Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

'Het gaat mij niet om het baantje'

Wie Eindhoven zegt, zegt Philips. Het concern was decennialang het cement in de Eindhovense samenleving. Rob van Gijzel, de nieuwe burgemeester, zoekt nieuwe wegen om 'zijn' stad te binden.

04 april 2008

Rob van Gijzel zit op de sofa in de woonkamer van zijn statige huis aan de Leeuweriklaan. Het regent. De straat, gelegen in een villawijk op een steenworp afstand van het centrum van Eindhoven, is verlaten. Over een paar dagen is zijn installatie als burgemeester, na een referendumstrijd in zijn voordeel te hebben beslecht. Van Gijzel erkent dat hij een thuiswedstrijd speelde.

 

'Ik ken hier elk gangetje, elk straatje. We zijn een Eindhovense familie. Mijn opa zat in 1932 als één van de eerste SDAP'ers in de raad. Mijnheer pastoor kwam bij mijn oma langs en zei: "U moet van uw man af!" Zij weigerde daaraan gehoor te geven met als gevolg dat ze haar familie nooit meer heeft gezien. Het was de tijd van de verzuiling. Mensen mochten niet over de stoep lopen voor het huis van mijn opa. Op de avond dat mijn voordracht voor het burgemeesterschap werd bekrachtigd, belde mijn tante: "Je opa zou glimmen in zijn graf, zo geweldig zou hij dit vinden".'

 

Verhuizing

 

'Als je hier in de tuin staat te werken, maakt iedereen die voorbijkomt een praatje. Daar hoef je in Den Haag niet om te komen. Het tempo is hier anders dan in het westen. Tijdens mijn Kamerlidmaatschap hebben mijn vrouw en ik onszelf regelmatig de vraag gesteld of we niet terug zouden willen naar Eindhoven. De familie woont hier, ik heb er tot mijn 23ste gewoond, ik heb mijn vrouw er leren kennen. Onmiddellijk na mijn vertrek uit de Tweede Kamer hebben we besloten om terug te gaan. Dat was nog voordat Martijn van Dam, de toenmalige PvdA-fractievoorzitter in de Eindhovense gemeenteraad en huidig Tweede Kamerlid, belde of ik beschikbaar was voor het wethouderschap.'

 

'De verhuizing naar Eindhoven was ook heel goed omdat ik na 12,5 jaar Kamerlid te zijn geweest en vooral door de manier waarop ik ben vertrokken (een conflict met fractievoorzitter Ad Melkert, red.) een nieuwe start moest maken. Anders blijf je maar omkijken. Ik ben wel, twee dagen nadat ik uit de Kamer ben vertrokken, weer teruggegaan naar Melkert. Dat was goed.'

 

'Eindhoven is mijn stad. Nadat ik in 2003 in Eindhoven als nummer twee op de voordracht van de gemeenteraad kwam en dus geen burgemeester werd, ben ik elders vaak gevraagd om te solliciteren. Soms vanuit de partij (de PvdA, red.), soms uit grotere gemeenten. Ik heb dat niet gedaan. Ik wil graag een klik hebben met de stad waar ik burgemeester word. Eindhoven en in mindere mate Amsterdam, waar ik twintig jaar heb gewoond, zijn de twee enige steden waarmee ik echt zo'n klik heb. Ik wil niet zo maar ergens burgemeester worden. Het gaat mij niet om het baantje, maar om de stad.'

 

'Eindhoven is een bijzondere stad. Als je kijkt naar de eerste veertig jaren van de vorige eeuw nadat Philips zich hier had gevestigd, zijn er honderdduizend mensen bijgekomen, elke tien jaar twintigduizend. Dat zijn er tweeduizend per jaar. Dat is heel veel voor een kleine gemeenschap. En dan doen wij nu moeilijk over wat er Nederland binnenkomt.... Serieus, hier zijn nooit noemenswaardige sociale problemen geweest. Deze stad is een voorbeeld hoe goede integratie tot stand kan komen. Neem de mensen die toen uit Drenthe naar Eindhoven kwamen. Voor hen was dat toen net zo'n grote stap als voor mensen die nu vanuit andere landen uit de Europese Unie naar Nederland komen. Philips bood werk, sport en voorzieningen, waardoor de aanpassing heel snel ging. En Anton Philips deed het op eigen kracht, hij regelde het allemaal zelf. Hij zei: "Met de overheid kost het te veel tijd".'

