Werkdruk nekt menig wethouder
In de afgelopen collegeperiode haakte meer dan de helft van de wethouders vroegtijdig af. Het jaarlijkse onderzoek naar vallende wethouders.
De signalen zijn duidelijk: steeds vaker stoppen wethouders om gezondheidsredenen. En niets wijst erop dat het in de nieuwe collegeperiode anders gaat, want een recordaantal nieuw gestarte wethouders haakte om mentale of fysieke redenen al tijdelijk of definitief af.
Zestien nieuwbenoemde wethouders die in de eerste paar maanden van de nieuwe collegeperiode 2022-2026 om gezondheidsredenen afhaken, lijkt geen aantal om van achterover te vallen. Toch mag dat aantal niet worden gebagatelliseerd. Nooit eerder gooiden zo snel zoveel nieuwbenoemde wethouders bij de aanvang van de nieuwe collegeperiode om gezondheidsredenen het bijltje erbij neer.
Een handvol zelfs stopte al in de eerste honderd dagen. Wie de cijfers uit het Wethoudersonderzoek 2022 dat De Collegetafel uitvoerde in opdracht van Binnenlands Bestuur vergelijkt met de start van eerdere collegeperioden – toen er meer wethouders waren – ziet dat er sprake is van een verdubbeling.
Bovendien is er nog een tweede reden tot zorg. Het aantal wethouders dat in de afgelopen vier jaar om gezondheidsredenen tijdelijk of definitief tussentijds afhaakte, is ook verdubbeld. In vier jaar tijd haakten 88 wethouders om gezondheidsredenen af. Dat is een recordaantal in vergelijking met vorige collegeperioden, toen er ook nog eens – omdat er meer gemeenten waren – meer wethouders waren.
De hoge werkdruk, de (social) mediadruk en de vereiste fitheid van de wethouder om vier jaar lang 24 uur per dag 7 dagen per week een topprestatie te leveren, is steeds meer een aandachtspunt. Of daar bij de selectie van de nieuwe wethouders bij de vorming van nieuwe colleges voldoende rekening mee is gehouden, valt gezien het recordaantal nieuwe wethouders dat om gezondheidsredenen is afgehaakt, te betwijfelen.
Wie de gezondheidscijfers van vertrekkende wethouders in het perspectief beschouwt van alle collegeperioden sinds 2022, ziet nog een derde argument voor bezorgdheid. Gemiddeld genomen haakt ruim vijf procent van de wethouders af om gezondheidsredenen. In de afgelopen collegeperiode 2018-2022 kwam dat percentage op meer dan tien (!) procent uit. Alleen al in de periode 2006-2010 waren er ook meer wethouders dan gebruikelijk die om gezondheidsredenen afhaakten. Dat was toen vooral om burn-outverschijnselen. De oorzaken zijn nu uiteenlopend, treffen veel meer wethouders en hebben vooral te maken met de aanslag die het wethouderschap vormt op de mentale en fysieke gezondheid van wethouders.
Omgangsvormen
Een nieuwe ontwikkeling is dat er in de start van de nieuwe collegeperiode 2022-2026 evenzoveel wethouders tijdelijk of definitief om gezondheidsredenen onderuit zijn gegaan als vanwege een politieke vertrouwensbreuk. Politieke verhoudingen en omgangsvormen spelen trouwens een rol in de stijging van het aantal wethouders dat om gezondheidsredenen afhaakt. Uit eerdere wethoudersonderzoeken is gebleken dat het argument om vanwege gezondheids- of persoonlijke redenen – dat aantal is ook gestegen – af te haken, ook een nette manier kan zijn om te ontkomen aan een politieke vertrouwensbreuk.
Wethouders zijn de nieuwe collegeperiode begonnen, tegen de achtergrond dat de voorbije periode 2018-2022 opvallende uitkomsten opleverde als het gaat om het vroegtijdig en tussentijds afhaken van wethouders. De belangrijkste conclusie: het is niet meer vanzelfsprekend om het wethouderschap tot het einde van de rit uit te zitten. Het aantal wethouders dat in de periode 2018-2022 tussentijds vertrok en afhaakte is hoger dan ooit, zo blijkt uit de nadere analyse van het Wethoudersonderzoek 2018-2022 dat DeCollegetafel voor Binnenlands Bestuur uitvoerde.
In de afgelopen collegeperiode haakte meer dan de helft van de wethouders vroegtijdig af
Voor het eerst sinds de invoering van het dualisme twintig jaar geleden haakte meer dan de helft van de wethouders (55 procent) vroegtijdig af. De belangrijkste verklaring is het fors stijgend aantal wethouders dan om gezondheidsredenen en om persoonlijke redenen afhaakte. Daarnaast kozen 134 wethouders – meer dan ooit tevoren, het record was 102 in de periode 2014-2018 – voor een andere functie. Het burgemeesterschap was voor 44 wethouders een interessante volgende stap.
Opvallend is echter dat in vergelijking met vroeger veel meer wethouders de overstap maakten naar een andere politieke functie, zoals het wethouderschap elders, lid van de Tweede Kamer of gedeputeerde, maar ook naar een andere zakelijke functie, buiten de felle schijnwerpers van de lokale democratie. Kort na de invoering van het dualisme durfde slechts een handvol wethouders voortijdig de overstap te maken naar een andere functie. De afgelopen collegeperiode toont dat het heel normaal is geworden om het wethouderschap niet tot het einde van de rit uit te zitten, maar de kans te grijpen om vanuit het wethouderschap over te stappen naar een andere functie.
Politieke natuurwet
Een tweede opvallende uitkomst bij dat recordaantal van tussentijds vertrokken wethouders in de periode 2018-2022 is dat het aantal wethouders dat vanwege een politieke vertrouwensbreuk tussen de wielen komt, stabiel is gebleven. Opnieuw werden 320 wethouders geconfronteerd met een tijdelijke of definitieve politieke vertrouwensbreuk. Het lijkt bijna een politieke natuurwet, maar opnieuw komt het aandeel politiek gevallen wethouders daarmee voor de vierde collegeperiode op rij uit op 21 procent.
Die uitkomst is frappant omdat de afgelopen collegeperiode een ander patroon liet zien. Terwijl het gebruikelijk was dat het tweede volledige collegejaar de meeste politieke valpartijen gaf te zien, was er in de afgelopen periode sprake van een verschuiving. De piek in het aantal politieke valpartijen werd al in bereikt in 2019, het eerste volledige collegejaar van de afgelopen periode. De nadere analyse van de politieke valpartijen geeft daarvoor ook de verklaring. Het aantal wethouders dat in de periode 2018-2022 ten val kwam vanwege eigen falen of gebrekkig functioneren is veel kleiner dan voorheen. Het zijn vooral politiek verstoorde verhoudingen en breuken in de coalitie die de politieke vertrouwensbreuken veroorzaken. En dat dit al in het eerste volledige jaar gebeurde, had alles te maken, zo moet achteraf worden vastgesteld, met de te snel en te ondoordacht uitgevoerde collegevorming in 2018.
Wethouders van lokale partijen kwamen het meeste ten val. De lokale partijen waren in 2018, zoals opnieuw in 2022, de grote winnaar van de raadsverkiezingen. Zij trokken als grote winnaar veel meer dan voorheen aan de touwtjes en kregen de meeste wethouders. Het is dan niet gek dat zeker in absolute cijfers de meeste politiek ten val gekomen wethouders lid zijn van een lokale partij. Maar verhoudingsgewijs vielen wethouders van lokale partijen niet vaker dan die van andere grote partijen, zoals D66, VVD en ChristenUnie. Wethouders van GroenLinks, ook een winnaar in 2018, kwamen verhoudingsgewijs het vaakst ten val in de periode 2018-2022.
Lokale VVD
Terug naar de start van de huidige collegeperiode. Ook al gaat het om een klein aantal politiek gevallen wethouders, ook dit keer blijken verstoorde verhoudingen en coalitiebreuken de belangrijkste valfactor. In Dijk en Waard, Leusden en Wassenaar kwamen coalities ten val vanwege forse meningsverschillen over de hoogte van de ozb en de uitvoering van de energietransitie. In deze drie gemeenten was het telkens de lokale afdeling van regeringspartij VVD die in conflict kwam met de regerende meerderheid van lokale partijen.
De inzet telkens: het nemen van bestuurlijke verantwoordelijkheid betekent toegeven op standpunten, zoals aanpassing van de ozb en toch windmolens plaatsen ook al wil je dat niet. In deze drie gemeenten komt de breuk ook snel na de collegevorming. Of dat een voorbode is van een groot aantal politieke valpartijen in het eerste volledige collegejaar, zoals in het begin van de vorige collegeperiode, moet in 2023 blijken.
Verantwoording
Het Wethoudersonderzoek 2022 en de analyse Wethoudersonderzoek 2018-2022 is uitgevoerd door DeCollegetafel in opdracht van Binnenlands Bestuur. De gegevens zijn verzameld op basis van publicaties op websites van (regionale) dagbladen, nieuwsmedia, politieke partijen en alle gemeenten. Voor meer informatie, zie: www.decollegetafel.nl
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.