Geen terugkeer Hart voor Den Haag in coalitie
Wel vraagt de raad met spoed om nieuwe wetgeving voor partijfinancieringen.
Er is nog geen zicht op de terugkeer van de lokale partij Hart voor Den Haag in de coalitie van Den Haag. Dat is een slotsom na een tweede debat in de Haagse gemeenteraad over de rechterlijke vrijspraak van corruptie van de twee voormalige Haagse wethouders Richard de Mos en Rachid Guernaoui.
Zij moesten bijna vier jaar geleden als wethouders hun portefeuilles neerleggen nadat het Openbaar Ministerie hen in oktober 2019 in staat van beschuldiging stelde. Ondanks dat werd Hart voor Den Haag ook in 2022 met negen zetels weer de grootste partij van de raad. D66, GroenLinks en PvdA echter wilden, hangende het onderzoek, niet meer met Hart voor Den Haag samenwerken.
Geen 'aanschuifvariant'
Na zijn vrijspraak eind april deed fractievoorzitter Richard de Mos in een motie het voorstel voor een 'aanschuifvariant'. Hij wilde zijn partij laten 'aanschuiven' aan de collegetafel, zonder een verdere verandering van het bestuur. Maar alleen de eenmansfractie van Forum voor Democratie stemde hier donderdag mee in.
Coalitiepartij Partij van de Arbeid motiveerde haar afwijzing van deze motie bij monde van fractievoorzitter Janneke Holman: 'De PvdA heeft altijd gezegd dat samenwerken met Hart voor Den Haag moeilijk is, omdat we politiek ver uit elkaar staan, omdat de politieke stijl erg verschilt en we een rechts college niet aan een meerderheid gaan helpen. Op dat punt staan we nog steeds.'
Wel een gespreksleider
Wel komt er een onafhankelijke gespreksleider, op voorstel van Partij voor de Dieren. Deze zal gesprekken tussen de partijen leiden over onder meer het geschade onderlinge vertrouwen in de Haagse gemeenteraad, de samenstelling van het college en de transparantie rond de financiering van de Haagse partijen.
Die partijfinanciering is het grote pijnpunt van de rechtszaak. Die draaide om de totale donatie van 100.659,33 euro aan de partij van De Mos en Guernaoui door vijf Haagse ondernemers, waaronder twee mensen uit de horeca, twee projectontwikkelaars en een vastgoedbeheerder. Volgens het OM had de partij in ruil voor deze donaties diensten geleverd en was er sprake van 'passieve ambtelijke omkoping', 'schending van het ambtsgeheim' en 'lidmaatschap van een criminele organisatie'. De Rotterdamse rechtbank was het daar echter niet mee eens.
Regels voor partijdonaties
'Als je een les wilt trekken', had Richard de Mos al voorafgaand aan de rechtszaak gezegd, 'dan zullen we moeten zorgen dat er een goede regel komt voor het aannemen van donaties: dat landelijke politieke partijen en lokale politieke partijen beiden subsidie krijgen, en niet zoals nu alleen de landelijke partijen. Ieder jaar worden miljoenen verdeeld over de landelijke partijen, onder andere voor de opleiding van het kader. Ik moet al mijn mensen zelf opleiden, want wij krijgen niks. Dat is gek als je in een stad als Den Haag wilt concurreren met landelijke partijen als de VVD en D66. Met een lege campagnepot lukt dat niet, dus moeten we gelden ophalen bij de plaatselijke bakker, slager of zalencentrum.'
Zet het OM door?
Unaniem aangenomen donderdag is een motie van VVD en Hart voor Den Haag met de oproep aan het kabinet de noodzakelijke wetgeving met spoed te regelen. Een andere aangenomen motie van de VVD gaat over het hoger beroep dat het Openbaar Ministerie heeft aangekondigd. De motie eist uiterlijk 4 juni duidelijkheid of het OM dat hoger beroep doorzet.
Dat spreekt niet voor zich. Het OM stelde weliswaar snel na de vrijspraak eind april een hoger beroep in, maar dat was om genoeg tijd te hebben de uitspraak te bestuderen. 'Het gaat om een complexe strafzaak met maatschappelijke impact, dit vraagt om een zorgvuldige afweging ten aanzien van het hoger beroep', was de verklaring. 'Hiervoor heeft het OM meer tijd nodig.'
Lage opkomst verkiezingen
Bij de Haagse gemeenteverkiezingen van 2022 kwam niet meer dan 43,03 procent van de kiesgerechtigden opdagen. Het landelijk gemiddelde was ook laag: 51 procent. Bovendien deden andere grote gemeenten het nog slechter dan Den Haag, zoals Rotterdam (39 procent) en Almere (40 procent). Toch schrok het Haagse bestuur en is een duale werkgroep ingesteld, met vertegenwoordigers van zowel het college als de raad, om een oplossing te vinden voor de matige betrokkenheid bij de Haagse gemeentepolitiek. Burgemeester Jan van Zanen is lid van deze werkgroep. 'Beschamend laag', noemde hij de opkomst ook donderdag weer.
De Mos wilde van de burgemeester weten wat het effect op de kiezersopkomst zal zijn als zijn partij alsnog buiten de coalitie blijft, ondanks de vrijspraak. Maar Van Zanen weigerde zijn neutrale positie als burgervader te verlaten. 'U zult het mij niet euvel duiden dat ik als voorzitter van de raad en en als burgemeester van alle 45 raadsleden mij niet uitlaat en zeg wat ik daarvan vind.'
'Ik kan niet uw probleem oplossen'
Ook suggesties van het CDA en de PvdA dat hij als burgemeester een leidende rol kan spelen in het herstel van het onderlinge vertrouwen in de raad wierp hij van zich. 'Ik ga hier niet knollen voor citroenen verkopen', merkte hij op. 'Karakterologisch ben ik van de verbinding, maar ik zou tegen u willen zeggen: begin bij jezelf. De verbinding begint hier in de raad: zorg ervoor dat er een uitslag van de beraadslagingen komt waarmee we verder kunnen. Ik kan niet uw probleem oplossen. Ik ga niet over de samenstelling van het college. Daar gaat ú over.'
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.