 

Rotterdam

 

'Mijn zorg is dat Eindhoven niet dezelfde fout maakt als Rotterdam. Die stad was vooral in de jaren tachtig booming. Economisch ging het de stad voor de wind. Zij hebben het daar vooral gezocht, en nog steeds, in het stapelen van containers - zie de aanleg van de Betuwelijn en de Tweede Maasvlakte, maar het lijkt wel of ze vergeten zijn om die welvaart ook om te zetten in welzijn in de wijken. Kijk bijvoorbeeld naar Spangen, Schiemond en Charlois. Eindhoven is net als Rotterdam met een zeer gehavende binnenstad de oorlog uitgekomen. Daarom gaat het om een drieslag: economische groei, binnenstedelijke ontwikkeling en versterking van de wijken. Ik zie in Eindhoven net als elders in Nederland de armoede ook toenemen, ondanks tien jaar economische voorspoed. Op die tegenstelling moeten we alert zijn.'

 

'Het lastige punt is: hoe zorg je voor maatschappelijke betrokkenheid van burgers en vooral jongeren. Ik constateer een hunkering naar geborgenheid. Maar tegelijkertijd zie je dat actief burgerschap aan zowel de onderkant als de bovenkant van de samenleving verschraalt. Misschien gaat het aan de bovenkant op dat punt nog wel harder. In Den Haag mis ik de aandacht voor dit probleem. De politiek moet die samenhang organiseren, debatteren over het gebrek daaraan. Nee, het gaat niet om maakbaarheid, de samenleving organiseert zich sowieso. Het gaat erom hoe we bijvoorbeeld Marokkaanse jongeren aan onze samenleving binden. We moeten tot nieuwe vormen komen. We moeten oppassen dat we hier niet de kant van Amerika op gaan: die van een volstrekt gefragmenteerde maatschappij.'

 

'Philips zorgde in de vorige eeuw voor het cement in de samenleving van Eindhoven, nu moet de gemeente die rol oppakken, samen met de woningcorporaties en de welzijnsorganisaties. Ja, ik kijk met bewondering naar hoe Philips de mensen hier wist te binden, hoewel er ook op een aantal elementen forse kritiek te leveren was. Philips was een maatschappelijke onderneming-avant-la-lettre, de trots van de stad. Cor Boonstra heeft er, toen hij als Philips-president het hoofdkantoor naar Amsterdam verplaatste, te veel met Angelsaksische ogen naar gekeken. Hij heeft dat ook nog slecht gedaan, want als hij echt goed vanuit het perspectief van globalisering had gekeken, had hij het hoofdkantoor naar de City of Londen moeten verplaatsen. Enfin, een bedrijf moet natuurlijk winst maken, maar het gaat óók om continuïteit. Binding dus. Als het goed gaat is er niets aan de hand, maar als het slecht gaat laten mensen een bedrijf dat minder waarde hecht aan maatschappelijk ondernemen veel eerder vallen. Dat heeft Boonstra nooit begrepen.'

 

'Na het vertrek van het hoofdkantoor van Philips is hier het geslagen gat zeer voortvarend opgevuld. De regio Eindhoven behoort tot de drie toptechnologische regio's van Europa. Vanuit het rijk wordt de Rotterdamse haven als de tweede trekker van onze economie beschouwd, maar het is de regio Eindhoven die na Amsterdam de grootste bijdrage aan de nationale economie levert: de helft van de octrooien en patenten wordt hier aangevraagd, veertig procent van research and development zit hier, we concurreren met onze High Tech Campus met Silicon Valley, Bangalore, Helsinki en Grenoble. Wij hebben in dat opzicht de Nederlandse economie een onvoorstelbaar sterke pijler voor de toekomst te bieden. Maar wil je in die concurrentiestrijd mee kunnen blijven doen, dan moet je investeren.'

 

'De regio Eindhoven is een gebied van nationaal economisch belang. Den Haag zou dat voluit mee vorm moeten geven. Waarom is hier bijvoorbeeld geen rijksmuseum of een grote luchthaven? We hebben de status van Brainport. Naast status zou financiële en beleidsmatige medeverantwoordelijkheid vanuit de rijksoverheid voor alle partijen een absolute win-winsituatie opleveren.'

 

'Daar is politiek en bestuurlijk lobbywerk voor nodig. Eindhoven moet naar Den Haag en omgekeerd. Ik was een tijdje terug in Den Haag op een afscheidsreceptie van een minister. Toen ik om mij heen keek, zag ik dat ik de enige Eindhovenaar was. Dat moeten wij ons aantrekken. Het ontbreekt hier aan het hebben van een netwerk in Den Haag. Ik zat in Amsterdam, daar kwam je alle dag wel iemand tegen, een topambtenaar of een politicus. Die tref je hier in Eindhoven niet. Wij maken geen onderdeel uit van het nationaal politiek-bestuurlijke netwerk.'

 

Den Haag

 

'Ik ga een programma maken zodat Eindhoven naar Den Haag gaat en Den Haag Eindhoven ontdekt. Ik heb er ook wel eens met Eef Brouwers (voormalig hoofddirecteur van de Rijksvoorlichtingsdienst, woonachtig in Eindhoven, red.) over gesproken. Je zou bijvoorbeeld samen met de Bestuursacademie high potentials uit bedrijfsleven en de ambtenarij bij elkaar kunnen brengen, een programma opzetten waardoor ze de weg leren kennen in Den Haag en Amsterdam. Meelopen binnen VNO-NCW, naar departementen maar ook de Tweede Kamer. Kennis uitwisselen en contacten opdoen.'

 

'Toen ik net Kamerlid was, heb ik minister Maij gevraagd of ik stage mocht lopen op het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dat verzoek is zelfs in de ministerraad besproken, er moest een protocol worden opgesteld, maar ik heb twee weken op het departement rondgelopen. Sindsdien kan ik rechtstreeks contact opnemen met de topambtenaren, omdat je ze kent. Een paar van zulke dagen kan al heel goed werken.' 3

 

'Wat me voor ogen staat is hoe het overleg over de omgeving van Schiphol of de Zuidas is georganiseerd. Bij Schiphol komt elke maand een club onder voorzitterschap van Hans Alders (voormalig minister en oud-commissaris der koningin, red.) bij elkaar met de president-directeur van Schiphol, bewoners, de wethouder van Amsterdam en twee directeuren-generaal van het ministerie om te vergaderen hoe dat en dat probleem op te lossen. Zo'n soort overleg moet er ook rondom de regio Eindhoven worden opgezet, waarbij het doel is tot een structuurvisie te komen hoe op het gebied van technologie de wereldtop te halen.'

 

Rob van Gijzel

 

Rob van Gijzel (Eindhoven, 29 juni 1954) wordt op 7 april geïnstalleerd als burgemeester in zijn geboortestad. Hij won op 23 januari een wegens te lage opkomst ongeldig burgemeestersreferendum van zijn partijgenoot Leen Verbeek, burgemeester van Purmerend. Na het echec in Eindhoven wordt het burgemeestersreferendum door het kabinet afgeschaft. Van Gijzel stond in 2003 tweede op de voordracht van het Eindhovense burgemeesterschap. De raad gaf toen de voorkeur aan Alexander Sakkers.

 

Ruim twaalf jaar was Rob van Gijzel een spraakmakend lid van de Tweede Kamer. Hij werd vooral bekend als de 'Bijlmer-boy' omdat hij pleitte voor een diepgravend onderzoek naar het neerstorten van een El Al-vliegtuig in 1992 in de Amsterdamse Bijlmer. Van Gijzel kreeg als PvdA-woordvoerder alleen steun van zijn fractiegenoot Oudkerk voor een motie van afkeuring tegen verantwoordelijk minister Borst. Later voerde hij een lobby voor een onderzoek naar de fraude bij de aanbesteding van grote bouwprojecten, maar kwam daarover in botsing met PvdA-fractievoorzitter Ad Melkert die hem zijn woordvoerderschap in de bouwfraude-affaire ontnam. Gevreesd werd dat Van Gijzel vergaande politieke consequenties wenste te verbinden aan het niet vervolgen van bouwondernemers. Kort daarop verliet hij eind 2001 de Tweede Kamer.

 

Van Gijzel was de afgelopen vijf jaren samen met zijn vrouw mede-eigenaar en zakelijk leider van adviesbureau Politeia. De PvdA'er had als Kamerlid de reputatie van tegellichter. Als burgemeester gooit hij het over een andere boeg. 'Ik wil graag inspiratie losmaken en partijen bijeenbrengen.'

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie