'Als Den Haag het niet doet, doen wij het zelf wel’
Hij mag er dan niet zijn geboren, Yang Soo Kloosterhof is een onvervalste Groninger. Een Appingedammer. Zijn achternaam spreekt boekdelen. De jonge wethouder voor het CDA wijst naar een rondvaartbootje op het Damsterdiep dat tuft langs de hangende keukens in het historische centrum van het stadje met zijn ruim 12 duizend zielen. Brugge, maar dan zonder de Chinezen en Amerikanen.
Yang Soo Kloosterhof is de jonge, ambitieuze wethouder voor het CDA in Appingedam. Zijn kleine gemeente moet af van haar grenzen die dateren van 1811. ‘Het is onhandig om in deze tijden een kleine gemeente te zijn.’
Hij mag er dan niet zijn geboren, Yang Soo Kloosterhof is een onvervalste Groninger. Een Appingedammer. Zijn achternaam spreekt boekdelen. De jonge wethouder voor het CDA wijst naar een rondvaartbootje op het Damsterdiep dat tuft langs de hangende keukens in het historische centrum van het stadje met zijn ruim 12 duizend zielen. Brugge, maar dan zonder de Chinezen en Amerikanen. ‘Appingedam is met Groningen de enige plaats in de provincie met Middeleeuwse stadsrechten’, vertelt Yang Soo (31) trots. Een oud pand met hangende keuken staat voor 235 duizend euro te koop. Iets voor de nieuwbakken wethouder? ‘Nee, dank, ik huur heerlijk een appartement in de oude spaarbank schuin tegenover het oude raadhuis.’
Op weg van de hangende keukens boven het Damsterdiep naar eetcafé Paviljoen Overdiep aan de stadshaven groet iedereen vriendelijk Yang Soo. De oudere ‘Damsters’ herinneren zich nog de tijd dat vader Kloosterhof met de kleine Yang Soo en zijn zusje Min Jung, nu promovenda klachtrecht en hoorplicht in het strafrecht in Groningen, door het stadje wandelde. Twee Zuid-Koreaanse adoptiekinderen en een huisman in Appingedam.
Op de hoek van de Kniestraat schieten drie hangouderen de wethouder aan. Hij weet toch dat hun bankje na de ophoging van de straat gevaarlijk laag is geworden? ‘Voor gezonde mannen als jullie is dat geen probleem, maar voor oude mannen die kanker hebben gehad of nog steeds hebben, is het verschrikkelijk.’ Wethouder Kloosterhof kent hun klacht. Hij heeft niet voor niets openbare werken in zijn portefeuille. ‘Het is al geregeld, alleen duurt het nog even’, lacht de ‘Damster’.
Het had overigens bar weinig gescheeld of Kloosterhof had de hangouderen niet kunnen helpen, maar hooguit als raadslid van de oppositie hun benarde lot onder de aandacht van het college kunnen brengen. ‘Het verschil is een stukje karton’, zegt Yang Soo Kloosterhof. Hij vertelt aan de jachthaven: ‘We zaten sinds 2002 in de oppositie en we móésten na 19 maart echt gaan meebesturen. Wat er ook gebeurt, wij gaan winnen, zei ik tegen iedereen. Natuurlijk was dat peptalk, maar ik geloofde er ook echt in. We waren niet een paar maanden voor de verkiezingen van 2014 de boer op gegaan, maar al meteen na de verkiezingen van 2010 begonnen met onze campagne. Met drie in plaats van twee zetels zouden we een interessante coalitiepartner zijn voor Gemeentebelangen. Op de verkiezingsavond zag het er eerst nog goed uit, ik dacht: we hebben het gered. Maar naarmate de avond vorderde, sloeg de stemming om. Ik ging somber gestemd naar huis.’
Stemmen hertellen
Het liep niet zoals de CDA-lijsstrekker had gehoopt. Het CDA ging weliswaar van veertien naar zeventien procent van de stemmen, maar de derde zetel zat net boven die zeventien. Yang Soo Kloosterhof: ‘Op de ochtend na de verkiezingen werd ik gebeld door de raadsgriffier. Na correctie hadden wij toch recht op die derde zetel. Het hing op twee stemmen! Vast die van mijn vader en moeder. Alle lijsttrekkers vonden dat we moesten hertellen. Dat gebeurde. Nog een keer. En nog een keer. Op vrijdag zou de burgemeester de definitieve uitslag melden. We kwamen allemaal samen in de kantine van het stadskantoor toen ik er een collectebus zag staan, en een notaris. Wat is dit? Na alle hertellingen hadden Gemeentebelangen en wij exact evenveel stemmen voor de verdeling van de restzetel.’ En dus moesten in Appingedam lootjes worden getrokken. De notaris vouwde twee stukken karton, een met Gemeentebelangen erop, de ander met CDA, en stopte ze in de collectebus. Schudden, openen, en hij greep het CDA-kartonnetje. ‘YES! Onbeschrijfelijk wat er dan door je heen gaat.’
Het CDA belandde met Gemeentebelangen in het college en Yang Soo werd wethouder. ‘Dat was wennen, en dat is het nog steeds’, zegt hij. ‘Je stapt op een rijdende trein. De inhoud is niet zo’n punt. Die kun je net als met een studieboek tot je nemen en net zolang repeteren tot het tussen de oren zit. Het is je rol. Welke bewegingsvrijheid heb je en neem je, hoe kijken mensen naar je? Ik merk dat de Appingedammers ook op zoek zijn naar manieren om met mij om te gaan. Die Kloosterhof was gemakkelijk in de omgang, is hij dat nog? Hoe acteer je in dat krachtenveld zonder brokken te maken, op tenen te staan of toezeggingen te doen? Dat is niet alleen voor mij wennen, maar ook voor de fractie, die twaalf jaar oppositie heeft gevoerd, en het is wennen voor de ambtenaren in het gemeentehuis. Ik spar elke week een half uurtje met de burgemeester en laat mij ook tegen het licht houden door ervaren CDA-bestuurders uit de regio.’
Eeuwenoude gemeentegrens
Appingedam is klein en heeft twee wethouders. De gemeenteraad bestaat uit vijftien leden. Wikipedia meldt trots dat de gemeente als ‘een van de weinige gemeenten in Groningen alle gemeentelijke herindelingen heeft doorstaan. De huidige gemeente komt vrijwel overeen met de gemeente bij de invoering van gemeenten in 1811.’ Die eeuwenoude grens is nu een belemmering, constateert wethouder Kloosterhof. ‘Als raadslid merk je dat niet zo. Je hebt je partijpolitiek, en die is iets anders dan de politieke werkelijkheid. Als wethouder word je er vanaf de eerste dag in het gemeentehuis mee geconfronteerd: wij hebben te weinig capaciteit, zeker op lange termijn. We krijgen meer taken, minder geld en de problemen spelen regiobreed. Het is onhandig om in deze tijden een kleine gemeente te zijn. Ik wil niet zielig doen. We krijgen enorm veel voor elkaar, maar dat is tegelijkertijd het gevaar. Ik heb de laatste maanden gezien hoe creatief en begeesterd de ambtenaren zijn. Maar de belasting is nu al hoger dan de belastbaarheid en dat wordt straks nog erger. ’
Gelukkig is er nu een verkenning gaande om te zien wat de voor- en nadelen zijn van samenvoeging van de zeven Noord-Groningse gemeenten Bedum, Winsum, De Marne, Delfzijl, Eemsmond, Appingedam en Loppersum, de roemruchte G7. Appingedam heeft dit jaar wel zijn laatste zelfstandige gemeenteraadsverkiezingen gehouden. Het CDA was altijd voorstander van ‘beperkt’ samengaan met Delfzijl, Eemsmond en Loppersum, maar, zegt Kloosterhof: ‘Je wilt niet over een paar jaar ingehaald worden. Als je het doet, moet je het goed doen. Ik ben voor die G7 als het van onderaf gebeurt en als herindeling een doel is en geen middel. Dus niet herindelen omdat het past in de waan van de dag, maar omdat je de typisch Groningse problemen wilt oplossen.’ Die problemen kennen we allemaal: aardschokken, hoge werkloosheid (in Appingedam vijftien procent), leegstand en krimp. ‘We zijn als kleine gemeente gewoon niet toegerust om daar een duurzaam antwoord op te geven’, aldus Kloosterhof.
Antwoorden zijn er echter volop in het hoge noorden, meent Kloosterhof, en daarom is het ook zo geweldig om juist nú als jonge en ambitieuze politicus wethouder te zijn. Yang Soo Kloosterhof: ‘We worden in de Randstad met de nek aangekeken, maar we moeten niet gefrustreerd raken. Iedere dag sluiten we slimme allianties. Als Den Haag het niet doet, dan doen we het zelf wel. Als wethouder doe je er dan echt toe. Je ziet de structuren veranderen, mensen soms ook. Daar zit je bij, en anderen zitten heel dicht bij jou. We gaan naar een groter en slagvaardiger geheel. Daar moet je als partij nú bij zijn en daarvoor moet je nú op deze stoel zitten. Ik wil grip hebben op veranderingsprocessen en daar onderdeel van uitmaken. Dat is een belangrijke reden geweest voor mij om de politiek in te gaan. Ik wil bijdragen aan een betere samenleving; dat klinkt dan wel weer erg ouderwets, hè?’
Spannend bestaan
Dat het bestaan van een wethouder vandaag de dag spannend maar ook uiterst precair is, deert Kloosterhof allerminst. ‘Er zijn weinig mensen van mijn leeftijd die zo’n kans krijgen. Als je ergens in gelooft, dan doe je het toch? Ik heb ook nooit getwijfeld of ik het wel of niet moest doen. Natuurlijk heb ik nagedacht over de voor- en nadelen van het wethouderschap. Ik heb geen terugkeergarantie bij mijn laatste werkgever, de Nederlandse Hartstichting, maar wie wel tegenwoordig? Als het een beetje meezit, kan ik de eerste vier jaar volmaken; wie kan mij dat nazeggen? Als je de perikelen van wethouders in de tijd van nu plaatst, dan valt het wel mee. Als ik het veld moet ruimen, dan is er geen man overboord. Over een paar weken ben ik 32 en ik heb geen dure hypotheek. Ik heb sinds kort wel een enorm leuke vriendin.’
CV
Yang Soo Kloosterhof (Seoel, 1982) studeerde verpleegkunde aan de Hanzehogeschool in Groningen en sociologie. Hij werd in 2004 lid van het CDA. In 2006 werd Kloosterhof fractie-assistent in Appingedam. Bij de Kamerverkiezingen in 2010 was hij de jongste kandidaat voor het CDA. Kloosterhof kwam niet in de Tweede Kamer, maar wel in de gemeenteraad van Appingedam. Op 17 april 2014 werd hij benoemd tot wethouder openbare werken, verkeer en vervoer, milieu en duurzaamheid, vergunningenbeleid, toezicht en handhaving, monumentenzorg, jeugdbeleid, sport en onderwijs.
‘Uit welke cultuur kom ik?’
Je bent premier, wat doe je?
Ervoor zorgen dat iedere regio in Nederland snel en gemakkelijk bereikbaar is. Als je economie, leefbaarheid en sociale cohesie wilt verbeteren, dan moet je de infrastructuur op orde hebben. Door de snelle verbindingen moeten mensen het gevoel krijgen dat Groningen niet op een andere planeet ligt. Dat denken vooral Randstedelingen nu wel. Verbindingen moeten geen belemmering zijn om op zoek te gaan naar werk. De nieuwe generatie vindt het helemaal niet erg om te reizen, maar dan moet dat wel acceptabel kunnen. Ieder kabinet is een Randstadkabinet, dat is nu eenmaal zo, maar het is wel onbegrijpelijk dat maar zo weinig Kamerleden uit het noorden komen. Onbegrijpelijk ook dat bij de Europese verkiezingen de hoogst geplaatste noordelijke CDA-kandidaat op nummer 10 stond.
In een tijdmachine, waar naartoe?
Ik ga naar de toekomst. Ik ben opgegroeid tussen de technologische mogelijkheden. Er zijn veel meer kansen dan bedreigingen. Vorig jaar stelde ik mijn ouders voor om een tablet te kopen. Dat is leuk, want ze kunnen dan overal skypen en internetten, maar het is ook nuttig. Hun generatie, die over een tijdje zorg nodig heeft, is gebaat bij dat soort technologie. Ik denk dat de iPad, of zijn opvolgers, levens gaat redden. Ik zou een kijkje willen nemen in 2070 om te kijken of ik gelijk heb gekregen. Ik denk dat het wel meevalt overigens met de veranderingen over vijftig jaar. Normen zijn veranderlijk, maar mensen zullen altijd behoefte houden aan intermenselijk contact.
Zuid-Korea
Toen ik drie maanden oud was, ben ik naar Nederland gegaan. Ik kom uit een weeshuis in Seoel. Verder weet ik niets van mijn afkomst. Ik spreek de taal ook niet. Mijn zus Min Jung is een paar jaar geleden een aantal weken in Korea geweest. Het weeshuis is nu een instelling voor verstandelijk gehandicapten. Ze heeft een bureau in de arm genomen om uit te zoeken waar ze vandaan komt. Ik heb die behoefte nooit gehad, en nog steeds niet, maar ik wil er wel dolgraag naartoe. Ik vind het belangrijk om te weten waar ik vandaan kom. Niet het nest, maar om te ontdekken uit welke cultuur ik kom. Misschien komt mijn competitiedrang daar vandaan.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.