Sociaal ondernemerschap; modegril of blijvertje?
Joost Clarenbeek ziet noodzakelijke, maar uitdagende beweging voor gemeenten.
Sociaal ondernemerschap wint de laatste jaren flink terrein. Een ontwikkeling die logisch, nodig én uitdagend is, meent adviseur Joost Clarenbeek. “Door alle veranderingen op het gebied van werk, participatie, welzijn en zorg krijgen gemeenten steeds meer verantwoordelijkheden, terwijl de budgetten slinken. Het vraagt van de publieke sector om de handen ineen te slaan met bijvoorbeeld sociaal ondernemers, zodat zij samen impact kunnen realiseren. Maar de praktijk blijkt weerbarstig.”
Om te beginnen: wat is ook alweer een sociale onderneming?
“De primaire missie van deze ondernemers is om maatschappelijke meerwaarde te creëren. Zij willen bijdragen aan de oplossing voor een maatschappelijk probleem. Door zich bijvoorbeeld in te zetten voor duurzame arbeidsre-integratie, een beter milieu of lagere zorgkosten. Net als bij elk ander bedrijf speelt ook ‘profit’ mee, en dus een businesscase en verdienmodel. Want winst maken is noodzakelijk om continuïteit en groei te verwezenlijken. Dit is echter geen hoofddoel, maar een middel om ‘people’ en ‘planet’ centraal te stellen.”
Hoe kunnen deze sociaal ondernemers van betekenis zijn voor gemeenten?
“Doordat gemeenten steeds minder geld hebben voor steeds meer taken, is het zaak dat zij hun maatschappelijke dienstverlening effectiever en efficiënter organiseren. En dat kan alleen maar samen met anderen. We zien dat de rol van de overheid verandert: van uitvoerder en bepaler naar regisseur. Hierdoor ontstaan allerlei programma’s en samenwerkingen om sociaal ondernemerschap te bevorderen. Zoals de Social Impact Factory. In dit soort platforms werken gemeenten en sociaal ondernemers nauw samen aan innovatieve antwoorden voor maatschappelijke vraagstukken.”
Je noemt de praktijk weerbarstig. Waar zit ‘m dat in? En hoe is dit te doorbreken?
“Het gros van de gemeenten heeft onvoldoende in beeld welke sociaal ondernemers er actief zijn. Door bijvoorbeeld bootcamps, prijsvragen, marktconsultaties, citylabs en netwerkbijeenkomsten te initiëren, zorg je voor meer inzicht. En tegelijkertijd vergroot je de markt voor sociaal ondernemerschap. Hierdoor ontstaat een aanbod dat beter aansluit bij de behoeften van de publieke sector. Een andere uitdaging noem ik het ‘dilemma van innovatie’. Vernieuwende aanpakken van ondernemers zijn vaak kleinschalig en hebben nog geen bewezen effect. Er is dus tijd, vertrouwen én lef voor nodig om deze innovaties te omarmen, op te schalen en te laten renderen.”
Financiële support is waarschijnlijk ook welkom. Hoe kun je die als gemeente bieden?
“Een innovatief financieel instrument is het ‘social impact bond’. Hierin zijn een gemeente, sociaal ondernemer en investeerder bij elkaar gebracht. Deze mix van partijen maakt het mogelijk dat de sociaal ondernemer zijn vernieuwende oplossing kan uitvoeren. De financier voorziet in het benodigde kapitaal voor de oplossing. Als die vervolgens succesvol is en een (maatschappelijke) besparing oplevert, betaalt de gemeente het geïnvesteerde bedrag – inclusief rendement – terug. Rotterdam, Utrecht en Enschede werken inmiddels met zulke impact bonds voor arbeidsre-integratie.”
Wat denk jij: is sociaal ondernemerschap een hype of ‘here to stay’?
“Alle ontwikkelingen in onze samenleving maken dat de aandacht voor sociale ondernemers alleen maar zal toenemen. De drie decentralisaties in het sociaal domein, de noodzaak om in te zetten op sociale en technologische innovatie, de economische en maatschappelijke voordelen van de combinatie people-planet-profit. Er is een beweging gestart, die blijft. Maar die wél om vernieuwing en durf vraagt van overheden.”
Meer weten?
Benieuwd wat sociaal ondernemerschap kan betekenen voor jouw gemeente? En hoe je dit het beste handen en voeten kunt geven? Vraag er onze adviseur Joost Clarenbeek eens naar.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.