Het ging dus helemaal niet over Mauro
En zo moet het CDA met een bloedneus in de hoek van de boksring blijven zitten: saved by the bell, dat wel, niet knock-out, met de schrik vrijgekomen, maar niet vergund om de ring met opgeheven hoofd te verlaten.
Een motie van de oppositie die die eervolle aftocht mogelijk maakte – een motie van GroenLinks en D66 om Mauro hier in Nederland een studievisum aan te laten vragen – werd aangehouden en kwam dus niet in stemming. We weten nu wel dat het CDA Mauro niet terug wil sturen en via dat studievisum, de uitvlucht bedacht door sluwe vos Ruud Lubbers, hem in Nederland wil houden, voorlopig althans, maar dat is nu niet officieel vastgelegd. Al gaat minister Leers natuurlijk snel aan de slag om dat voor Mauro te regelen – als hij dat tenminste wil.
Zelfs de herstelde eenheid in de geledingen van het CDA – de dissidenten Ferrier en Koppejan stemden keurig met de CDA-fractie tégen oppositionele moties om Mauro alsnog een verblijfsvergunning te geven – was niet meer dan een schrale troost. Na een week van gedoe snauwde Geert Wilders dat het gedrag van het duo binnen de CDA-fractie wat hem betreft ‘niet voor herhaling vatbaar’ is. Het is nu mooi geweest, en het CDA moet unaniem terug in het hok van regeer- en gedoogakkoord. Een gehavend hoofd, en een standje na voor onsportief gedrag, zo zit het CDA er nu bij, in de hoek van de ring.
Waarom hield Tofik Dibi zijn motie dinsdagmiddag aan? Omdat hij het CDA zo lang mogelijk in die hoek wil laten zitten. Een week van discussie en debat over Mauro moet eigenlijk tot de conclusie leiden dat het eigenlijk helemaal niet over Mauro ging, maar over partijen die zich aan de regels wilden houden en binnen de regels naar een oplossing wilden zoeken, en een oppositie die de kaart van de morele verontwaardiging en het morele gelijk politiek wilde uitspelen, over het hoofd van Mauro heen. Schaamteloos.
En door al die partijpolitieke profileerzucht staat iedereen uiteindelijk met lege handen. Ook Mauro. Ook de dissidenten Ferrier en Koppejan, teleurgesteld als ze eggen te zijn in ‘de politieke spelletjes van Tofik Dibi’. Het biedt een treurige aanblik, onze nationale politieke arena. En dat terwijl de grote discussies over Griekenland en de euro en de extra ronde bezuinigingen die volgend jaar ongetwijfeld nodig zal blijken, nog moeten worden gevoerd.
Het CDA zal voorlopig wel rustig in de hoek blijven zitten. De partij wil momenteel maar één ding en dat is tijd winnen. Ze staat op 11 zetels in de peilingen, opnieuw een historisch dieptepunt, heeft geen onomstreden en overtuigende leider, en heeft geen verhaal.
Aan dat verhaal, zo verbleekt na een decennium van compromissen sluiten met zichzelf in plaats van met anderen, wordt nu wel gewerkt, door een commissie onder leiding van Aart-Jan de Geus en een commissie onder leiding van Jacobine Geel. De CDA’ers zitten stil, billen tegen elkaar, tot dat verhaal af is, en zich iemand aandient die dat voor iedereen op een overtuigende manier kan uitdragen.
Dat verhaal wordt, als alle voortekenen niet bedriegen, een christelijk-sociaal verhaal. Als dat verhaal op papier komt, ontwaakt de partij dus uit een verdoving waarin het heeft deelgenomen aan een kabinet waar het op grond van de nieuw gedefinieerde identiteit niets te zoeken heeft. Welke conclusies daar dan uit weer worden getrokken, zullen we dan wel zien.
Misschien dat de KVP’ers en de CHU’ers dan wel uit de partij stappen en een (christelijk) conservatieve partij oprichten om (o.a.) het populisme de pas af te snijden. We weten het niet. Nieuwe onzekerheid zal in ieder geval het gevolg zijn, zoals altijd in het leven.
Onder het vorige kabinet had Mauro (gezien de democratisch vastgestelde regels) geen recht op een verblijfsvergunning.
Nu met massale media exposure en een niet al te stabiel kabinet wordt de situatie Mauro schaamteloos uitgespeeld.