bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Nieuw beschut: wettelijke verplichting voor gemeenten. En nu?

Geert van Dijk plaatst het vraagstuk in perspectief.

17 september 2016

Door ingrijpen van staatssecretaris Jetta Klijnsma staan gemeenten nu voor de (verplichte) opgave om het nieuwe ‘beschut werken’ voor mensen met een arbeidsbeperking vorm te geven. Wat kan publiek-private samenwerking opleveren? Welke initiatieven van bijvoorbeeld zorgorganisaties zijn kansrijk? Geert van Dijk beschouwt deze stevige uitdaging vanuit meerdere perspectieven.

Rijk en gemeenten tegenover elkaar
Plaatsen realiseren, werkgevers meekrijgen, belangen van werkzoekenden centraal stellen. Werkbare en betaalbare oplossingen lijken alleen goed mogelijk door samenwerking tussen gemeenten, werkgevers, UWV en zorgorganisaties. De oplossingen zullen er anders uitzien dan in de traditionele sociale werkvoorziening. Van de beoogde 30.000 nieuwe beschutte werkplekken in 2048 hadden er eind 2016 3.200 gerealiseerd moeten zijn. Het zijn er tot nu toe 115. Rijk en gemeenten staan fel tegenover elkaar. Beiden hebben een deel van het gelijk.

Echte banen
De staatssecretaris houdt sociale partners aan de afspraken in het Sociaal Akkoord. En heeft de wens van de Tweede Kamer te volgen om compensatie te bieden voor de groep van 30.000 mensen die nu beschut werken in de SW-bedrijven. De aanname is dat – nu de toegang tot het SW is gesloten – er een groep mensen overblijft, waarbij je van een werkgever niet kunt verwachten dat die de benodigde begeleiding en werkplekaanpassingen kan regelen. En de kamer stelt daarbij als eis dat het echte banen moeten zijn, met een minimumloon en met een dienstverband. Daarnaast heeft onze staatssecretaris een sterke persoonlijke drive om mensen met een (arbeids)beperking en geringe verdiencapaciteit zichtbaar deel te laten nemen aan de arbeidsmarkt: niet wegstoppen, maar meedoen. De participatiesamenleving vraagt een inclusieve arbeidsmarkt.

Maatwerk en flexibilisering
Gemeenten hebben natuurlijk ook gelijk. Zij gaan over de decentralisaties, en dus ook de Participatiewet. Zij bieden allerlei vormen van dagbesteding en ondersteuning voor de groep mensen met een intensieve begeleidingsbehoefte. Zij maken met werkgevers maatwerkarrangementen, veelal gebaseerd op meer flexibele arbeidscontracten zoals detachering. Omdat de markt daar behoefte aan heeft. En ze organiseren zinvolle dagbesteding met zorgaanbieders, of in wijk- en buurtwerk. Zij wijzen erop dat er voor structurele financiering van de nieuwe werkplekken beschut werken nog steeds onvoldoende middelen door de Rijksoverheid beschikbaar worden gesteld. Daar staat dan weer tegenover dat het Rijk wel al op basis van de fictieve raming middelen heeft toegevoegd aan het Participatiebudget. Middelen die nu voor de brede doelgroep Participatiewet worden ingezet, niet specifiek voor weer een aparte doelgroep daarbinnen. Zo is de ene regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt (weet je nog: Wet werken naar vermogen?) toch weer verworden tot een patchwork van regelingen en financieringsafspraken.

Een patstelling?
Nee, want de staatssecretaris heeft ingegrepen. Met een verplichting naar gemeenten om vanaf 2017 tot op minimaal het streefniveau zorg te dragen voor beschutte werkplekken zoals bedoeld in de wet. Met een arbeidsovereenkomst en minimumloon. De lokale beleidsvrijheid beperkt zich tot het maken van verordeningen waarin wordt geregeld wat er gebeurt als er meer mensen een UWV-advies krijgen voor beschut werk dan het streefgetal. En niet het college alleen draagt mensen voor ter advisering aan het UWV; mensen mogen ook zichzelf melden. Het advies daarbij is niet vrijblijvend. In theorie kan het aantal adviezen achterblijven op de streefcijfers. Dan mogen gemeenten de extra middelen gewoon houden binnen het Participatiebudget. Maar naar verwachting zullen we gaan zien dat er meer beschutte werkplekken gaan komen. Er zullen mogelijk wachtlijsten ontstaan op die plekken waar het aanbod van mensen met een lage verdiencapaciteit groter is dan het quotum voor de desbetreffende gemeente. Want dat krijg je al snel als je vraag en aanbod wilt regulieren met quota en streefcijfers.

Branche wil geen verplichting
VNG, Cedris en Divosa hebben in reacties op het wetswijzigingsvoorstel gewezen op de inconsequenties in de redenering over nut en noodzaak van deze regeling nieuw beschut werk. Tegen de verplichting, tegen het inperken van de lokale beleidsvrijheid, voor de Participatiewet als middel, en niet als doel. Dus tegen streefcijfers. Omdat de doelgroep nieuw beschut een andere is dan de huidige mensen die werken binnen de SW onder de noemer beschut werk. Bijvoorbeeld omdat mensen zulke ernstige beperkingen hebben dat zij zijn aangewezen op begeleide woonvormen. En daar dan weer extra aan gaan bijdragen op het moment dat zij gaan verdienen. En bijvoorbeeld omdat het gemeenten nu vaak wel lukt om met goede begeleiding mensen met een lage verdiencapaciteit in te zetten bij reguliere werkgevers. Moeten die dan straks weer naar de nieuwe beschutte werkvorm?

Hoe nu verder?
Gemeenten staan hiermee voor een belangrijke maatschappelijke vraag: hoe krijgen we de mensen voor wie de regeling nieuw beschut werk is bedoeld, goed in beeld? Hoe sturen we op plaatsing bij voorkeur bij reguliere werkgevers waar dat wel kan? Hoe en vooral waar organiseren we de werkplekken nieuw beschut? Bij de gemeente en gemeentelijke organisaties zelf? Bij het ‘oude’ SW? En vooral: hoe stellen we de belangen van de werkzoekenden centraal, en bieden we verantwoorde kwaliteit? Dat werken goed en zingevend kan zijn, betwijfelt niemand. Maar het moet wel echt passen bij iemand met een UWV-advies nieuw beschut. En dat is geen confectie, maar maatwerk.

KplusV helpt je graag maatwerk te maken. Interesse? Neem contact op met mij of een van mijn collega’s.

drs. Geert van Dijk, 06-27 08 55 66 / g.vandijk@kplusv.nl

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.