Grote meerderheid wil provincie houden
Een grote meerderheid van de Nederlanders (73 procent) vindt dat de provincie moet blijven bestaan. Dit blijkt uit een enquête die door TNS Nipo in opdracht van Binnenlands Bestuur is uitgevoerd onder de Nederlandse bevolking.
De inwoners van Friesland en Zeeland (beide 83 procent) zijn de ferventste voorstanders van het voortbestaan van hun provincie. Flevolanders en Zuid-Hollanders hebben het minste met hun provincie, al spreekt ook hier een grote meerderheid (69 procent) zich uit voor de eigen provincie.
Uit de enquête blijkt dat de Zeeuwse commissaris van de koningin Karla Peijs de bekendste provinciaal bestuurder is. Utrechter Roel Robbertsen is onder de inwoners in de eigen provincie de onbekendste commissaris.
Lees het hele artikel hier.
Vanuit de schoolbanken zijn wij reeds gevoed met het bestaan van 'onze' provincies. Maar wat de provincie daadwerkelijk doet en wie in de provincie waar aan bijdraagt, is bij het grote gros van de inwoners totaal onbekend.
Dus enige nuancering hierbij is zeker op zijn plaats.
Er is op zich niets mis met de provincie als geografisch element van een land. Zo ligt het Autotron ook nog steeds in Rosmalen, terwijl het bestuurlijk in Den Bosch ligt.
Het gaat erom dat we nu eens echt durven inzetten op ontdubbeling van taken en uitdunning van bestuurslagen. In Denemarken hebben ze deze stap aangedurfd, zijn er meer taken dichter bij de inwoners terecht gekomen, doordat deze van de 'oude' provincie overgeheveld zijn naar de gemeente (zij het wel dat ook vele gemeentes gefuseerd zijn tot grotere gemeentes).
Het vergt durf en vooruitstrevend denken, maar Nederland zal moeten groeien naar een horizontaler georganiseerd bestuur wil het zijn positie ten opzichte van zijn inwoners en de Unie, waar zij onderdeel vanuit maakt, kunnen versterken.