Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

‘Wat ik deed, hoort niet’

Johan Remkes zwaaide drie maanden lang als eenmanscollege de scepter over het gouvernement in Maastricht.

30 juli 2021
remkes.JPG

Johan Remkes zwaaide drie maanden lang als eenmanscollege de scepter over het gouvernement in Maastricht. Hij formeerde noodgedwongen zelf een nieuw college en nam de bestuurscultuur op de schop. ‘Ik pas hier niet op de winkel.’

Adviseur Strategische Managementinformatie S11

JS Consultancy
Adviseur Strategische Managementinformatie S11

Afdelingshoofd Beheer en Programmering Openbare Ruimte

Gemeente 's-Hertogenbosch via Geerts & Partners
Afdelingshoofd Beheer en Programmering Openbare Ruimte

Limburg zal weten dat het een Groningse gouverneur heeft. Burgemeester Jos Hessels van Echt-Susteren woont al tien jaar in het naburige Montfort. Een burgemeester moet zich aan de wet houden en verhuizen naar de plaats waar hij burgemeester is, vertelt waarnemend gouverneur Johan Remkes (70) hem tijdens een ‘stevig gesprek’. Een week later staat Hessels’ huis op Funda.

Oud-wielrenner Bennie Ceulen uit Berg en Terblijt ontving sinds 2013 meer dan drie ton om de Tour de France naar Limburg te halen. Wat hij voor dat geld heeft gedaan is onduidelijk, maar duidelijk is wèl dat het geen Touretappe heeft opgeleverd. Remkes stopt de betalingen.

En o ja, de Nederlandse vlag wappert sinds kort standaard voor het gouvernement aan de Maas. Eerst gebeurde dat op bijzondere dagen en hingen alleen de Europese vlag en de leeuw van Limburg er altijd. ‘Het was mij niet opgevallen, maar ik werd erop geattendeerd.’ “We hebben hier een wat bijzonder regime.” “O, dan gaan we dat bijzondere regime afschaffen.”’

De nuchtere Remkes moet er zelf om lachen in zijn werkkamer in het gouvernement. Op een smal balkon dat uitziet over de Maas (op dat moment nog een onschuldige rivier) heeft zijn voorganger Theo Bovens voor hem een asbak neergezet. Dat is altijd wel een klus als Remkes ergens neerstrijkt: hoe zorgen we dat de verstokte roker zijn saffie kan opsteken.

De Limburgse zender L1 brengt het nieuws over het rood-wit-blauw begin juli als volgt: ‘Waarnemend gouverneur Johan Remkes vindt dat Limburg onderdeel is van Nederland en heeft besloten dat de driekleur voortaan bij het gouvernement moet wapperen.’ Lees die zin gerust nog eens; hij zegt onwillekeurig wat over het sentiment in Limburg, waar Aken en Luik dichterbij zijn dan Holland – geografisch én cultureel. Dat vindt Holland trouwens ook. Remkes: ‘Natuurlijk ken ik de geschiedenis. De aansluiting van Limburg bij Nederland kon op weinig applaus rekenen, maar het is meer dan 150 jaar een fact of life. Het moet normaal zijn dat bij het provinciehuis de Nederlandse vlag wappert. We zijn toch onderdeel van Nederland?’ Grappig dat Remkes met een onvervalste Groningse tongval zegt dat ‘we toch onderdeel van Nederland’ zijn. ‘Ik ben hier waarnemend commissaris en dan is het natuurlijk dat je je met je nieuwe werkomgeving vereenzelvigt’, zegt Remkes.

Commissaris, geen gouverneur? ‘Op mijn eerste dag hier heb ik gezegd dat ik mij gaarne voeg naar het regionale gebruik, maar dat ik mij zo nu en dan wel zou vergissen.’ Gouverneur en deputés in een gouvernement. Geeft dat niet de ‘status aparte’ van Limburg aan? ‘Als de regionale folklore de regionale identiteit ondersteunt, dan heb ik daar absoluut geen probleem mee.’

Incidenten

Oud-raadslid, Statenlid, Kamerlid, minister, staatssecretaris, commissaris en burgemeester Remkes lijkt het wel naar zijn zin te hebben als gouverneur, 350 kilometer van huis. Het kan verkeren, zoals Bredero zei. Het Dagblad van het Noorden wist het na een ‘zinderend slot’ als waarnemend burgemeester van Den Haag in de zomer van 2020 zeker: ‘De Groningse VVD-coryfee Johan Remkes stopt nu echt met het openbaar bestuur.’

‘Dat was ook de bedoeling’, lacht Remkes. Maar dan bericht de luis in de pels van de Limburgse vriendjespolitiek Joep Dohmen in NRC Handelsblad in maart van dit jaar dat oud-gedeputeerde Vrehen (CDA) via zijn Stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen subsidie van de provincie doorsluist naar zijn eigen bedrijven.

Een paar dagen later stappen de CDA-gedeputeerden Koopmans en Mackus op, begin april gevolgd door de overige gedeputeerden én door gouverneur Bovens. De minister van Binnenlandse Zaken belt Groningen. Of de oude rot in het vak genegen is om naar Maastricht af te afreizen.

Waarom hij? ‘Dat moet je de minister vragen, maar ik vermoed zomaar omdat ik het instituut provincie goed ken en weet wat een commissaris wordt geacht te doen en omdat ik ook in Noord-Holland en Den Haag na stevige incidenten aantrad. De hoogmogenden in Den Haag hadden wellicht het beeld dat die Remkes het in Den Haag niet zo slecht had gedaan.’

Na Den Haag was het liever ‘even niets’, zegt hij. ‘Ik was er mentaal niet op voorbereid. De fysieke afstand is vrij groot, maar dat is alles zo’n beetje als je domicilie kiest in Groningen, en de mentale afstand is dat ook. Maar als de minister belt, dan denk je op zijn minst serieus na. Ik snapte waarom de minister mij belde. Dan overleg je met je vrouw en dan zeg je: we gaan het avontuur aan.’ De plicht roept? ‘Het is gedrevenheid, betrokkenheid en een verantwoordelijkheidsgevoel.’ En ook omdat het leuk is? Remkes trekt een zuinig gezicht. ‘Nou, leuk is wat mij betreft niet het goede woord. Het is een uitdaging. Hoe heeft zich dat in Limburg nou precies voltrokken?’

Unieke situatie

Het voltallige provinciebestuur is vertrokken als Remkes op 19 april in het gouvernement neerstrijkt. ‘Dan acteer je in de wonderlijke en voor Nederland unieke situatie dat alle bevoegdheden van het college van GS op jou zijn overgegaan.’ Je kunt als waarnemer denken: als het de Staten niet lukt om voor de zomer een nieuw provinciebestuur te fabriceren, dan wordt het wel erna. Tot die tijd houd ik het schip op koers en doe ik niets opvallends. Remkes: ‘Zo zit ik niet in elkaar; daarvoor moet je iemand anders bellen. Ik pas hier niet op de winkel. Ook als waarnemer kun je niet zeggen: ik laat het aan de politiek over. Je bent onderdeel van het besluitvormingsproces. Dat besef zie ik niet overal. Ik ben in mijn bestuurlijke leven burgemeesters tegengekomen die zeiden: “De moeilijk heden laat ik aan de politiek over.’”

De nieuwbakken gouverneur wist het natuurlijk allang maar ervaart het nu aan den lijve: de rol van de provincie in Limburg is erg groot, veel groter dan die in Noord- en Zuid-Holland bijvoorbeeld. Remkes: ‘Het verschilde in Noord-Holland. In de metropoolregio Amsterdam keek men minder snel naar de provincie dan in West-Friesland. Anders dan in Holland heb je in Limburg geen echt grote gemeenten. Het is logisch dat men hier gemakkelijker en sneller naar Kwatta kijkt als er economisch of infrastructureel iets moet gebeuren. De provincie Limburg heeft meer dan vijftig verbindingen in de publiek-private sfeer. Dat kom je nergens anders tegen. Daaruit kun je afleiden dat de rol van de provinciale overheid in Limburg dominant is.’

En dan gaat het bij gelegenheid mis, zeker als je je bedenkt dat in Limburg de ons-kent-ons-cultuur en in de interne gerichtheid sterker is dan in de rest van Nederland. Onderzoeksjournalist Dohmen schrijft er al jaren over: de invloed van buiten is kleiner dan waar ook in Nederland en de vissenkom van ondernemers en politici die elkaar voortdurend tegenkomen ook. Remkes: ‘Dat kan op de achtergrond een rol spelen bij de integriteitsincidenten die hier hebben gespeeld, maar hoeft niet automatisch zo te zijn. Als er in de verbindingen fatsoenlijk wordt opgetreden, dan hoeft de ons-kent-ons-cultuur niet per se een probleem te zijn. Maar dat betekent wél dat wordt gespeeld volgens de spelregels, ook bij goedkeuring van benoemingen bijvoorbeeld vanuit dit huis.’

Afspraak

Remkes maakte een duidelijke afspraak met de minister over zijn benoeming: ‘Zolang kan het duren en niet langer. Benoemingsprocedures voor een opvolger hebben namelijk de neiging om in de tijd uit te lopen.’ Dat gevaar was niet denkbeeldig, want de Limburgse Staten maakten geen haast met de vorming een nieuw college. En dan te bedenken dat dat ook niet had gehoeven als de Staten zich een ‘goed werkgever’ hadden getoond. Remkes: ‘Twee gedeputeerden stapten in maart terecht op, maar de andere vijf en de commissaris hadden van mij niet weg gehoeven. Menselijkerwijs begrijp ik het, maar strikt analytisch was het niet nodig geweest. De debatten in de Staten op 2 en 9 april dropen van de vooringenomenheid. De Statenleden hadden moeten wachten tot alle feiten op tafel lagen. Het debat op de negende had nooit gevoerd mogen worden.’ Als het er op 9 april op lijkt dat een motie van wantrouwen wordt aangenomen, stapt het college op.

Omdat de Staten er niet uitkomen, formeert gouverneur Remkes in juni – geadviseerd door Onno Hoes, maar wel op eigen houtje – een breed college van CDA, VVD, GroenLinks, D66, PvdA en Lokaal-Limburg. Remkes zoekt zelf de gedeputeerden. Het nieuwe college ziet op 2 juli het levenslicht. Voor de zomervakantie, precies wat hij wilde. Remkes kijkt met gemengde gevoelens terug op zijn wonderlijke rol. ‘Het is op zijn pootjes terecht gekomen, maar wat ik hier moest doen hoort niet. Het stuitte mij als democraat tegen de borst. Maar er was geen alternatief.

Er moesten besluiten worden genomen die je als eenhoofdig bestuur niet behoort te nemen. Ik heb in al mijn jaren in het openbaar bestuur niet meegemaakt dat de Staten er op eigen kracht niet in slaagden nieuwe gedeputeerden te kiezen. In het arbeidsvoorwaardengesprek met de minister is dit ook niet aan de orde geweest.’ De minister er wel even over gebeld? ‘Nee, en de minister heeft mij ook niet gebeld, zo van: “Waar ben je nou mee bezig?’”

Het belangrijkste werk zit erop. Nog een paar maanden en dan kan Remkes terug naar Groningen. De bestuurscultuur behoeft nog wel een por. De parlementaire mores bijvoorbeeld zijn niet om over naar huis te schrijven, vindt Remkes. De Limburgse bestuurscultuur is overigens niet zo rot als een mispel, maar er moet wel ‘een fundament worden gelegd onder de omslag’ in het bestuurlijk denken. Gedeputeerden mogen geen nevenfuncties meer hebben met een directe relatie met de provincie. Een onafhankelijke commissie onderzoekt de bestuurscultuur en integriteitsschendingen en er is een meldpunt ingericht voor integriteitszaken.

Nieuwe gouverneur

En dan is het wachten op de nieuwe gouverneur, die tot 15 augustus kan solliciteren. ‘En hij of zij hoeft niet per se uit Limburg te komen’, zegt Remkes. ‘In de profielschets staat dat de nieuwe gouverneur de unieke Limburgse cultuur een warm hart toedraagt.’ Beter geen Limburger?

Johan Remkes: ‘Er lopen uitstekende Limburgers rond en er lopen uitstekende mensen buiten Limburg rond. Mijn zorg is dat onvoldoende gekwalificeerde mensen een brief schrijven. Ik hoop niet dat ze zich laten afschrikken door wat hier is gebeurd. In Den Haag heb ik gezegd dat ik als waarnemend burgemeester mensen kon aanmoedigen om een brief te schrijven; dat is mijn houding hier ook.’ En? ‘Zal ik het daarbij laten?

CV

Johan Remkes (Zuidbroek, 1951) werd in 1978 in de Provinciale Staten van Groningen en in de raad van de stad Groningen gekozen. Hij was tot 1982 raadslid. Zijn Statenlidmaatschap eindigde in 1993. Van 1982 tot 1993 was Remkes ook lid van Gedeputeerde Staten van Groningen. In 1993 werd hij lid van de Tweede Kamerfractie van de VVD. In 1998 werd hij staatssecretaris van VROM en in 2002 minister van Binnenlandse Zaken. Zijn ministerschap eindigde op 22 februari 2007. Eind 2006 ging hij weer in de Tweede Kamer zitten. Van 1 juli 2010 tot 1 januari 2019 was Johan Remkes commissaris van de koning(in) in Noord-Holland. Daarna werd hij voorzitter van het college dat het kabinet-Rutte III adviseerde over de stikstofproblematiek. Op 12 oktober 2019 werd hij waarnemend burgemeester van Den Haag. Op 9 april 2021 werd Johan Remkes waarnemend commissaris van de koning in Limburg.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie