Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

‘Elke gemeente een klimaatwethouder’

Kees Jan de Vet is na vier burgemeesterschappen en het VNG-directeurschap terug in zijn geboortestreek. De dijkgraaf van Brabantse Delta voorziet een historisch partnerschap van rijk, provincies, waterschappen, waterbedrijven en gemeenten bij de klimaataanpak. 

15 september 2017

Kees Jan de Vet nieuwe dijkgraaf Brabantse Delta

Vlinders dartelen rond de fuchsia’s in de tuin van het landgoed Bouvigne, eigendom van het waterschap Brabantse Delta. Aan een kant van het landgoed op de rand van Breda pronkt het uit 1494 stammende kasteeltje Bouvigne. Aan de andere kant staat het Hof van Bouvigne, in 2005 door de architecten Claus & Kaan ontworpen en in 2010 betrokken door waterschap Brabantse Delta. ‘Oud en nieuw gaan hier vloeiend in elkaar over. De waterschappen en het kasteeltje hebben de eeuwen getrotseerd. In de 21ste eeuw is het waterschap zelfs innovatiever en relevanter dan ooit’, zegt dijkgraaf Kees Jan de Vet (59).

De Vet (CDA) is sinds 1 september dijkgraaf van het waterschap Brabantse Delta. Hij is terug in de buurt waar hij zijn bestuurlijke carrière als jongste burgemeester van het land in 1992 begon. Een periode waarin het burgemeestersambt op zijn laatste benen leek te lopen. De Vet: ‘Toen ik wegging als persoonlijk adviseur van Gerrit Braks om burgemeester van Prinsenbeek te worden, vroeg de secretarisgeneraal van het ministerie van LNV Tjibbe Joustra: “Wat ga je daar in godsnaam doen?” Heb je zo’n mooie baan bij het rijk, word je burgemeester. Ik zat er een jaar toen ik het rapport ‘De burgemeester ontketend’ van de commissie-Van Thijn toegestuurd kreeg. Het ambt was leeg; de burgemeester was deerniswekkend. Hij had geen portefeuilles meer; al het werk werd gedaan door de wethouders.

Vorig jaar heb ik onder leiding van burgemeester Noordanus meegewerkt aan het rapport over ondermijning van het openbaar bestuur. We hebben onder leiding van Bernt Schneiders gekeken naar coffeeshops. Dan zie je dat het burgemeesterschap ertoe doet. Het is betekenisvol en eigentijds. Burgemeesters zijn initiërend. Gemeenten acteren in plaats van het rijk. Ik kan er euforisch over praten. In de tijd van Van Thijn ging het over macht, nu gaat het over kracht.’

Comeback
Dat de tijden waren veranderd, had De Vet als directielid van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gemerkt tijdens zijn wekelijkse rondgang in gemeenteland. In de acht jaar dat hij in de VNG-directie zat (2008-2016), bezocht hij zo’n 350 colleges in het land. De Vet: ‘Als je een goede vereniging wilt zijn, dan moet je gedragen worden door je leden. Je moet niet de vereniging van Den Haag willen zijn. Ik bezocht iedere week op één dag drie colleges. Dat was de mooiste dag van de week. Den Haag is boeiend, maar het gebeurt wél in het land.’

Toen hij eind jaren tachtig, begin jaren negentig, persoonlijk medewerker was van minister Braks, was er wel consultatie met koepels en overheden over wet-en regelgeving, maar in feite zat de mooie kaft al om de rijksnota. 'Het beleid werd altijd vanuit Den Haag bepaald. Het land moest maar volgen. Nu zie je dat het in het land gebeurt’, zegt hij. ‘Er zijn totaal andere sturingsrelaties ontstaan. Dat was de belangrijkste reden voor mij om weer voor de lokale overheid te kiezen.’

