Horeca: Wet Bibob is doorgeschoten
De Wet Bibob, die bestuursorganen de mogelijkheid biedt om vergunningaanvragers te screenen op criminele banden, is volgens de horecabranche ‘volledig doorgeschoten’.
Het middel wordt veel te vaak ingezet, de maatschappelijke kosten staan niet meer in verhouding tot het effect, en de wet is van ‘ultimum remedium’ verworden tot een ‘geforceerd crimefight-instrument’. Dat schrijft Koninklijke Horeca Nederland (KHN) in een brief aan het kabinet en de Kamer. De brancheorganisatie roept op terug te keren tot een ‘proportionele, efficiëntere en effectievere aanpak’. ‘KHN onderschrijft het doel van de wet, maar de uitvoeringspraktijk op gemeentelijk niveau is volledig doorgeschoten en boeven vangen met Bibob is het hoofddoel geworden’. Boeven ‘vang je echter met een boevenwagen, niet met een bataljon bulldozers of tanks’, aldus KHN.
De lijst grieven van de horecasector is lang. De Wet Bibob geeft gemeenten de mogelijkheid het doopceel te lichten van aanvragers van een vergunning of subsidie. Doel is het tegengaan van ongewild faciliteren van criminele activiteiten.
De wet dateert echter uit een tijd dat andere bestuurlijke instrumenten veel minder waren ontwikkeld dan nu, stelt KHN. Vooral op het punt van digital intelligence, het slim aan elkaar knopen van bestanden bij belastingdienst, FIOD, SIOD, Milieudienst, politie, brandweer en Voedsel- en Warenautoriteit, valt veel winst te boeken, betoogt de horeca.
Volgens KHN worden miljoenen gespendeerd om tientallen verdenkingen tegen malafide ondernemers hard te maken. Gemeenten rekenen die kosten regelmatig door, waardoor vergunningen soms duizend euro of meer kosten. De adviestermijn bij het Landelijk Bureau Bibob, tot wie gemeenten zich kunnen wenden als ze via justitiebronnen dieper willen spitten, is vanwege capaciteitsgebrek bij dat bureau veel te lang en leidt tot grote vertragingen bij vergunningaanvragen, klaagt KHN. ‘Het is, zeker in de huidige tijd waarin overheden juist werken aan verbetering van de dienstverlening, onbestaanbaar dat termijnen domweg worden verlengd omdat het Landelijk Bureau niet in staat is te leveren’.
De horecabranche is in 1996 door de commissie-Van Traa als ‘criminogeen’ bestempeld, maar de sector heeft naar eigen zeggen zelf inmiddels veel gedaan om de rotte appels te weren. Inmiddels wordt het aantal ‘slechte broeders’ geschat op hooguit 2,5 procent. ‘Het is stuitend dat de horeca, op basis van een analyse uit 1996, nog steeds als criminogeen te boek blijft staan. Het zeer geringe aantal weigeringen van vergunningen spreekt deze status volledig tegen’, aldus de brandbrief aan het parlement. Dat spreekt binnenkort over enkele wijzigingen van de wet, die in 2003 werd ingevoerd.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.