Weg met ondernemers!
Juist in tijden van economische crisis moeten gemeenten kijken hoe ze ondernemers van dienst kunnen zijn in plaats van processen op de voorgrond te zetten die ondernemers hinderen, meent Basile Lemaire.
Het jaarverslag 2012 van de Nationale Ombudsman liegt er niet om: de overheid is te ingewikkeld, te bureaucratisch en mist inlevingsvermogen. Ambtenaren snappen zelf niets meer van de wet- en regelgeving. In de media gaat de aandacht voor het verslag vooral uit naar de manier waarop de overheid burgers behandelt: als burgerservicenummer in plaats van als mens.
Maar de ombudsman richt zijn zorg ook op een andere groep: de ondernemers. Regelgeving is niet meer aan ondernemers uit te leggen, zo laat het verslag lezen. Een paar tenenkrommende voorbeelden laten zien dat het daar soms niet bij blijft. “Er vindt richting ondernemers intimidatiegedrag plaats.”
Ik herken dit wel. Zo kreeg ik voor mijn onderneming twee maal dezelfde aanslag van de belastingdienst. De tweede, foutieve aanslag betaalde ik niet en schriftelijk wees ik de belastingdienst op haar vergissing. Enige tijd later ontving ik een boete over de foutieve aanslag. Na veel schrijven en bellen werd de fout erkend en de foutieve aanslag ingetrokken. De boete moest echter gewoon betaald worden, per slot van rekening had ik de (nogmaals: foutieve) aanslag niet op tijd betaald.
De constatering van de ombudsman is zorgwekkend, zeker in tijden van crisis waarin juist ondernemers kunnen zorgen voor innovatie, groei en werkgelegenheid. In plaats van de strop verder aan te trekken, zouden overheden moeten kijken hoe ze ondernemers kunnen ondersteunen. Dat vraagt van overheden, zowel van bestuurders als van ambtenaren, om ondernemers te vertrouwen en positief te benaderen.
En dat gebeurt dus niet altijd. Gelukkig zijn er overheden die hun verantwoordelijkheid nemen. Zo heeft de gemeente Breda, in samenwerking met lokale ondernemers, onderzoek laten verrichten naar de eigen dienstverlening. In dit onderzoek werd de dienstverleningsketen van buiten naar binnen gevolgd.
Uit het onderzoek kwamen interessante bevindingen naar voren: het schort aan adequate en tijdige communicatie, proces en norm prevaleren boven het belang van de ondernemer, ambtenaren zeggen op voorhand ‘nee’ en kijken vooral waarom iets níet kan. Er lijkt sprake te zijn van onverschilligheid onder ambtenaren ten opzichte van ondernemers. Volgens onderzoeker Mathé Bögels gaat het vooral om houding en gedrag van ambtenaren en hun leiding. “Ik vind het opvallend dat ze dat opvallend vonden”, zegt hij daarover in een lokale krant.
De gemeente Breda heeft met haar initiatief wél de hand in eigen boezem gestoken. Dat verdient erkenning, en voor andere overheden: navolging. Maar overheden zouden nog een stap verder mogen gaan. De bevindingen van de ombudsman en de gemeente Breda gaan vooral over de kwaliteit van de bestaande dienstverlening. De vervolgvraag gaat mijns inziens over de dienstverlening zelf: op welke manier kunnen overheden ondernemers ondersteunen in deze zware tijden?
Mijn advies aan overheden is: vraag het de ondernemers zelf. Pak een uitdraai van de Kamer van Koophandel en kijk welke ondernemingen de laatste twee jaar gestopt zijn. Nodig ze uit en vraag waarom ze met hun onderneming gestopt zijn. En vooral: wat had de gemeente kunnen doen om dat te voorkomen? Zo krijgen overheden een beter beeld wat men nog meer kan doen om ondernemers actief te ondersteunen. Daarmee bereikt u dat u niet alleen goed uw diensten levert, maar dat u ook de goede diensten levert.
Basile Lemaire is bestuurskundige en auteur van het zojuist verschenen boek “Ballen (m/v) op het blok: succesgericht veranderen binnen overheden”
Recht voor z;n raap. H. Okken.
Drenthe.