Na zijn directeurschap bij de VNG kon hij aan het moderne bestuur ruiken als waarnemend burgemeester van Culemborg. De Vet: ‘Het was voor mij een try-out om te zien of ik na acht jaar Den Haag nog in het land kon werken. Vanaf de eerste minuut had ik een goed gevoel. De vier wethouders hadden een enorm grote gunfactor voor elkaar; ik wist niet dat dat voorkwam in het openbaar bestuur. Ondanks alle verhalen over code oranje in Culemborg, zit er een enorm jonge en enthousiaste raad die Culemborg alleen maar vooruit wil brengen. Culemborg was een mooie comeback in het lokaal bestuur.’ Maar een tijdelijke.

‘Daar moet je duidelijk over zijn; dat geeft je ook positie.’ Culemborg kreeg dit voorjaar een jonge burgemeester, de wens van De Vet. Voor De Vet was het waarnemerschap daarmee wel voorgoed verleden tijd. ‘Het was mijn wens om in Brabant te gaan werken. Ik wil ergens bij horen. En toen kwam de functie van dijkgraaf van het waterschap Brabantse Delta langs, en tja, ik kom uit West-Brabant. Het is voor mij thuiskomen in de tijd.’

21 snelheden
Er gaat niets boven Brabant natuurlijk, maar De Vets keuze voor het dijkgraafschap is toch vooral ingegeven door zijn overtuiging dat waterschappen en gemeenten het klimaatbeleid in de Lage Landen zullen gaan vormgeven. ‘Ik heb iets met de klimaatdiscussie’, zegt hij geestdriftig. ‘Het klimaat is het grootste bestuurlijke vraagstuk in Nederland. In vergelijking met de drie decentralisaties is het een veel grotere en complexere operatie om alle huishoudens in Nederland van het gas te krijgen. Het was mijn missie bij de VNG om gemeenten sterker te maken, nu wil ik partnerschappen sluiten om de grote maatschappelijke klimaatopgave te lijf te gaan.’

Want beleid is niet meer van één overheid en je hoeft er allang niet meer voor in Den Haag te zitten, aldus De Vet. ‘Ik wil met andere overheden inzichten regionaal bundelen en komen tot concrete stappen.’ De waterschappen zijn volgens hem dé bestuurslaag die duurzaamheid kunnen stimuleren. ‘Waterschappen zijn de oudste bestuurslichamen in het bestel maar ook de meest innovatieve. En van innovatie moeten we het de komende jaren hebben. Vanuit de VNG, waar ik de portefeuille water had, heb ik met eigen ogen gezien dat er veel bestuurlijk enthousiasme is voor de klimaatdiscussie en dat er bij de waterschappen veel kennis en kunde is’, aldus De Vet.

Grote steden hebben alles wel in huis, maar dat is niet zo in de kleinere gemeenten, weet de dijkgraaf van Brabantse Delta. ‘In zo’n gebied van Tilburg en Waalwijk tot de grens met Zeeland met 21 gemeenten, moet je overal beweging krijgen. Je hebt niets aan 21 snelheden. Het waterschap moet zich absoluut niet gaan ontwikkelen tot een gemeentebestuur, en ik zal nooit een college in de weg gaan zitten, maar het waterschap moet naast de wettelijke taken zijn deskundigheid wél gebruiken om energieveranderingen te organiseren.’ Het zou goed zijn, meent De Vet, als na de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar ook in iedere gemeente een wethouder voor klimaatzaken zou worden benoemd.

‘Zo’n wethouder zou met het waterschap en de provincie tempo kunnen maken’, aldus de dijkgraaf. ‘De nieuwe Omgevingswet, die pas over een paar jaar in werking treedt, zou daarbij een inhoudelijke drager moeten krijgen in de vorm van het klimaat. Neem een klimaattoets op in de Omgevingswet. Daardoor ontstaat urgentie en samenhang. Als je de klimaateffecten scherp naar boven haalt, dan kun je ze ook programmeren en ga je innoveren. Nu is het energievraagstuk opgeknipt.’

Herman Wijffels
Het klimaat moet wat hem betreft niet alleen regionaal en lokaal een dragend thema worden, maar ook landelijk. ‘Ik hoop dat er straks een minister van klimaat komt en dat het beleid niet zo versnipperd is als de afgelopen jaren. Als het over energie ging, had ik bij de VNG te maken met drie ministers. Het werd op een gegeven moment zo ingewikkeld, dat voorzitter Jorritsma op zondagavond de premier belde om de knoop door te hakken.’

