Hier met dat EU-geld
‘Wij burgemeesters vragen om de eerste tranche van het EU-Herstelfonds rechtstreeks aan de gemeenten te geven.’ Nee, hier spreekt niet de voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, maar zijn Italiaanse collega Matteo Ricci – burgemeester van Pesaro en vice-voorzitter van de Nationale Vereniging van Italiaanse Gemeenten, ANCI.

In afwachting van de miljarden uit het Europees Herstelplan zou het volgens Ricci gepast en zelfs dringend zijn om een beroep te doen op het Europees noodfonds (ESM). Ricci is de voorzitter van de Italiaanse Vereniging van Lokale Autonomieën (ALI), die hervormingsgezinde en pro-Europese burgemeesters samenbrengt. Die club van zo’n 4.500 burgemeesters richt zich sterk op duurzaamheid en milieu.
Hoeveel van het Herstelfonds moet volgens u rechtstreeks naar de gemeenten gaan?
‘We vragen de eerste 20 miljard euro – 10 procent van het Herstelfonds dat aan Italië is toegewezen – rechtstreeks aan de ge meenten toe te wijzen. Wij zijn beter in staat zijn om deze middelen op de beste en snelste manier uit te geven. We willen belangrijke delen van de fondsen richten op de gemeenten in het binnenland van Italië: dorpen, kleine stedelijke centra, berggebieden en Apennijnen. Die zijn de afgelopen decennia sterk ontvolkt geraakt. Het Covid-tijdperk leidt er nu toe dat mensen op zoek aan naar meer ruimte en naar huizen met tuinen. In deze gemeenten willen we de dienstverlening, de digitalisering en de infrastructuur verbeteren. Dit om te voorkomen dat mensen zich naar grotere steden verplaatsen en kleinere steden ontvolken.’
Hoe kan het Herstelfonds Italië helpen?
‘We willen ons richten op investeringen in strategische sectoren en op onmiddellijke besteding, en dat met een efficiëntie die alleen gemeenten kunnen bieden. De strategische sectoren zijn onder andere digitalisering, de versterking van de schoolstructuren, milieu, stedelijke mobiliteit en duurzaamheid. En natuurlijk alles wat nodig is om de gezondheidszorg te versterken. We hebben behoefte aan een moderne infrastructuur en aan een ontwikkeling waarbij zowel de publieke als de private sector betrokken is. De coronacrisis heeft ons geleerd hoe belangrijk de integratie van de sociale en de gezondheidssector is en hoe belangrijk de ontwikkeling van de gezondheidszorg is. En dan niet alleen de gezondheidszorg die door ziekenhuizen wordt verleend, maar ook die door buurtverpleegkundigen.’
Hebben gemeenten weinig vertrouwen in de overheid?
‘De overheid heeft grote handreikingen gedaan richting gemeenten. Wat tegenwerkt: de staatsbureaucraten en ambtenaren, die alles graag exclusief in de kamers van de ministeries beheren. Meer dan politici is het de bureaucratische structuur die, zoals altijd, de gemeenten niet vertrouwt. We vragen dit EU-geld niet te laten beheren door de gewesten, vanwege het risico op trage procedures. We moeten de investeringen concentreren op projecten die veel gemeenten in het binnenland bij elkaar zouden kunnen houden.’
Waar staat de bureaucratie op de lijst van zaken waar gemeenten mee te kampen hebben?
‘Het sleutelwoord op dit moment is ‘snelheid’, zowel in de subsidies als in de middelen om gezinnen, bedrijven en werknemers te bereiken. Het doel is om de sociale cohesie te behouden en explosies van sociale woede te voorkomen. Naast een deregulering met betrekking tot openbare bouwplaatsen hebben we een nieuw goedkeuringsmechanisme nodig: in Italië zijn voor bijna alle vergunningsprocedures controles vereist voordat een aanvraag wordt ingediend, een bedrijf wordt opgestart of een project wordt uitgevoerd. In plaats daarvan willen wij, burgemeesters, procedurele mechanismen die inzetten op het vertrouwen in burgers en op controles achteraf. We hebben dit al gedaan met winkelvouchers op het meest kritieke moment van de coronacrisis. In enkele dagen tijd hebben we 400 miljoen euro uitgedeeld aan ongeveer twee miljoen gezinnen om te winkelen.
De burgemeesters hebben de criteria voor het verkrijgen van sociale bijdragen vastgesteld. Burgers hebben een aanvraag ingediend en hebben bij ontvangst van de bijdrage een zelfcertificaat ondertekend, waarin zij verklaren dat zij aan de vastgestelde criteria voldoen. Bij latere controles hebben we geverifieerd dat slechts 1 procent van de aanvragen twijfel achtig was. Dit toont aan dat het wedden op de eerlijkheid van de burgers lonend is. Als ons vertrouwen wordt beschaamd, moeten de burgers zwaar worden gestraft, zelfs met criminele gevolgen. Dit experiment dat wij als burgemeesters hebben gedaan, zou het Italiaanse bureaucratische systeem kunnen veranderen. We dringen er bij de regering op aan om deze vereenvoudiging in alle procedures op te nemen.’
Wat is volgens u de prioriteit vanuit economisch oogpunt?
‘De prioriteit is groei. Dankzij Europa en de Sure-fondsen hebben we ook middelen gekregen voor sociale vangnetten voor werknemers. Maar het is duidelijk dat er vroeg of laat een einde komt aan deze sociale vangnetten en dat we een krankzinnige toename van de werkloosheid riskeren. We moeten mensen weer aan het werk krijgen, banen behouden en jongeren nieuwe kansen geven. Er zijn economische sectoren die een sprong voorwaarts hebben gemaakt. Ik denk aan de meubelsector. Mensen hebben de waarde van hun huis herontdekt. Een andere sector die nu grote kansen heeft, is die van de bouw: de overheid heeft een 110 procent eco-bonus toegekend die je fiscaal gezien meer oplevert dan je hebt uitgegeven, als je je huis renoveert met het oog op energie-efficiëntie. Maar we hebben ook sectoren die volledig vastlopen. Sectoren die verband houden met toerisme, horeca, voedselproductie en economische sectoren die niet in staat zijn om de grote verliezen van de afgelopen maanden te compenseren. Het verwachte bruto binnenlands product in Italië daalt met 9 of 10 procent. We moeten de schade in 2020 verminderen en in 2021 een zo sterk mogelijke groei realiseren. Hoe meer economische expansie er is, hoe meer we in staat zullen zijn om onze schuld te verminderen en de economie stabieler en efficiënter te maken.’
‘Hoofdrol gemeenten’
De Italiaanse premier Conte zei op de ANCI-jaarvergadering in november dat gemeenten de ruggengraat vormen van het openbaar bestuur en een hoofdrol zullen spelen in het gebruik van het Herstelfonds. De daarin voorziene projecten zijn onder andere meer openbare werken, de renovatie van schoolgebouwen, de aanleg van stedelijke fietspaden, stedelijke herbebossing en digitalisering van documenten en gegevens van lokale overheden. Wel zei Conte te vrezen voor een vertraging als gevolg van het vetoën van de EU-begroting door Polen en Hongarije.
‘Nederland moet wél EUu-geld aanvragen’
Nederland heeft ingestemd met de Europese begroting 2021-2027, met daarin het Herstelfonds. Dat fonds biedt ruim 300 miljard euro subsidies voor lidstaten, waarin voor Nederland vooralsnog zo’n 5 miljard is bestemd (de eerste tranche). Op basis van een Nationaal Herstelplan kan Nederland dit geld krijgen.
Het kabinet vindt het opstellen van een Nationaal Herstelplan ‘lastig’, zo berichtte de NOS onlangs. ‘Hoe kan het nu lastig zijn om zo’n 5 miljard euro op te halen uit Brussel, uit een pot waarmee het Nederlands kabinet heeft ingestemd? En waaraan Nederland ook fors meebetaalt, zelfs wanneer we het zelf niet gebruiken?’, verzucht ERAC-directeur Vincent Ketelaars. Als argument geldt dat het huidige kabinet geen plannen wil opstellen die formeel pas worden ingediend onder het volgende kabinet. ‘Achter de schermen vermoeden wij echter iets anders. Nederland heeft zich in Brussel eerder keihard gemaakt voor beoordeling van de herstelplannen van iedere lidstaat door ook de andere lidstaten. En Nederland heeft hard afgedwongen dat die herstelplannen hervormingen moeten bevatten, die voldoen aan de aanbevelingen van de Europese Commissie’, aldus Ketelaars.
‘Het is heel begrijpelijk dat Rutte en Hoekstra een vinger in de pap willen hebben, om zeker te weten dat Noord-Europese euro’s in Zuid-Europese lidstaten ook wel toekomstbestendig worden besteed. Maar nu komt deze eis misschien als een boemerang terug. Europa beveelt Nederland namelijk al vele jaren aan meer vaart te maken met de energietransitie, maatregelen te treffen ter versoepeling van de arbeidsmarkt en de hypotheekrenteaftrek te beëindigen. Wanneer Nederland met het herstelplan daar geen gehoor aan geeft, kunnen andere lidstaten met een beschuldigende vinger naar Nederland wijzen, of erger. Een deur die ons kabinet wellicht liever niet open zet.’
Hervormingen
Discussies over hervormingen zijn altijd moeilijk. Ketelaars snapt dat, met de verkiezingen voor de boeg, een Nationaal Herstelplan daarom geen ‘nieuw beleid’ kan inhouden. Desondanks is er volgens hem zeker wel ruimte herstelmiddelen te investeren in regionale ontwikkelingen, binnen alle geslagen piketpalen. ‘Het budget vanuit de eerste tranche in het Europees herstelfonds voor Nederland is circa 5 miljard euro, voor een periode van zes jaar. De rijksbegroting over zes jaren beloopt naar verwachting zo’n 2.000 miljard. We hebben het dus over een relatieve omvang van 0,25 procent. Dan lijkt het ons in lijn met de Europese voorschriften om te motiveren dat het herstelplan zich dan volledig richt op financiering van maatregelen die in het Klimaatakkoord al zijn voorzien. Zet daarbij de uitleg dat de beperkte middelen het niet toelaten andere uitdagingen in Nederland in dit plan op te nemen.
Breng daarbij over het voetlicht dat er met het pensioenakkoord, de commissie-Borstlap en al in gang gezette versobering van de hypotheekrenteaftrek al belangrijke en door de EU gewenste hervormingen gaande zijn. Dan hebben we niet alleen een zinvol plan, maar ook een ‘proportioneel’ plan binnen Europese kaders.’ Op allerlei plekken bestaan ambitieuze plannen op het gebied van de economie, de energietransitie, bereikbaarheid, veiligheid en arbeidsmarkt. ‘Plannen waarbij regionale samenwerking is uitgelokt door de Regiodeal-budgetten. Alle plannen bij elkaar overstijgen de beschikbare budgetten ruimschoots. Ook met 5 miljard herstelfonds is er niet genoeg geld, maar het helpt zeker in de portemonnee. Overal spelen dus vraagstukken over het bouwen van programma’s en projecten en in welke financiering deze kunnen landen’, aldus Ketelaars. ‘De EU-middelen kunnen dan een versnelling op de vele nationale opgaven.’
Italië en Spanje
Het kabinet acht de noodzaak tot hervormingen in de plannen van Italië en Spanje plannen veel groter. Dat vertaalt zich ook in de arena van het Herstelfonds: de relatieve betekenis van de Herstefonds-budgetten is voor Italië en Spanje respectievelijk factor 6,4 en factor 7,7 groter dan voor Nederland. ‘Diplomatiek brengt dit de uitdaging om als Nederland dan ook zeven keer zoveel hervormingsgezindheid daar te verwachten, dan zij andersom van ons zouden vragen.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.