‘Ik kies voor een raad die vooraan staat’
Merel van Hall is voorzitter van de Vereniging van Griffiers en griffier van Dordrecht, broedplaats van bestuurlijke vernieuwing. ‘Ik ben niet het type om op de winkel te passen.’ Dat merken ze in Dordt. Al gooide Cupido bijna roet in het eten.
De Dordtse Christophe van der Maat werd eerder dit jaar verkozen tot Jonge Ambtenaar van 2012, burgemeester Arno Brok (VVD) van Dordrecht won de Burgemeestersprijs en eind vorig jaar werd de Dordtse raadsgriffier Merel van Hall verkozen tot voorzitter van de Vereniging van Griffiers. Je zou bijna gaan geloven dat toeval niet bestaat.
‘Het is ook geen toeval’, lacht griffier Van Hall (38), terwijl ze in Villa Augustus in haar muntthee roert. Uit de biologische moestuin van de tot hotel-café-restaurant
omgebouwde watertoren met pompgebouw. Het Hotel New York van Dordt. Ze zegt: ‘Dordrecht is bijzonder. Daarom heb ik hier ook gesolliciteerd. De stad staat
bestuurlijk en organisatorisch bekend als vernieuwend en vooruitstrevend. Daar pas ik bij. Daar past deze burgemeester bij, die bepaald niet doorsnee is. Bij zo’n stad past ook het concept van de zelfstandige publieke professional (ZPP’er) van Christophe van der Maat. Dat kan hier.’
Het kan en het mag in Dordrecht, maar de historische stad aan de Oude Maas zou die kwaliteit weleens beter mogen uitventen. Griffier Merel van Hall: ‘Als gemeenteraad hebben we Arno Brok bij het curatorium van de Burgemeesterslezing opgegeven voor de Burgemeestersprijs. De stad Dordrecht kan wel wat goede publiciteit gebruiken. We hebben volop nieuwe initiatieven en enthousiaste mensen en een cultuur waarin dat allemaal gedijt, maar we zijn er niet goed in om het naar buiten te brengen. Je slaat jezelf niet op de borst. De burgemeester vond die nominatie ook niet gepast. Daarvoor moest je toch járenlang burgemeester van een gemeente zijn? Het was zijn eerste termijn, dat kon toch niet? Uiteindelijk is die prijs een enorme eer en is hij er nu blij mee, maar de nominatie bleef hij ongepast vinden. En dat past in de cultuur van Dordrecht, in de cultuur van deze regio.’
Senang
Een cultuur waarin Merel van Hall zich overigens, na wat omzwervingen door het land, senang voelt. Voordat ze in Dordt neerstreek, was ze manager van cultureel centrum de Rode Hoed aan de Keizersgracht in Amsterdam geweest, raadsgriffier van het Brabantse Dongen en hoofd van verschillende ambtelijke afdelingen in Bergen op Zoom. Geweldig leuk werk, dat griffierschap, maar na vier jaar in Dongen hield ze het in 2006 voor gezien.
Waarom?
Van Hall: ‘Omdat je als griffier hetzelfde profiel als de raad moet hebben. Het is een klein clubje. Je moet erbij passen. Eigenlijk zou elke vier jaar gekeken moeten worden of de griffier nog wel bij de raad past. In 2006 vernieuwde de raad van Dongen en kreeg een profiel dat niet bij mij paste. We hadden in de pionierstijd van het dualisme heel veel vernieuwende dingen gedaan, en de nieuwe gemeenteraad wilde pas op de plaats maken. Liever bestendigheid dan vernieuwing.’
Dat heeft niets met links of rechts te maken, stelt Van Hall, ‘maar alles met een raad die wel of niet zijn eigen rol wil uitdiepen en initiatieven neemt. Dan moet je je aanpassen of weggaan en ik ben niet het type om op de winkel te passen. Dan is het beter om de wrijving voor te zijn en uit te kijken naar iets nieuws. Ik kies voor een raad die vooraan wil staan.’
Van Hall had nog nooit voor een ambtelijke organisatie gewerkt, maar was daar wel door geboeid. Hoe gaat het er nu aan toe, daar aan die andere kant? Alle reden dus om na Dongen in te gaan op het bod van de gemeente Bergen op Zoom om mede leiding te geven aan de reorganisaties van de ambtelijke organisatie.
Merel van Hall: ‘Dan zie je hoe een ambtelijk apparaat aankijkt tegen de gemeenteraad. Het verbaasde mij hoe ver de raad afstaat van de gemeentelijke organisatie. Dat is best begrijpelijk, maar als je dat nog nooit hebt ervaren, dan snap je niet hoe sommige voorstellen de raad kunnen bereiken. Of hoe het kan dat een onderwerp dat in de raad heel actueel is binnen de gemeente amper speelt, of andersom. Nu de kleine organisatie van de griffie en die grote onder de gemeentesecretaris veel dichter bij elkaar komen en het proces van besluitvorming weer als één proces wordt gezien, helpt het in Dordrecht echt enorm om als eerste adviseur van de gemeenteraad aan beide kanten te hebben gewerkt.’
Bondgenoot
Merel van Hall was begin 2010 een half jaar raadsgriffier in Dordrecht toen Arno Brok verhuisde van Sneek naar Dordt. Ze zegt: ‘De belangrijkste bondgenoot voor mij als griffier is de burgemeester. De dagelijkse beslommeringen deel je als eerste met de voorzitter. Met hem kun je vertrouwelijk praten over problemen, over het debat of de visie van de raad.’
In de Dordtse cultuur staat de deur van de burgemeester open, maar dat wil niet zeggen dat burgemeester Brok in alles informeel is. In functie is hij altijd in pak, keurig stropdas en ambtsketen om. Eén drankje voor het napraten en de contacten, en dan onberispelijk naar huis. Niet blijven plakken.
Van Hall: ‘Een heel traditionele man en toch jong en vernieuwend, die combinatie verwacht je niet, heel leuk. Hij is van de oude stempel, maar ook weer niet. Hij is inhoudelijk en strak op structuur, maar brengt dat met flair en humor. Die combinatie is goud. Het debat wordt daardoor scherp gevoerd, maar blijft in goede verhoudingen verlopen. Hij kan ook goed om zichzelf lachen.’
Burgemeester Brok was een aangename verrassing voor Van Hall en even later volgde er nog één, nu ja twee, maar over die tweede straks meer. In september werd ze gekozen tot voorzitter van de Vereniging van Griffiers (VvG). Merel van Hall: ‘Ik was Jaap Paans opgevolgd als griffier van Dordrecht toen hij naar Rotterdam vertrok, en we wisten dat hij zou stoppen als voorzitter van de VvG. Er was een commissie ingesteld om na te denken over het profiel van de nieuwe voorzitter. Daar heb ik mij toen voor aangemeld. De discussie ging vooral over de vraag of je een aanjager moest zijn of een verbinder. Uiteindelijk zijn beide belangrijk en discussieer je over de nuance van de aanjagende verbinder of de verbindende aanjager’, lacht ze.
Het profiel was klaar en toen kwam de vraag: wie gaat hierop reageren? Wie krijgt in tijden van reorganisaties, bezuinigingen en extra taken ruimte van zijn raad voor dat voorzitterschap. Van Hall vervolgt: ‘Ik kom uit een gemeente die dat soort werk buitenshuis stimuleert. Ik heb met het Presidium overlegd en gesolliciteerd. Bij mijn gesprek kreeg ik te horen dat ik de enige kandidaat was. Erg jammer. Bewijs dan maar eens dat je de beste bent. Dan doe ik het niet, heb ik gezegd. Uiteindelijk zei de vereniging: jij past bij het profiel, dus jij moet het doen. Ik ben met een staande ovatie verkozen en sindsdien ben ik, naast mijn griffierschap van Dordt, met veel plezier voor de vereniging in touw.’
Cupido
Nu de tweede verrassing: Van Hall werkte een jaar in Dordrecht toen Cupido zich ermee ging bemoeien. Doorgaans geen onderwerp voor deze rubriek maar in dit geval wel, want Van Hall werd verliefd op VVD-wethouder Ferdinand van den Oever. In liefde en oorlog mag alles, maar niet in Dordt, vonden de geliefden. Van Hall en Van den Oever kozen ervoor om de romance rap in de openbaarheid te brengen. En de griffier legde haar functie tijdelijk neer.
Van Hall: ‘Er is bij ons in Dordrecht geen gedragscode over verliefdheid en relaties en eigenlijk moet je dat ook niet willen. Wij hebben het meteen verteld, en dat kan ik iedereen aanraden. Je bespaart jezelf een hoop ellende. Het lokaal bestuur is een klein wereldje. Je moet iedere schijn van belangenverstrengeling vermijden. We kregen zes maanden om te zien of onze relatie bestendig was en zo ja, wie van ons dan zou vertrekken.’
Gelukkig kon Van den Oever drie maanden nadat de relatie wereldkundig was gemaakt, melden dat hij directeur werd van het Havenschap Moerdijk. Merel van Hall: ‘Voor mij goed nieuws, want dat betekende dat ik kon blijven als griffier. En hij is gelukkig bij het Havenschap.’
Achter de leestafel in Villa Augustus schuift een grote groep bruiloftsgasten aan. De bruid zit achter Merel van Hall. ‘Een paar weken geleden ben ik ook getrouwd’, lacht ze. Met ‘haar’ wethouder. De relatie bleek bestendig. ‘Niet in Dordrecht maar in Dalfsen, in de buurt van mijn twee oma’s. En Arno Brok trouwde ons.’
CV Merel van Hall
(Schouwerzijl, 1974) studeerde bestuursrecht in Groningen en volgde een postdoctorale opleiding integraal management. Ze werkte voor de radboud universiteit in Nijmegen en de Rode Hoed in Amsterdam, waarna ze in 2002 raadsgriffier werd in de gemeente dongen. Daarna was ze afdelingshoofd dienstverlening en relatiebeheer en later afdelingshoofd HRM en concerninkoop bij de gemeente Bergen op Zoom. In 2009 stapte Van Hall over naar Dordrecht waar ze griffier werd. Vorig jaar werd ze gekozen tot voorzitter van de vereniging van griffiers.
‘Ik ben van het hier en het nu’
Wat is zo leuk aan de politiek?
Het gaat over alles, dat maakt het griffierschap ook zo leuk. Alle meningen komen in de politieke arena bij elkaar. Daarom houd ik ook zo van vergaderingen. Hoewel het anders vergaderen is als je niet mag meepraten. Je moet je invloed van tevoren aanwenden. Het is leuk om als griffier mensen in positie te brengen, links of rechts. Wat jij ervan vindt maakt niets uit. Het gaat om het voorstel en het standpunt van een raadslid. Het is mijn rol om te helpen dat goed te verwoorden. En dan is het heerlijk om te zien hoe het politieke spel zich ontwikkelt.
De raad 25 procent kleiner.
Ik geloof er niets van dat een kleinere gemeenteraad tot minder bestuurlijke drukte leidt. Je kunt de zaken anders organiseren en de taken van de raad onder de loep nemen. Misschien heb je minder raadsleden nodig, of misschien wel meer. Maar dan praat je vanuit de inhoud en niet vanuit het getal. De dualiseringskorting is logisch, maar die 25 procent is nattevingerwerk. Het is een bezuiniging, en het is nog steeds een eenheidsworst. Zoveel inwoners, zoveel raadsleden. Maar gemeenten zijn niet gelijk. We zouden juist moeten differentiëren. Een uniforme gemeente kan misschien met minder raadsleden toe, een gemeente met veel kernen zou er wellicht meer moeten hebben. Geef een budget en laat de gemeente zelf het aantal raadsleden bepalen.
Je bent premier, wat is je eerste beslissing?
We hadden het in Dordrecht onlangs over het tekort aan technisch personeel. Ik begrijp niet waarom het collegegeld niet verschilt van studie tot studie. Waarom krijgen studenten die een technische studie willen doen geen beurs? Waarom investeren we als land, dat zegt de kenniseconomie belangrijk te vinden, niet in de mensen? Waarom brengen we studenten niet in een gemakkelijke positie om de studies te volgen waar wij als samenleving wat aan hebben?
Je stapt in een tijdmachine, waar naartoe?
Ik ben van het hier en het nu. Ik ben niet nostalgisch ingesteld. Ik kan redelijk gemakkelijk zaken achter mij laten, zonder de contacten te verliezen overigens. Ik hoef niet terug. Ik ben ook niet iemand die over tien jaar dáár wil zijn en nu vast een kijkje zou willen nemen om daar gemakkelijker te komen.
Je vliegt eruit, en dan?
Er staan iedere zaterdag wel drie banen in de krant die ik leuk vind. Ik zie ook hartstikke leuke banen binnen de gemeente. Het gaat om de dingen waar je goed in bent en die je leuk vindt om te doen. Ik ben jurist, maar ik weet niets meer van de techniek. Het gaat om de vaardigheden die je hebt geleerd. Om het organiseren en het adviseren. Dat is zo breed, daar kun je van alles mee. Onze directieraad, die een totale mannenclub dreigt te worden, wil meer vrouwen aantrekken. Wie weet is dat wat voor de toekomst. Daar ben ik open in. De raad mag dat ook van mij verwachten.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.