De Vet hoopt op ‘ambitieuze klimaatprogramma’s’ in den lande en in Den Haag. ‘Als we de doelstellingen van Parijs willen halen, dan zullen we af moeten van de fossiele brandstoffen. Geen benzinestations meer, ieder huishouden in Nederland van het gas af.’ Dan heeft hij nog heel wat zendingswerk te doen in zijn eigen partij (‘weet wel dat ik geen CDA-dijkgraaf ben, ik ben dijkgraaf van iedereen’). In het CDA-verkiezingsprogramma ‘Keuzes voor een beter Nederland’ komt het woord milieu drie keer voor (twee keer als we drugsmilieu niet meetellen). Partijprominent Herman Wijffels mag een vurig pleitbezorger zijn van duurzaamheid en klimaatbewustzijn, partijleider en kabinetsonderhandelaar Van Haersma Buma heeft er ‘helemaal niets mee’, zei Wijffels dit voorjaar in het Algemeen Dagblad.

Daarin verschilt de CDA-leider niet van de gemiddelde Nederlander, weet De Vet. ‘Kim Putters heeft voor het SCP onlangs een mooi rapport gemaakt waaruit blijkt dat het klimaat amper leeft bij de burgers. Dat verandert radicaal als gemeenten wijken gaan bouwen zonder aardgas. Dan gaat iedereen zich thuis afvragen: wat betekent dat voor mij? Wat wil ik? De Brabantse waterschappen en de provincie hebben een rapport gemaakt over de waterkwaliteit in 2030. In dat rapport staat letterlijk dat het klimaat schade veroorzaakt. De schade neemt ieder jaar toe, en daarmee neemt de urgentie bij de bevolking en daarmee bij de politiek toe. We kunnen het klimaatprobleem niet meer wegstoppen. Buma heeft in de campagne gezegd dat hij de doelstellingen van Parijs wil halen. Ik verwacht boter bij de vis in het regeerakkoord. Ook Buma gaat die grote beweging maken. Hij kan niet anders.’

Minister van klimaat
Die beweging hebben de koepelorganisaties in het land al gemaakt, aldus de dijkgraaf van Brabantse Delta. ‘De VNG, provinciekoepel IPO en de Unie van Waterschappen hebben voor de kabinetsformatie een gezamenlijke ‘investeringsagenda’ gepresenteerd. In het verleden zat de ene overheid de andere overheid in de weg. Ik heb het zelf meegemaakt bij de VNG: met Ralph Pans [VNG-directievoorzitter/ MD] stuurden we dan een brief naar de informateur dat de positie van de gemeenten toch echt versterkt moest worden ten opzichte van de provincies.’

De Vet ziet nu dat de drie koepelorganisaties op het gebied van klimaat onderkennen dat ze gezamenlijk moeten optrekken. ‘Als het nieuwe kabinet met een minister van klimaat komt, en daar hoop ik echt op, dan kan deze zijn of haar voordeel doen met dit historische bondgenootschap van decentrale overheden.’


CV
Kees Jan de Vet werd op 27 oktober 1957 geboren in Wouw. Hij studeerde personeelsbeleid en arbeidsverhoudingen aan het hbo in Breda. De Vet werd in 1982 beleidsmedewerker van het CDA in de Tweede Kamer. Daarnaast studeerde hij politieke en sociale wetenschappen aan de UvA. Hij was van 1987 tot 1992 medewerker van de minister van LNV. Tevens was hij lid van Provinciale Staten van Brabant. De Vet werd in 1992 burgemeester van Prinsenbeek en in 1997 waarnemer in Westvoorne. Later in dat jaar werd hij burgemeester van Leusden. In 2008 werd De Vet lid van de directieraad van de VNG. Acht jaar later werd hij waarnemer in Culemborg. In mei 2017 werd De Vet voorgedragen voor de functie van dijkgraaf van het waterschap Brabantse Delta. Hij is daar op 1 september begonnen. Tevens is De Vet lid van de nieuwe Raad voor het openbaar bestuur in Den Haag.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie