Zorgen over stikstof, maar ook begrip voor boer
Een opinieonderzoek over stikstof.
Zes op tien Nederlanders maken zich zorgen om de uitstoot van stikstof en de impact op het milieu. Toch vinden veel Nederlanders dat de verantwoordelijkheid voor het terugdringen hiervan te veel bij boeren wordt gelegd. Bijna de helft zegt nu achter de boerenprotesten te staan, een lichte toename ten opzichte van oktober. Zo blijkt uit onderzoek van I&O Research in opdracht van Trouw.
Voor het hele rapport klik hier.
De Nederlandse politiek wordt de afgelopen weken gedomineerd door de stikstofproblematiek. Op vrijdag 10 juni kondigde het kabinet aan dat in veel delen van Nederland de stikstofuitstoot met 70 procent moet worden verlaagd om kwetsbare natuur te beschermen. Ten gevolge hiervan zullen veel boeren, voornamelijk rondom natuurgebieden, hun veestapel sterk moeten verkleinen of zelfs stoppen met hun bedrijf.
De dag nadat het voorstel naar buiten kwam stemde het VVD-congres met een kleine meerderheid van 51 procent tegen de plannen. Minister Van der Wal van Natuur en Stikstof (VVD) liet vervolgens weten niet van plan te zijn de plannen aan te passen en dat de Tweede Kamer nu aan zet is. Op 14 juni maakte een andere regeringspartij, het CDA, bekend het voorstel te willen aanpassen. Volgens fractieleider Pieter Heerma ‘moet het op cruciale punten echt anders wil zijn partij tekenen voor de stikstofplannen’.
De kritiek op de plannen is het sterkst vanuit de agrarische sector. De afgelopen tijd organiseerden belangengroepen zoals Agractie, LTO en Farmers Defence Force meerdere demonstraties op o.a. het Malieveld. Ook trokken tientallen boeren van actiegroep Voll Gass naar het huis minister Van der Wal en werd het spoor tussen Vorden en Winterswijk geblokkeerd door tractors.
Dit onderzoek
Om goed in kaart te brengen wat de Nederlandse bevolking vindt van de problematiek en de boerenprotesten heeft I&O Research een opinieonderzoek uitgevoerd in opdracht van Trouw. Een deel van de bevindingen kunnen worden vergeleken met een eerdere meting uit oktober vorig jaar. Dat betrof een onderzoek in opdracht van de Volkskrant.
Belangrijkste bevindingen
- De meerderheid van de Nederlanders (59%) maakt zich veel of enige zorgen over de uitstoot van stikstof en de impact op het milieu
- Meer mensen willen meer actie (44%) vanuit het kabinet tegen de stikstof-uitstoot dan minder actie (23%). In oktober 2021, toen er nog geen duidelijke plannen waren om de uitstoot tegen te gaan, wilde 60 procent nog dat er meer werd gedaan
- Ten opzichte van die meting in oktober is ook de steun voor de boerenprotesten toegenomen. Bijna de helft (45%) zegt achter de protesten te staan, dit was 38 procent
- Wel zien we een duidelijke afkeer tegen het protesteren nabij het huis van politici, zoals Minister Van der Wal overkwam
- Slechts een kwart van de bevolking vindt dat het huidige stikstofplan zonder aanpassingen snel moet worden ingevoerd
- VVD- en CDA-kiezers zijn sterk verdeeld over de weg die het kabinet moet inslaan m.b.t. de stikstofproblematiek
Meerderheid maakt zich zorgen
Zes op tien (59%) Nederlanders maken zich veel of enige zorgen over de uitstoot van stikstof en de impact daarvan op het milieu. In oktober 2021 waren de zorgen iets groter (67% maakte zich zorgen). Een kleine minderheid (13%) maakt zich helemaal geen zorgen over de uitstoot van stikstof en de impact daarvan op het milieu.
Linkse kiezers maken zich doorgaans meer zorgen om de uitstoot van stikstof dan anderen. Vooral in de rechts-conservatieve hoek (PVV, FvD, SGP, BBB) maakt men zich doorgaans weinig of geen zorgen over stikstof. VVD- (56% maakt zich zorgen, 44% niet) en CDA-kiezers (69% om 30%) maken zich vaker wel dan geen zorgen.
Bijna de helft wil nu meer actie
In oktober zei een duidelijke meerderheid (60%) van de Nederlanders dat het volgende kabinet meer zou moeten doen om de uitstoot van stikstof te verminderen. Dat was voor het aantreden van het kabinet Rutte IV.
Inmiddels heeft dit kabinet ambitieuzere plannen t.o.v. oktober 2021 voorgesteld om de uitstoot van stikstof te verminderen en vindt een krappe minderheid (44%) dat het kabinet nog meer moet doen. Minder dan een kwart (23%) vindt dat het kabinet minder moet doen.
De kiezers van de coalitiepartijen zijn niet helemaal eensgezind. D66’ers (71% meer, 5% minder) en CU’ers (61% meer, 1o% minder) vinden dat het kabinet meer moet doen. Het electoraat van VVD (36% meer, 20% minder) en CDA (40% meer, 19% minder) is ook vaker voor meer dan minder actie, maar is sterker verdeeld. Ook vinden zij relatief vaak (VVD 39%, CDA 30%), dat het kabinet op de goede weg is en dus ‘ongeveer evenveel’ moet doen.
Toelichtingen bij mening over stikstof
Om een beter beeld te krijgen van de publieke opinie omtrent dit thema stelden we de volgende open vraag: “Kunt u in uw eigen woorden aangeven wat uw gedachten zijn bij de stikstofproblematiek?” Veel mensen geven aan het een ingewikkeld dossier te vinden en niet goed te weten wat de oplossing is.
Nederlanders die wel vinden dat het kabinet voortvarend aan de slag moet met het terugdringen van de uitstoot van stikstof gebruiken daarbij de volgende argumenten:
- Natuur lijdt onder de uitstoot
- Problematiek is te lang genegeerd
- Volgende generatie krijgt nadelige gevolgen te ervaren
- Landbouwsector is te grootschalig geworden
Anderen zijn sceptischer over de huidige plannen om de uitstoot van stikstof terug te dringen. De volgende argumentatielijnen komen daarbij vaak langs:
- Overheid legt verantwoordelijkheid te veel neer bij de boer
- Boeren zijn nodig voor voedselvoorziening
- Het probleem is verzonnen/opgeblazen
- Nederland ‘moet niet het braafste jongetje van de klas willen zijn’
Steun voor boerenprotesten stijgt iets
Bijna de helft van de bevolking (45%) zegt achter de boerenprotesten te staan. Ten opzichte van oktober 2021 is dit percentage gestegen (destijds 38 procent).
Steun voor de boerenprotesten hangt nauw samen met politieke voorkeur. Kiezers van conservatief-rechtse partijen (hier van FvD tot en met JA21) staan achter de boeren, terwijl dit niet geldt voor de links-progressieve hoek. CDA-, SP-, VVD- en CU-kiezers nemen een middenpositie in. Voorts zien we dat de steun voor de protesten lager is in steden en onder hoog opgeleide Nederlanders.
Sterke afkeuring van protest in straat politicus
Op 11 juni werd minister Van der Wal van Stikstof en Natuur bij haar huis bezocht door tientallen boeren die hun ongenoegen wilde uiten over het voorgenomen stikstofbeleid van het kabinet. Van der Wal ervoer dit zelf als bedreigend en verzocht de boeren om huiswaarts te keren.
De ruime meerderheid (67%) vindt een dergelijk protest onacceptabel terwijl 17 procent het hiermee oneens is.
Weinig steun voor huidig stikstofplan
Het nieuwe stikstofplan dat bijna twee weken geleden werd gepresenteerd door het kabinet kan op weinig steun rekenen. Een kwart vindt dat het zo snel mogelijk moet worden uitgevoerd. Alleen Nederlanders die zich veel zorgen maken over de uitstoot van stikstof staan voor de meerderheid (57%) achter het plan. Mensen die zich enige (25% voor), niet zoveel (10% voor) of helemaal geen (6% voor) zorgen maken over stikstof zijn over het algemeen tegen.
VVD- en CDA-kiezer sterk verdeeld
De stikstof-problematiek zorgt voor interne strubbelingen binnen regeringspartijen VVD en CDA. Zo stemden de VVD-leden tegen de stikstofplannen van het kabinet tijdens het congres van de partij. Uit onderstaande figuur blijkt dat de kiezers van beide partijen verdeeld zijn over de kwestie. Binnen de VVD is 36 procent voor meer en 20 procent voor minder actie. De rest heeft geen mening of vindt het zo wel goed. Ook binnen het CDA is men verdeeld.
Over het invoeren van het huidige stikstofplan bestaan binnen CDA minder onenigheid. Een meerderheid (53%) vindt niet dat dit plan zo snel mogelijk moet worden uitgevoerd en niet meer aangepast. Slechts 16 procent vindt dit wel. VVD-kiezers zijn ook over de kwestie sterk verdeeld: een kwart (26%) is voor terwijl 36 procent tegen is. De rest heeft geen duidelijke mening.
Onderzoeksverantwoording
Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 17 tot maandag 20 juni. In totaal werkten 2.188 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. Iedere vraag is beantwoord door de gehele steekproef. Het grootste deel van de steekproef (n=1.950) is afkomstig het I&O Research Panel, 238 respondenten deden mee via PanelClix. Dit zijn allen Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond.
De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.
We vertellen u graag nog veel meer over I&O Research. Neem contact op.
Asher van der Velde
Onderzoeker
020-308 48 26
a.van.der.schelde@ioresearch.nl
De globale voorzet:
1. maak eerst een kritische (!!!) evaluatie van het natuurbeleid van de afgelopen jaren (o.a. de aanleg van nieuwe natuurgebieden en de depositiegevolgen daarvan voor andere sectoren, de totale omvang en het totale aantal natuurgebieden, de noodzaak om de stikstofdispositie terug te brengen en bepaal de hoogte van deze depositie) . Zo nodig dient beleid in overleg met de EU te worden aangepast. Het kan niet zo zijn dat door misschien wel verkeerd beleid ons de land de raarste capriolen moet uitvoeren om niet op slot te geraken.
2. stel vervolgens vast wat de maximale depositie in ons land/provincies mag zijn en maak sectorgewijs (land- en tuinbouw, industrie, luchtvaart, scheepvaart, detailhandel etc.) een plan voor de maximale hoogte van stikstofdepositie.
3. vergeet vooral niet een communicatieplan (!!!) te maken voor dit ingewikkelde probleem.
4. breng de kosten van dit integrale plan in beeld en het dekkingsplan voor de financiering. De EU zal vast een substantiële bijdrage in de kosten willen leveren.
De huidige crisis wordt veroorzaakt door het vrijwel ontbreken van integraal beleid dan wel de volstrekte onbekendheid met dit beleid, alsmede door de communicatie hierover richting burgers en bedrijven.