Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

‘Ik zou het vandaag niet anders doen’

Als het om integriteit gaat, is Limburg het neusje van de zalm. Dat vindt althans de Limburgse commissaris van de koning (gouverneur) Theo Bovens. In recente kwesties ziet hij geen patroon. ‘Het aantal integriteitsaffaires in Limburg valt reuze mee.’

22 november 2019
Theo-Bovens.JPG

Theo Bovens over de kwestie-Penn

In de herfst van 2017 trad de Brunssumse burgemeester Luc Winants af. Hij niet wilde samenwerken met de omstreden wethouder Jo Palmen die zonder integriteitstoets naar voren werd geschoven. In Gennep vertrok de burgemeester afgelopen september, omdat de wethouders hem niet meer pruimden. Het artikel ‘De klusjesmannen van Limburg’ in NRC Handelsblad en De Limburger concludeerde dat geen provincie zoveel ex-politici aan betaalde klussen helpt als Limburg. ‘Gouverneur’ Bovens speelde in al deze kwesties een (bij)rol. Zijn moreel kompas lijkt te haperen, concludeerde de SP, na de kwestie rond de huizenaankoop van de Maastrichtse burgemeester Penn-Te Strake.

Genoeg reden om Theo Bovens eens aan de tand te voelen over zijn rol en hoe integriteit en stabiel bestuur in Limburg standhouden. Zelf ziet Bovens geen ‘patroon’ in de kwesties. ‘Zoveel integriteitskwesties hebben we de afgelopen tijd helemaal niet gehad in Limburg: Maastricht, het lekken uit de vertrouwenscommissie in Beekdaelen. En dat is het wel in twee jaar tijd.’ Ook provinciaal integriteitscoördinator Rick Duiveman zit bij het gesprek. Hij heeft een kleine inventarisatie gedaan en noemt het jaarverslag 2018 van de gemeente Haarlemmermeer. ‘Daar staan dertig ambtelijke en bestuurlijke integriteitsmeldingen in. Hier zijn dat er één of twee en die handelen we dan af.’

Bovens: ‘Je kunt misschien wel zeggen dat Limburgers minder gezagsgetrouw of meer recalcitrant zijn. Maar men is zelfbewust qua mentaliteit. Ik verbind dat niet met aantallen integriteitskwesties. Die houden we de laatste vijf tot tien jaar keurig bij en de feiten laten zien dat het meevalt. De Van Rey-affaire wordt nog steeds opgerakeld, maar is al tien jaar geleden. Ik wil het niet bagatelliseren: iedere affaire is er één te veel. Maar in aantallen of in omvang zijn we niet significant afwijkend.’

Spionage-affaire
Die recente kwestie-Maastricht dan. Burgemeester Penn kocht een pand van een topambtenaar van de gemeente Heerlen, tevens directeur van het omstreden Shared Service Centrum Zuid-Limburg (SSC-ZL) van de gemeenten Maastricht, Heerlen en Sittard-Geleen. Uit uitgelekte concept-notulen bleek dat een bestuurder opperde om over dit centrum kritische ambtenaren te bestraffen. De gemeente schakelde zelfs een bedrijfsrecherchebureau in om te achterhalen welke ambtenaar deze notulen had gelekt, de spionageaffaire.

‘Begin februari 2018 was er het inmiddels beroemde telefoontje tussen mevrouw Penn en mij, waarover later zoveel heisa ontstond in de Volkskrant en met hoogleraren’, reageert Bovens. ‘De discussie is of de burgemeester aankopen van onroerend goed moet melden aan de gemeenteraad. Naar mijn smaak interpreteren sommige mensen van buitenaf dat verkeerd. Zij stellen dat de aankoop plaatsvond in een spannende periode. In de Volkskrant stond dat je dan als bestuurder geen pand mag aankopen. Maar de aankoop vond plaats in een rustige periode rond het SSC-ZL, namelijk een half jaar daarvoor. Er was toen geen spannende situatie tussen de burgemeester en de verkoper; een ambtenaar van de gemeente Heerlen.

Er was geen werkrelatie, want Penn heeft niet met het SSC-ZL te maken, er was geen gezagsrelatie, want ze zit niet in het SSC-ZL-bestuur, en ze weet niet dat er zich later misschien een spannende verhouding kan vormen. Moet je dat dan melden aan de gemeenteraad? Daar moet onderzoeksbureau Necker van Naem maar iets van vinden. Ik kan geen enkele code ontdekken in Nederland, waarin staat dat burgemeesters aankopen van onroerend goed, kunst of auto’s moeten melden. Maar goed, als dat een nieuwe regel wordt, wordt dat een nieuwe regel en dan schrijven we weer geschiedenis.’

Zelf zegt Penn inmiddels dat ze het wel degelijk had moeten melden.
‘Achteraf, zegt ze, was het handiger geweest als … En natuurlijk, als je er nu naar kijkt: had het gemeld. Overigens, wat was de melding op 8 februari aan de raad dan geweest: ik koop een pand van Lousberg. Dan had je je eerst uitleggen wie het is …’

Een hoge ambtenaar van de gemeente Heerlen.
‘… koop ik een pand van, en dan? Toen was er toch ook geen affaire? Volgens de codes moeten burgemeesters zakelijke transacties melden aan het college van B&W. Dat heeft ze gedaan. Waarom moet je het melden aan de raad? Dat is een nieuw element. Het tweede element is: moet je toestemming vragen aan de gouverneur voor de aankoop van een pand? Daar heb ik nog nooit van gehoord. En dat hoeft ook niet. Ik zit niet in de positie om toestemming te geven. De afweging blijft altijd bij de betrokkene zelf. En voor een advies moet er een adviesvraag voorliggen. Die lag er in dat gesprek niet voor. De adviesvraag ging over hoe het overkomt dat ze drie panden in dezelfde straat bezit. En als je dat netjes verhuurt: er zat een makelaar tussen, er zat geen huisjesmelker in, iedereen in Maastricht wist dat dit haar derde pand zou worden, het was geen geheime, stiekeme aankoop. Nou, kan dat? Ja, ik zie er geen been in. Dit was een gesprek van drie minuten en de naam van de betrokken persoon is genoemd. Maar er is niet gesproken over het dilemma: kan ik een pand kopen van deze persoon.’

Van een hoge ambtenaar…
‘Nee, want dat is er niet bij gezegd. Ik heb het niet opgevat als integriteitsvraag of dilemma. Van bijna alle vragen van burgemeesters maak ik aantekeningen als wij die in het dossier moeten hebben als integriteitsdilemma: over wethouders, gemeenteraadsleden of zichzelf. Dat schrijf ik netjes op en deel ik keurig met de kabinetschef. Dit gesprek heb ik niet eens opgeschreven.

Achteraf krijgt het dan een lading, ook van de burgemeester, die zegt: ik heb het er met de gouverneur over gehad. Ja, maar daarmee heb je niet toestemming van mij om dat pand te kopen. Ik heb gezegd: volgens mij kun je drie panden hebben, naast elkaar, en één daarvan voor haar zoon, als die zou terugkeren. Als ze vandaag weer over zoiets zou bellen, dan zou ik niet iets anders hebben gezegd of gedaan.’

Maar ze had de naam van de ambtenaar wel genoemd.
‘Ja, de naam Lousberg wel, zoon van een oud-wethouder en hij is tempeleer, maar ik wist niet waar de heer Lousberg werkte. Dat heb ik pas in september of oktober erna gehoord, toen de spionageaffaire in de openbaarheid kwam.’

Als zij dat zelf wel had gezegd, had het dan misschien een belletje doen rinkelen.
‘Nee, dan had ik gevraagd: is het marktconform en heb je een gezagsrelatie met die ambtenaar? Kun je die ontslaan? Dat was beide niet aan de orde. Maar de vragen zijn niet gesteld, want het is niet aan de orde geweest.’

U zegt dan niet: als je er zorgen over hebt, ga dan naar iemand toe die er meer verstand van heeft, zoals een integriteitscoördinator.
‘Die heeft Maastricht. Als de burgemeester dit als een integriteitsdilemma had gezien, had ze mij waarschijnlijk ook gebeld, over de aankoop al, van Lousberg. Ik ken haar als iemand die op het gebied van integriteit roomser dan de paus is, als oud-rechter en oud-hoofdofficier. Je hoeft haar daarover niets wijs te maken. Ze vindt het vreselijk dat de suggestie wordt gewekt dat ze het pand onderhands – wat betekent ‘niet op de vrije markt’, maar wordt uitgelegd als ‘stiekem’ – heeft gekocht en gematst is door een ambtenaar. Alsof ze met deze ambtenaar een close relatie opbouwt, alsof deze ambtenaar een ander belang had dan zij. Ze hadden hetzelfde belang: uitvoering van gemeenteraadsbesluiten. Er was geen belangenconflict, bevooroordeling, gift of gezagsrelatie. Als je denkt dat dat zo zou kunnen zijn, pel je dat af, maar die vragen waren niet relevant in de zomer van 2017.’

En nu zegt u eigenlijk: de latere spionageaffaire heeft deze aankoop beladen gemaakt.
‘Nu zijn die vragen heel relevant. Ik snap die artikelen allemaal wel, maar het moet zuiver blijven: voor welke dilemma’s sta je op welk moment? Tenzij iemand mij nu aantoont dat de burgemeester al in juni 2017 zwaar onder de prijs een cadeautje heeft gekregen van een ambtenaar die denkt dat hij haar een jaar later nodig heeft vanwege een notulenzaak. Dat wist die ambtenaar ook niet van tevoren.’

Maar die ambtenaar kon wel wat steun gebruiken in de situatie waarin het niet zo lekker liep met het SSC-ZL.
‘Die steun had hij toch al van drie colleges en gemeenteraden. Van wie moet hij dan nog steun krijgen? Er is geen belangentegenstelling. Nu is de situatie anders, maar toen toch niet? Maar terug naar mijn rol: als de burgemeester mij gevraagd had of ze dat van die ambtenaar had kunnen kopen, hadden we die vragen afgepeld en dan denk ik dat ik had gezegd: dat kun je gewoon kopen. Ik zou niet weten waarom ik dan nee had gezegd. Ik heb haar geprezen dat ze mij heeft gebeld, want ik heb graag dat mensen mij bellen en sparren. Ik zou het jammer vinden dat ze bij mij de verantwoordelijkheid leggen. Daarvoor moet je de cdk niet bellen.’

De aanbeveling van de SP om onafhankelijk advies van twee experts in te winnen bij toekomstige klankbordgesprekken heeft u dus niet nodig?
‘Als ik een zwaar dilemma aan de fiets heb hangen, overleg ik met Rick Duiveman of mijn kabinetschef. Ik haal er niet standaard twee mensen bij. Dat zie ik niet zitten. Maar je kunt wel andere mensen vragen. Het gaat erom dat je dilemma’s bespreekbaar maakt. We hebben in Limburg voor bestuurders een vertrouwenspersoon die je kunt bellen met burgemeestersdilemma’s: oud-burgemeester Jan Mans. Je kunt mij ook bellen, maar ik schrijf het op en maak er melding van. Als je dat niet wilt, kun je beter met een ander sparren. Maar we bevorderen het gedrag om het erover te hebben, intervisie, gesprekken met de kabinetschef. Die krijgt soms de eerste meldingen en bespreekt dat dan met mij. En dat is prima. Graag zelfs.’

Uw morele kompas lijkt te haperen, suggereerde de SP. Dat is dus niet van toepassing?
‘Als mijn moreel kompas hapert, dan hapert het al acht jaar. De paradox van de integriteitsdiscussie is: hoe meer je eraan doet, hoe meer mensen denken dat er iets aan de hand is. We proberen het juist zo normaal mogelijk te maken. Ik heb alle 47 aspirant-Statenleden op bezoek gehad, met de externe adviseur integriteit erbij. We hebben integriteitszaken behandeld. Ik vind dat belangrijk om te doen. Moet ik dat dan niet doen, omdat het dan lijkt of er iets aan de hand is? Nee, ik blijf dat doen.

Er waren geen meldingen. We doen dat ook met de risicoanalyse voor wethouders, al twaalf jaar. Daarin lopen we voorop. Er zijn nog steeds gemeenten die dat niet doen. De minister zegt nu ook: alle gemeenten moeten risicoanalyses doen. En hoeveel zijn er in Limburg gesneuveld? Ik kan het niet bedenken. Ik nodig iedereen uit: zoek het even op. In de jaren negentig hadden we nog de ‘De Vriendenrepubliek’, maar die tijden zijn echt voorbij.’

Lees over de rol van Bovens in de affaire- Gennep meer op www.binnenlandsbestuur.nl.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie