Het gelijk van burgemeester Baas
Mag een burgemeester de vergadering van een fractie bezoeken en daar informatie geven over de juridische dimensies van een collegevoorstel? Kan hier strijd ontstaan met de gedragscode voor bestuurders?
Deze kwestie speelde recent in de gemeente Enkhuizen. Een meerderheid van de raad steunde uiteindelijk de burgemeester; een grote raadsminderheid stelde zich uiterst kritisch op door een motie van afkeuring tegen de burgemeester in te dienen en te steunen. Hoewel deze motie met negen tegen zeven werd verworpen, is er over en weer schade ontstaan en is het van belang om nog eens te bezien of het betreffende gedrag van burgemeester Jan Baas onder de werking van de gedragscode kan worden gebracht.
De kwestie ging over een Sociaal Medisch Centrum. De gemeente is eigenaar van het pand, maar besloot eigendom, beheer en exploitatie van het Sociaal Medisch Centrum aan de markt over te laten. Via een zogenaamde 'biedingsprocedure' werd een marktpartij geselecteerd. De gemeenteraad van Enkhuizen had in een besluit de randvoorwaarden geformuleerd waaraan de aanbiedingen moesten voldoen. Het college ontwikkelde vervolgens afwegingscriteria, alsmede daarbij behorende wegingsfactoren en paste deze toe. Er bleven uiteindelijk twee biedingen over. Beide voldeden niet op alle punten aan de gestelde eisen, maar er was meer dan voldoende aanknopingspunt om te kiezen voor een van de bieders.
Bij de voorbereiding van dit raadsbesluit ontstond discussie over enkele politieke aspecten, maar vooral ook over diverse juridisch dimensies, toegespitst op de vraag of er schadeplichten zouden kunnen ontstaan indien alsnog van bieder zou worden veranderd. Een van de collegefracties nodigde de burgemeester uit om nog eens uit te leggen hoe men tegen de ingewikkelde juridische dimensies aan zou kunnen kijken. Normaal zou men de eigen wethouder hierop hebben bevraagd, maar omdat deze niet aanwezig was, kreeg de burgemeester een uitnodiging. Deze verklaarde zich bereid, maar wel onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat alleen uitleg zou worden gegeven met betrekking tot de complexe juridische aspecten van het geval; de burgemeester wilde uiteraard niet betrokken worden in de politieke afwegingen die ook door deze fractie gemaakt moesten worden.
Toen echter bekend werd dat de burgemeester de betreffende fractievergadering had bezocht, oordeelde een aanzienlijke raadsminderheid in de gemeenteraad van Enkhuizen meteen en zonder hoor en wederhoor dat de burgemeester de gedragscode voor bestuurders met voeten had getreden en de schijn van partijdigheid zou hebben gewekt. Nu de burgemeester bovendien weigerde zijn leven in de toekomst te beteren, werd een motie van afkeuring tegen hem ingediend omdat er een breuk zou zijn ontstaan in de vertrouwensrelatie tussen burgemeester en raad. Vastgesteld moet worden dat de raadsminderheid in deze casus enkele merkwaardige denkfouten heeft gemaakt.
In de eerste plaats is er geen enkel wettelijk aanknopingspunt voor de stelling dat een burgemeester over de gehele linie onpartijdig moet zijn. Waar de burgemeester afzonderlijk bestuursorgaan is - maar ook als voorzitter en lid van het college kan een burgemeester wel degelijk politieke posities innemen en deze verdedigen. Er is geen enkele wettelijke belemmering op dat punt. Zoals ook wethouders in eigen en andere fracties op verzoek hun positie kunnen verdedigen, is dat ook aan een burgemeester toegestaan.
Omdat de burgemeester echter ook voorzitter is van de raad, is het wijs en verstandig hier terughoudend mee om te gaan - immers de positie en het gezag van de raadsvoorzitter vereisen een zekere neutraliteit -, maar als een burgemeester hier in bepaalde dossiers van wil afwijken dan is er geen enkel wettelijk beletsel. In het onderhavige geval was echter niet eens sprake van een politieke positiebepaling; burgemeester Jan Baas stelde uitdrukkelijk als voorwaarde dat het alleen over de juridische dimensies zou mogen gaan. De burgemeester van Enkhuizen was dus voorzichtiger dan nodig is.
De gedragscode voor bestuurders kan derhalve op geen enkel manier op deze casus worden toegepast. Burgemeester Baas had dan ook volkomen gelijk in zijn weigering om te beloven in de toekomst anders te handelen en voor de raadsminderheid in Enkhuizen resteert een uiterst blamerend optreden.
Prof. mr. Douwe Jan Elzinga Hoogleraar Staatsrecht, RU Groningen
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.