Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Handelen in natuur

De ongekende uitbreiding van ’s lands infrastructuur gaat ten koste van veel natuur. Dit natuurverlies moet gecompenseerd. En dan kun je er maar beter het beste van maken, zeggen natuurorganisaties. ‘Maar het is een treurigstemmende koehandel.’

12 november 2010

VanAnaarBeter levert de automobilist wegafsluitingen, files en ergernis op, maar uiteindelijk moet ‘s lands wegennet een zaligheid worden. Voor dat nieuwe rijgenot wijkt wel permanent groen en worden vogels en landdieren verjaagd. Dat mag als er voor de talloze wegen- en andere infrastructurele projecten van Rijkswaterstaat geen alternatieve trajecten zijn en deze van ‘groot openbaar nut’ zijn. En dat vindt de politiek van de Tweede Maasvlakte, de verdieping van de Westerschelde, de vernieuwde A73, de verlengde A4 Delft-Schiedam of de randweg van Eindhoven. De verloren natuur dient door Rijkswaterstaat wél gecompenseerd te worden door nieuwe natuurgebieden aan te leggen of oude gebieden te verbeteren (zie kader ‘Natuurcompensatie’ op deze pagina).

 

Over de beschadiging van de natuur als gevolg van de verlenging van de A4 tussen Delft en Schiedam wordt al bijna 50 jaar gebakkeleid, maar eind volgend jaar begint Rijkswaterstaat toch echt met de aanleg van de 7 kilometer snelweg. ‘Maar er is meer’, roept de provincie Zuid-Holland trots in de glanzende folder die eind vorige maand in een oplage van 170 duizend exemplaren in buurgemeenten van Delft en Schiedam huis-aan-huis werd verspreid.

 

Oude tuinkassen verdwijnen, er komen ruiter- en kanoroutes, op het tunneldak van de A4 wordt straks gevoetbald en voor de ringslang komen er ecopassages over de A4 en de A13 en één onder de Schie. En er komt 100 hectare nieuwe natuur bij. Over 5 jaar is alles klaar. Het staat niet in de folder, maar dan is wel een deel van de vogels naar het Oude Land van Strijen in de Hoeksche Waard verhuisd. Het lukt Rijkswaterstaat namelijk niet om alle vogels voor Midden- Delfland te behouden.

 

Niet bekaaid

 

Natuurmonumenten kan niet enthousiast zijn over de aanleg van de verlengde A4, maar gelukkig komt de natuur er niet bekaaid vanaf, zegt beleidsmedewerker Toine Cooijmans. Cooijmans: ‘Voor de wettelijk verplichte natuurcompensatie koop je weinig. Het enige wat je kunt zeggen is dat de natuur er dan niet slechter van wordt. Het bijzondere van de natuurafspraken over de verlengde A4 is dat veel méér wordt gedaan voor natuur en landschap dan de wet vereist. Daarom hebben wij het bestuurlijk convenant ook ondertekend. Het gaat dan om 100 hectare extra natuur in Midden-Delfland, 250 hectare zwaar agrarisch natuurbeheer om iets voor weidevogels te kunnen betekenen en de aanleg van het breedste ecoduct in Nederland.’

 

Dat wil niet zeggen dat Natuurmonumenten staat te juichen bij het tracébesluit dat tot 24 november ter inzage ligt. Cooijmans: ‘Het gekke is dat er veel extra wordt gedaan voor de natuur, maar dat de wettelijk verplichte natuurcompensatie onvoldoende is veiliggesteld. Aanvankelijk zou de minimaal vereiste natuurcompensatie ergens in de Hoeksche Waard worden gerealiseerd. Dat is gek, want als je de extra natuurcompensatie wel in Midden-Delfland uitvoert dan ga je toch niet 20 kilometer verderop de wettelijke compensatie uitvoeren? Rijkswaterstaat is op zijn schreden teruggekeerd maar heeft die compensatie niet juridisch veiliggesteld. We willen een betrouwbare gesprekspartner zijn en dus zullen we als ondertekenaar van het convenant over de A4 de weg zelf niet meer bestrijden, maar die wettelijke compensatie is voor ons wel een keihard punt’.

 

Omdat meer voor de natuur wordt gedaan dan strikt noodzakelijk, heeft Natuurmonumenten zich ook achter het compensatieprogramma voor de aanleg van de Tweede Maasvlakte geschaard. Zo wordt 750 hectare natuur- en recreatiegebied rond Rotterdam gerealiseerd, hoewel dat formeel geen natuurcompensatie is maar onderdeel van de Mainportontwikkeling Rotterdam.

