Gemeenten vooral actief op papier
Het naar voren halen van projecten en investeringen door gemeenten en provincies is nooit echt op gang gekomen. ‘Dat is misschien maar goed ook’, zegt Mark Roscam Abbing. ‘De grootste zorg nu is de begroting.’
Decentrale overheden, daartoe aangespoord door toenmalig premier Balkenende, wilden vorig en dit jaar op grote schaal anti-cyclisch beleid gaan voeren door een versnelling van de investeringsagenda. Plannen die uitvoeringsklaar op de plank lagen, zouden naar voren worden gehaald. Ruim honderd gemeenten meldden Den Haag in februari 2009 hun concrete ambities om de haperende economie aan te jagen.
De plannen op de groslijst varieerden van het maken van een bruisend dorpshart in Loon op Zand tot de herstructurering van het sportveldencomplex in Borne. De inventarisatie van al die naar voren gehaalde plannen liepen op tot een bedrag van 2 miljard euro. Het blijkt er volgens Mark Roscam Abbing, hoofd conjunctuur en collectieve sector van het Centraal Planbureau, ook op rijksniveau maar mondjesmaat van gekomen.
‘Actief beleid is slechts in beperkte mate gevoerd. Van het naar voren halen van investeringen is, voor zover we kunnen zien, maar weinig sprake. Eerder valt te constateren dat er veel uitstel en vertraging in de uitvoering is geweest. Hierover schreven we ook in het Centraal Economisch Plan: in 2009 geplande maatregelen zijn doorgeschoven naar 2010’, zegt hij.
Een aloud gegeven. ‘Het duurt altijd lang voordat plannen worden geïmplementeerd. Dat is een van de redenen waarom het CPB begin vorig jaar ook waarschuwde: je kunt besluiten en masse fietspaden aan te leggen, maar je loopt het risico dat ze pas daadwerkelijk tot uitvoering komen op het moment dat de economie weer aantrekt. Ja, als een crisis jarenlang aanhoudt, is zo’n beleid zinvol. Maar je weet op voorhand nooit met wat voor crisis je van doen hebt, dat kunnen we helaas niet goed voorspellen’, zegt hij.
Ook daarom zette hij in 2009 vraagtekens bij al te veel actief stimuleringsbeleid. Zijn devies aan het adres van de gemeenten in 2009 was om de crisis maar gewoon uit te zitten. Door de daling van de inkomsten uit belastingen of grondtransacties in eerste instantie te accepteren, heeft de overheid de grootste klappen van de crisis al opgevangen. Eén op de vier gemeenten meende desalniettemin de crisis actief te moeten bestrijden. Dat er in werkelijkheid uiteindelijk niet zoveel plannen naar voren zijn gehaald, is volgens Roscam Abbing om twee redenen misschien niet zo erg.
‘De economische neergang was dieper en heftiger dan we dachten. De overheden in Europa hebben die klap opgevangen door tal van stimuleringsmaatregelen, waarvan Nederland sterk profiteerde. Bovendien heeft de door ons voorspelde stijging van de werkloosheid zich niet voorgedaan. Intussen zien we dat dit jaar de herstelfase van de economie is aangebroken’, zegt de CPB-econoom, verwijzend naar de sterke toename van de wereldhandel.
Slechtere saldo's
De tweede reden waarom het maar goed is dat decentrale overheden er niet in zijn geslaagd alle investeringen naar voren te halen, is dat de kaarten inmiddels anders liggen. ‘De begrotingssaldo’s zijn verslechterd. Meer dan de economie is dat het probleem nu, voor zowel het Rijk als de gemeenten.
'Er zal moeten worden bezuinigd om die begrotingen op orde te krijgen. Het Rijk kampt met teruglopende belastinginkomsten, gemeenten worstelen met lagere opbrengsten uit de grondverkoop. Daarnaast krijgen ze minder geld van het Rijk; als Den Haag bezuinigt, gaan gemeenten volgens afspraak immers mee de trap af. Ook voor hen komen er zware klappen aan.’
Gulle overheid: hand op de knip
Extra overheidsbestedingen hebben in tijden van economische crisis minder effect op investeringen van bedrijven en particulieren dan in een situatie van stabiele groei. Dat is de conclusie van CPB-onderzoek door Peter Broer en Jürgen Antony.
In de vorige week verschenen studie The Financial and the Real Sector of the Economy constateren ze dat extra overheidsbestedingen wel leiden tot meer vraag naar producten, maar dat bedrijven als gevolg van de extra inkomsten daaruit niet meer gaan investeren. Ze blijven in tijden van financiële crises, net als gezinnen, de hand op de knip houden. De onderliggende onzekerheid over de economie blijkt niet te worden weggenomen door extra overheidsbestedingen.
‘Daarmee zeggen we niet dat overheidsbestedingen geen zin of geen nut hebben’, zegt Broer. ‘Ze renderen alleen beter in financieel betere tijden. Tijdens crises is het vliegwieleffect minder groot.’ De effecten van financiële crises blijken langer door te werken dan de gevolgen van een ‘normale’ recessie.
Belangrijkste oorzaken zijn de aantasting van de vermogenspositie van banken en van de kredietwaardigheid van bedrijven en gezinnen. Financiële crises leiden tot grote onzekerheid over de economische groei, waardoor bedrijven investeringsprojecten uitstellen en gezinnen geld gaan oppotten.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.