Huwelijksbootje
Wie in mijn gemeente tot tien jaar geleden wilde trouwen, kon slechts terecht op het stadskantoor. Je zou kunnen stellen dat dit complex qua architectuur en uitstraling niet had misstaan in de gemiddelde Bulgaarse provinciestad voor de val van de Muur, maar dat zou al snel – en ten onrechte - kunnen worden opgevat als een diskwalificatie van de Oost-Europese architectuur sedert het einde van de Tweede Wereldoorlog.
Laten we er maar op houden dat het stadskantoor niet veel bruidsparen het idee gaf dat ze in een romantische omgeving konden genieten van hun – eerste of tweede of derde – mooiste dag van hun leven.
Inmiddels is daarin aanzienlijk verandering gekomen. We kunnen nu meerdere officiële trouwlocaties bieden, allemaal op fotogenieke locaties die tot in de puntjes voldoen aan de scherpe criteria van de hedendaagse trouwindustrie. En sinds januari van dit jaar is het toppunt van individuele dienstverlening bereikt, met de introductie van het doe-het-zelf-huwelijk – waarbij de onvermijdelijke oom die altijd zo grappig uit de hoek kan komen op verjaardagen als tijdelijk ambtenaar van de burgerlijke stand mag fungeren – en het trouwen op een locatie naar eigen keuze.
Nu zou Nederland Nederland niet zijn als de vrijheid van ‘eigen keuze’ nog door regels wordt ingeperkt. Een vriend van mij die besloten had in de eigen woonkamer in het huwelijk te treden, kreeg van tevoren bezoek van een gemeentelijk medewerker. Of zijn woonkamer ook toegankelijk was voor mensen met een fysieke beperking. Het sluiten van een huwelijk is immers een openbare plechtigheid en dus moet de locatie waar deze wordt voltrokken, ook bereikbaar zijn voor mensen in een rolstoel. De opmerking dat voor de ceremonie alleen mensen waren uitgenodigd die zonder gebruik van enig hulpmiddel de tien meter van de hal tot de tijdelijke trouwzaal konden afleggen, leidde niet tot enige wijziging in het gemeentelijk standpunt. De gemeente deed nu eenmaal in woord en daad aan inclusief beleid, ook achter iemands anders voordeur.
Nu trouwde mijn vriend gelukkig nog in zijn eigen woonkamer. Had hij in de tuin willen trouwen, dan had hij namelijk nog een extra element aan het gemeentelijk afwegingskader toegevoegd. Over het trouwen in de buitenlucht lopen de opvattingen binnen de wereld van de burgerlijke stand namelijk duchtig uiteen. De preciezen beweren dat de landelijke richtlijnen uitdrukkelijk bepalen dat alleen getrouwd mag worden in een gebouw, terwijl de rekkelijken van mening zijn dat een huwelijk ook kan worden voltrokken in de buitenlucht, zolang deze buitenlucht is voorzien van een straatnaam en huisnummer. Trouwen in de achtertuin mag dus wel, maar in het stadspark weer niet. Hetzelfde geldt letterlijk voor het huwelijksbootje. Daarin mag het alleen als het is aangemeerd, want te herleiden tot een concreet adres; trouwen op open water ontbeert de juridische grond.
Pessimisten zullen vinden dat hiermee de Nederlandse versie van deregulering treffend is omschreven: het afschaffen van één regel mogelijk maken door twee nieuwe te formuleren. Dat mag misschien zo zijn, maar zelfs trouwen in een aangemeerde boot lijkt me leuker dan trouwen in een Stalin-bunker.
Ad Burger
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Blijkbaar willen we niet meer uitleggen, dat sommige dingen zijn zoals ze zijn. Bijvoorbeeld, dat je in de plaats waar de man staat ingeschreven trouwt, op het gemeentehuis aldaar, op die en die dag, tegen die en die kosten, door die en die ambtenaar, op die en die manier....... En dat dat zo is en zo blijft. Je mag er van vinden wat je wil maar je kan er niets aan veranderen. (Hier schuilt het grote gevaar, ik geef het toe, dat zinnige kritiek gedooddoenerd wordt!) Wil je daarnaast wat anders? Ga je gang, maar val anderen daar niet mee lastig. En zeker niet de samenleving/overheid: Het middel is namelijk erger dan de kwaal. Want, of je schaft resoluut alle regels af. Met als gevolg dat Burger bijvoorbeeld weer jaren stof heeft om te beschrijven aan welke wantoestanden de overheid met gemeenschapsgeld meewerkt. Of je hanteert regels, die vanzelfsprekend altijd anders hadden kunnen zijn. En daarmee gemakkelijk tot situaties kunnen leiden, die vanuit de "luie leunstoel, niet gehinderd door al te veel kennis van zaken en vooral ondoordacht voor wat betreft de hilarische gevolgen van "andere" regels gnuivend beschreven kunnen worden: Die domme ambtenaren toch. Hoe verzinnen ze het.....
Om moedeloos van te worden?