 

Het grootste natuurcompensatieproject in Nederland is de inrichting van een bodembeschermingsgebied van 25 duizend hectare om de schade van de aanleg van de Tweede Maasvlakte goed te maken. Dit bodembeschermingsgebied voor de kust van Voorne- Putten, Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland wordt een rustgebied voor vogels en zeehonden. Dit jaar is ook de compensatie-inrichting van het nieuwe duingebied ‘Spanjaardsduin’ tussen Hoek van Holland en ‘s-Gravenzande afgerond.

 

De zeeschepen die straks bij de Tweede Maasvlakte afmeren, gaan namelijk voor een enorme uitstoot van stikstof zorgen. De nabijgelegen duinen van Voorne sterven daardoor niet af. Integendeel, oor de stikstof die met regen in de grond terechtkomt, groeien ze in rap tempo vol met struweel en bossen. Hierdoor verdwijnen schaarse open terreinen zoals stuifduinen en duinvalleien. En dus moest noordelijk het 35 hectare grote ‘Spanjaardsduin’ verrijzen, uitbesteed door Rijkswaterstaat en beheerd door Het Zuid-Hollands Landschap.

 

Schaamlap

 

Voor projectleider natuurontwikkeling van Zuid-Hollands Landschap Jan van Dijk, is de komst van de Tweede Maasvlakte een geluk bij een ongeluk. Van Dijk: ‘Zonder de Tweede Maasvlakte was het nieuwe duingebied tussen Hoek van Holland en ‘s-Gravenzande er nooit gekomen. Sommige dingen houd je ook niet tegen. Daarvoor zijn de maatschappelijke belangen te groot. Als alle procedures zorgvuldig zijn doorlopen, moet je er het beste van maken. Je ziet wél vaak dat de schadeveroorzakende ontwikkeling wordt uitgevoerd, terwijl de natuurcompensatie niet van de grond komt. Het is daarom cruciaal dat ze gelijktijdig worden uitgevoerd.’

 

Volgens Van Dijk is dat met de nieuwe duinen goed gelukt. ‘Het duingebied is uniek omdat het slechts gedeeltelijk is aangelegd. De natuur doet het meeste werk. Dat doet de natuur trouwens ook beter dan wij. Wij kijken toe hoe uit het niets planten gaan groeien. Het duurt nog 15 jaar voordat de duinen volgroeid zijn, maar razendsnel verscheen de zeeraket. De zandhagedis zit er ook al. Er ontstaan duinvalleien en verstuivingsgebieden. Straks groeien er plantensoorten als de stijveogentroost en hopt de rugstreeppad er rond. De kluut en visdief gaan ook komen. Die vogelsoorten zijn zeldzaam want ze broeden uitsluitend in kale grond en die plekken zijn er nog maar weinig.’

 

Bescherming voor de zeehonden, ruimte voor de visdief en de stijveogentroost klinkt fraai, maar de aanleg van de Tweede Maasvlakte is en blijft voor Hein-Anton van der Heijden, docent politicologie aan de Universiteit van Amsterdam, een afschrikwekkend voorbeeld van vernietiging van de natuur ten behoeve van economische groei. De haven van Rotterdam wordt in 2013 immers 20 procent groter.

 

De overeengekomen natuurcompensatie noemt hij een schaamlap. Van der Heijden is van mening dat natuurcompensatie vaak als excuus gebruikt wordt om de natuur te vernietigen ten behoeve van economische groei: ‘Natuurcompensatie moet de aantasting van de natuur aanvaardbaar maken, terwijl uit allerlei studies blijkt dat lang niet alle natuurcompensatie de duurzaamheid voldoende bevordert. Het is wisselgeld in de onderhandelingen met de milieuorganisaties. Je kan spreken van een schaamlap. Er wordt gehandeld in natuur; als de natuurbeweging, akkoord gaat met de Tweede Maasvlakte, dan stelt het Rijk daar zoveel hectare nieuwe natuur tegenover, zo gaat het vaak. Aan die koehandel doet iedereen mee.

