat is toch om je te bescheuren? Misschien eisen ze straks ook een slavenmonument! Tja, het verleden dient altijd te worden geplaatst naar de gewoontes en zeden des tijds, want anders is geschiedenis een politiek getint spelletje. Dat karretje kennen we nu wel. En dus burger, lees vooral zelf de verhandelingen en trek uw eigen conclusies, of stel altijd de waaromvraag! Gebruik je kennis Maarten en niet je politieke voorkeur!
jan
Piet Hein heeft overigens de zilvervloot bij een potj kaarten gewonnen!
Peter van Dijk / maatschappelijk werker
Eens met beschouwing @Jan Jager.

Het anti-populisme heeft onmiddellijk een heel duidelijk negatief generaliserend oordeel over de aanhang gehad van Fortuyn, Verdonk en Wilders. Het feit dat men Fortuyn een populist noemt, toont hun kokervisie aan. Daarmee is aangetoond in mijn visie, dat intelligentie niet garant staat voor objectiviteit en wijsheid, zodra men een antipathie gaat koesteren tegen iets of iemand!

Tegenover het eenzijdige beeld van aanhang "populisme" zet men met hetzelfde gemak een onzijdig beeld van de Nederlander. De Nederlander bestaat niet.

De volksverhuizingen uit de vierde tot de zesde eeuw zouden aangeven dat autochtonen eigenlijk ook allochtonen zijn.
Een eerste fase of zo.
Dat er daardoor geen sprake kan zijn van een Nederlandse identiteit.
Je moet toch wel een onthutsend extreem relativisme toepassen om dit zo te zien. Zo kan ik het ook. In Bijbelse termen stammen we van Adam en Eva af. Dus de hele wereldbevolking is autochtoon. In evolutie termen stammen we van apen af, ergens uit Afrika en ging de oermens de wereld over. Dus eigenlijk zijn die vertrokken oermensen en hun nazaten allemaal allochtonen op de plaatsen waar ze nu wonen op deze aardbol en bestaat nergens een nationale identiteit waar men neergestreken is. Ik rek hiermee het relativisme van genoemde heren historici nog even een stuk verder op. Men redeneert lustig naar eigen gekleurde maatschappelijke visie toe.

Het gezonde verstand ziet 15 eeuwen voor zich met generatie op generatie, die een hele ontwikkeling doormaakt.
Dat zou geen gemene delers opleveren?
Leuk vooruitzicht voor de toekomst, waarbij de kleinste helft bewoners over 40 jaar niet tot de eerste fase allochtonen behoren.
Als we dan 1400 jaar erbij rekenen zitten we ongeveer in het jaar 3400 en bestaat de Nederlander nog steeds niet. In 1500 jaar lukte het de eerste fase allochtonen (in beeld historici) ook niet. Dit werpt wel een merkwaardig beeld op het begrip integreren. Wat we dan wel kennen zijn allochtonen met 1 paspoort en allochtonen met 2 paspoorten. Dat is een nieuw fenomeen in die omvang. Dat kwam begin vorige eeuw onder 7 miljoen burgers naar verhouding beperkt voor.

Merkwaardig dat men tot op heden in het buitenland, toch wel een aardig beeld heeft van de verschillen tussen Nederlanders, Duitsers, Engelsen etc.
Daarbij gaat op dit punt veel via een gevoelsradar, zoals overal ter wereld.
Dat niveau is een no go area voor bepaalde groep intellectuelen, of men is onmachtig zich daarin te begeven. Alleen zogenaamde ratio telt.

Volgens bevindingen historici kunnen we elke hoop de Noordzee in werpen, dat dit landje ooit enige cohesie zal kennen en onderling gevoel van Nederlandse verbondenheid en herkenbaarheid. Wat zou dat moeten stimuleren bij een onzijdig volk na zelfs 1400 jaar, die sinds 40 jaar en tweede enorme volksverhuizing in geschiedenis, nog onzijdiger werd en over 40 jaar nog meer, etc, etc.?

Maar de vrees voor verlies aan eigenheid en herkenbaarheid van eigen omgeving door groot deel van de 1-paspoortbezitters, zijn kwalijke onderbuikgevoelens (volgens deze historici). Dit met name voor bewoners in stedelijke gebieden. De 2-paspoortbezitters hebben hier ook een onzijdige omgeving, maar in landen/regio van herkomst weer een eenzijdige herkenbaarheid.

Stel eens voor dat dezelfde veranderingen als hier zich daar ontwikkelden, zou men daar dan een hoger absorberingsvermogen hebben op tal van vlakken?
Advertentie