Het gelijk van Pieter Broertjes
De burgemeester van Hilversum – Pieter Broertjes – hield begin september in Den Haag de Ben Pauw-lezing en haalde daarin het openbaar bestuur in ons land over de hekel. De analyse van Broertjes is in de eerste plaats interessant omdat hier niet alleen een burgemeester spreekt met enkele jaren bestuurservaring, maar een ervaren journalistieke waarnemer die jarenlang vanaf de buitenkant naar het openbaar bestuur heeft gekeken.
Deze combinatie geeft een verfrissende blik. In de tweede plaats slaat Broertjes de spijker op de kop omdat hij het zeer rommelige karakter van het openbaar bestuur in de meest duidelijke bewoordingen aan de kaak stelt.
Volgens de spreker zakt het politiek bestuur weg omdat uiterst onduidelijk is wie nu eigenlijk waar over gaat. In een tijd van grote taakherschikkingen wordt de vraag steeds actueler wie om welke redenen tot deze taakherschikking heeft besloten en wat de precieze criteria waren om het te doen zoals het nu voorligt. Het is het kernprobleem van het Nederlandse openbaar bestuur. Aan de ene kant behoort het decentrale bestuur tot de top van Europa omdat op die niveaus vele taken en een groot budget zijn belegd, aan de andere kant is er geen enkel land in de EU – ook niet in Oost-Europa – waar zoveel onduidelijkheid bestaat over de uitgangspunten die gelden voor taaktoedelingen. Globaal kent ons land een tiental bestuursvormen, waaronder territoriaal en functioneel bestuur, daarnaast de deconcentratie, privaat-publieke vormen, verlengd decentraal bestuur etc. Sommige van die verbanden kennen rechtstreeks gekozen volksvertegenwoordigingen, andere niet. Indien politieke keuzevrijheid de invalshoek is, ligt een taaktoedeling aan gemeenten en provincies in de rede. Is dat niet of minder het geval dan kunnen functioneel bestuur, deconcentratie of verlengd decentraal bestuur in beeld komen.
Aan de hand van dit en andere criteria worden in andere Europese landen de taken over de diverse bestuursvormen verdeeld en je zou mogen verwachten dat ook dit in Nederland gebeurt. Het tegendeel is het geval. We doen maar wat. Er is geen begin van een gedachte over een zekere basisordening. Vakdepartementen voeren regeerakkoorden uit en zijn in het geheel niet geïnteresseerd in onderliggende bestuurlijke keuzes. Het ministerie van Binnenlandse Zaken is knock-out. En zo kan het gebeuren dat zware jeugdzorgdossiers op het bord van 400 gemeenten belanden zonder dat iemand de vraag heeft gesteld of die bestuurslaag daar wel het meest geschikt voor is en of politisering van jeugdzorg door gemeenteraden een wenselijke eindbeeld oplevert. Uit totale onmacht wordt dan vrijwel altijd gegrepen naar incidentele opschaling en komen dergelijke dossiers terecht in de sfeer van de regio waar iedere vorm bestuurlijke hechtheid en democratische ordening ontbreekt. De regio heeft een slecht aanzien en ondertussen is er sprake van een optuiging van de regio die zijn weerga niet kent. We staan er bij, kijken er naar en niemand doet wat. Pieter Broertjes hekelt – in zekere zin als buitenstaander – deze verbijsterende werkwijze.
De komende maanden worden miljarden euro’s overgeboekt naar de Nederlandse gemeenten in het kader van de decentralisatie. Lokale bestuurders en raadsleden zijn er straks op aanspreekbaar, maar wie goed kijkt – en dat doet Broertjes – ziet dat het gros van de bestuurlijke verantwoordelijkheden op het bovenlokale niveau is belegd. Zijn voorstel is dan ook om de grote lappendeken van samenwerkingsverbanden in een ‘big bang’ op te ruimen en roept op tot een totaal hernieuwde taaktoedeling tussen nationaal, provinciaal en lokaal. Het pad van de gemeenten moet volgens Broertjes worden verbreed. Met een kapmes, zoals dat in de jungle ook gaat. Het evenwicht tussen democratische politiek en doelmatig bestuur moet worden hersteld.
En min of meer als conclusie: ‘We moeten terug naar een bestuursstelsel waarin zichtbare en herkenbare mensen als ambtsdragers op een herkenbare wijze het verschil maken in een transparant systeem waarbinnen volstrekt duidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is en hoe je als burger bij die verantwoordelijke ambtsdragers aan boord komt. Dat is nu niet zo.’ Waarvan acte. Broertjes heeft helemaal gelijk. Wie zet de oproep tot revolte van Broertjes verder voort?
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.