 

Koehandel

 

De Zeeuws-Vlaamse Hedwigepolder is in de ogen van Van der Heijden nog zo’n schaamlap. Nederland en België kwamen in 2005 overeen om bij wijze van natuurcompensatie van de verdieping van de vaargeul van de Westerschelde voor de haven van Antwerpen, de dijken in deze polder bij het Verdronken Land van Saeftinghe door te steken.

 

Een commissie onder leiding van ex-minister Ed Nijpels (VVD) kwam in 2008 tot de slotsom dat deze vorm van natuurcompensatie de goedkoopste en effectiefste was. Niettemin wees toenmalig minister van Landbouw Gerda Verburg (CDA) onder politieke druk vorig jaar de ontpoldering af, waarna het kabinet in april koos voor de aanleg van schorren aan de oevers van de Westerschelde. Zeeland blij, maar een paar maanden later besloot het kabinet tóch om de Hedwigepolder onder water te zetten.

 

Deze week kondigde CDA-staatssecretaris Henk Bleker (Natuur) ‘snel onderzoek’ aan om uit te vinden of er toch niet een alternatief is voor het in Zeeland zo verafschuwde onder water zetten van goede landbouwgrond. En zo kunnen de Zeeuwen weer een half jaar langer hoop koesteren.

 

De ‘treurigstemmende koehandel’ rond de Hedwigepolder geeft aan dat natuurcompensatie een ‘speeltje van cynische machtspolitici en amorele milieugroeperingen is geworden’, meent universitair docent Van der Heijden. ‘Politiek en natuurbeweging hebben misschien verschillende belangen, maar ze hanteren wel hetzelfde instrument. Waarom pas je bijvoorbeeld de rivier aan de schepen aan en niet de schepen aan de rivier?’ Dat gebeurde nadat groot verzet was gerezen tegen de uitdieping van de Donau in Duitsland, Oostenrijk en Hongarije. ‘Zo’n oplossing zou recht doen aan de waarde van het natuurgebied en richting geven aan slimme economische groei. Bij goede natuurcompensatie wordt serieus rekening gehouden met de rol en de mening van de bewoners van het gebied’.

 

Het is volgens Van der Heijden logisch dat politici kiezen voor een paar rijstroken meer of een nieuwe haven, maar milieugroepen moeten hun waarden niet zo snel verkwanselen. Van der Heijden: ‘De milieugroeperingen laten zich bewust meezuigen in de redenering van de machtspolitici. Voor hen is de natuur ook een ruilmiddel waarmee gemarchandeerd kan worden.’

 

Toine Cooijmans van Natuurmonumenten reageert als door een wesp gestoken. Cooijmans: ‘Wij bekijken per situatie wat het minst slecht is voor de natuur. Zo gaan wij niet akkoord met nóg een nieuwe weg door Delfland, de Blankenburgtunnel. Die weg is op geen enkele wijze in te passen of te compenseren. En als Van der Heijden zegt dat de natuur in de Hedwigepolder wordt vernietigd, mag ik hem er dan op wijzen dat het gebied nu bestaat uit intensieve landbouwgrond?’

 

Buurlanden

 

Natuurcompensatie mag dan volgens universitair docent Van der Heijden handelswaar zijn, het is wèl een wettelijk nationale en internationale verplichting, aldus Janneke Vader van LEI, het kennisinstituut op het gebied van voedsel, landbouw en groene ruimte (Wageningen Universiteit) in Den Haag. Dat wil niet zeggen dat er altijd werk van wordt gemaakt. Vader onderzocht 3 jaar geleden op verzoek van het toenmalig ministerie van LNV de natuurcompensatie in onze buurlanden omdat de natuurcompensatie in eigen land niet zonder problemen verliep.

 

Vader: ‘De VROM-Inspectie had geconstateerd dat de uitvoering van natuurcompensatie soms geheel achterwege bleef door de hoge kosten, omdat geen geschikte locaties konden worden gevonden, de compensatieregeling te complex was, of omdat te weinig werd gecontroleerd. Om de handhaving en controle te vergemakkelijken, hebben we toen voorgesteld om de overheden privaatrechtelijke overeenkomsten met elkaar te laten sluiten die juridisch afgedwongen kunnen worden. Nu merk je dat overheden wel afspraken met elkaar maken, maar door tijd- en geldgebrek onvoldoende controleren en handhaven.’

 

De onderzoekster vreest dat gemeenten en provincies door de bezuinigen en de introductie van nieuwe taken vanuit Den Haag de komende jaren nog minder aan controle en handhaving zullen doen: ‘En dat terwijl natuurcompensatie zich inmiddels in het beleid heeft genesteld.’ Volgens Vader heeft dat een tijdje geduurd omdat het wettelijk kader onduidelijk was. Pas in 2005 werd de Natuurbeschermingswet van 1998 in overeenstemming gebracht met de Europese Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. ‘Al die tijd werd lacherig gedaan over het feit dat rekening gehouden moest worden met een aantal vleermuizen.

 

Nu zit dat tussen de oren van bestuurders. Het hoort zo, of je wilt of niet, maar het blijft moeilijk voor met name de decentrale overheden. Daarom is het goed dat het Nationaal Groenfonds een natuurcompensatieloket wil ontwikkelen waar vraag en aanbod, en handhaving samen kunnen komen.’

 

Overheden kunnen bij zo’n loket virtueel grond aanbieden die ze geschikt vinden voor natuurcompensatie. Of ze kunnen geld storten dat ze wettelijk verplicht zijn uit te geven aan natuurcompensatie omdat ze woningen bouwen, maar waarvoor ze geen geschikte compensatiebestemming kunnen vinden.

 

Natuurontwikkeling, onder het kabinet Rutte ondergebracht bij het nieuwe ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I), staat onder druk meent Vader. Het Rijk betaalt niet meer mee aan de ontwikkeling van robuuste verbindingen in het landschap tussen de natuurgebieden. En het programma Recreatie om de Stad om bestaande recreatiegebieden aantrekkelijker te maken, is geschrapt. ‘Er gaan miljoenen bezuinigd worden op natuurontwikkeling. Natuurcompensatie zal het wel overleven, want dat ligt vast in wetten en internationaal kan Nederland er ook niet omheen. Maar het zou weleens afgelopen kunnen zijn met extra’s als natuur- en recreatieontwikkeling bij de Tweede Maasvlakte en de verlengde A4.’

 

Natuurcompensatie
Als door stedelijke ontwikkeling of aanleg van infrastructuur natuur significant wordt geschaad, moet deze schade met behulp van een compensatieplan worden hersteld. Pas als er geen alternatieven voor het project beschikbaar zijn die minder schadelijke effecten voor de natuur hebben en als er geen verzachtende maatregelen mogelijk zijn, mag natuurcompensatie worden toegepast. De hoofdlijnen voor het vaststellen van natuurwaarden zijn neergelegd in het Structuurschema Groene Ruimte (1993). Daarnaast dient de Europese Habitaten Vogelrichtlijn gevolgd te worden. Deze richtlijnen zijn opgenomen in de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Het door Rijkswaterstaat te volgen wettelijke traject is vastgelegd in de Tracéwet. Deze wet is dit jaar gewijzigd om versneld infrastructurele projecten te kunnen uitvoeren. Aanleiding was de uitspraak van de Raad van State in 2007 dat de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat onvoldoende had aangetoond dat de aanleg van extra rijstroken op de A4 bij Leiden voldeed aan de kwaliteitsregels.

 

‘Compensatie voortaan in Ecologische Hoofdstructuur’
CDA-Kamerlid Ger Koopmans wil dat de verplichte natuurcompensatie anders wordt geregeld. Dat zei hij maandag tijdens een debat in de Tweede Kamer over de aangekondigde bezuinigingen op natuur. Koopmans wil niet meer her en der kleine stukjes natuur, hij ziet de verplichte compensatie (zie kader op pagina 9) liever binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) gebeuren, die daar ook profijt van heeft. De EHS is een samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen belangrijke natuurgebieden in Nederland en moet aansluiten op ecologische verbindingszones in het buitenland.

 

Eerder ontstond ophef toen Henk Bleker, CDA-staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, meldde dat het Rijk stopt met de financiering van de verwerving van gronden voor robuuste verbindingszones die gebieden van de EHS - opgebouwd uit kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en verbindingszones - met elkaar moeten verbinden. De term EHS werd in 1990 geïntroduceerd, in 1995 werden de doelsoorten en de natuurdoeltypen gedefinieerd, die in 2000 waren doorgevoerd in alle provinciale plannen. De einddatum voor het hele programma staat op 2018.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Maat
Verdiepen nee wel remmers weghalen ja
en hoger en meer water naar Antwerpen en grensstreek
verzuipen in Antwerpen straks ja
vogels zitten die op 15 meters diepte ?
waar zit het verstand
Advertentie