Geen extra maatregelen voor meer vrouwelijke burgemeesters
Een nieuw kabinet hoeft geen extra maatregelen te nemen om meer vrouwelijke burgemeesters te krijgen, vinden CDA, PvdA en VVD
Het voorkeursbeleid van ex-minister van Binnenlandse Zaken Guusje ter Horst (PvdA) om meer vrouwelijke burgemeesters te benoemen, heeft nauwelijks e ect gehad. Door het inzetten van ‘talentscouts’ moesten er meer vrouwelijke burgemeesterskandidaten komen. Ook werd de commissarissen van de koningin verzocht een stimulerende rol te spelen.
In de periode van Ter Horst (februari 2007 tot het vertrek van de PvdA uit het kabinet-Balkenende op 20 februari 2010) werden 127 burgemeesters benoemd, waarvan 25,2 procent vrouwen. Van de voorgangers van deze burgemeesters was 24,4 procent vrouw. Per saldo een stijging van 0,8 procent.
CDA, PvdA en VVD, die het allemaal belangrijk zeggen te vinden dat er meer vrouwelijke burgemeesters komen, zien geen aanleiding voor extra maatregelen. Jan Schinkelshoek (CDA): ‘Achterstanden haal je in via de weg van de geleidelijkheid door vrouwen te stimuleren te solliciteren.’ VVD-Kamerlid Willibrord van Beek: ‘Als we vrouwen een plezier willen doen, moet het eerst gaan om de kwaliteit en daarna pas om het geslacht, niet andersom.’
De PvdA dreigde eerder met quoteringsverplichtingen. Pierre Heijnen (PvdA): ‘3 jaar verder zeg ik dat dat erg ingrijpend zou zijn. Ik wil wel het gesprek met het nieuwe kabinet aan om een duidelijke doelstelling te formuleren.’
Stevig
De provincie Noord-Holland is, zo blijkt uit het onderzoek van Binnenlands Bestuur over de ministersperiode van Ter Horst, veruit het meest succesvol. Van de 22 benoemde burgemeesters twaalf mannen en tien vrouwen (55 om 45 procent). Utrecht en Groningen komen in de buurt met respectievelijk 43 en 38,5 procent vrouwelijke burgemeestersbenoemingen. Heijnen: ‘Het is de verdienste van de voormalige commissaris van Noord-Holland, Harry Borghouts (GroenLinks, red.) en zijn kabinetschef Ronald Wortelboer.
Noord-Holland heeft het aangedurfd vrouwen zonder burgemeesterservaring als waarnemend burgemeester te benoemen, zonder kieskeurig te zijn als het ging om de politieke kleur.’ SP-Kamerlid Ronald van Raak is tegen welke Haagse afspraken dan ook. ‘Ik zou zeggen: laat het dus over aan de lokale democratie.’ Provincies en politieke partijen klagen over het kleine aantal vrouwelijke sollicitanten op burgemeestersvacatures (zie ook ‘Kansloos in Zeeland, Drenthe en Zuid-Holland’ op pagina 7).
De PvdA hoopt op betere tijden. Heijnen: ‘De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat wij meer stevige mannelijke, dan vrouwelijke kandidaten hebben. Daarnaast heb je er ook mee te maken dat de vertrouwenscommissies overwegend met mannen bevolkt zijn. Dat reageert dus allemaal op elkaar. Ik denk wel dat wij meer vrouwelijke kandidaten krijgen. We hebben de afgelopen raadsperiode veel meer vrouwelijke wethouders gehad dan daarvoor. Daardoor krijg je vanzelf meer vrouwelijke burgemeesterskandidaten.’ Bestuurlijke ervaring als wethouder of burgemeester is onmisbaar om burgemeester te worden: ruim 40 procent van de benoemde burgemeesters heeft ervaring als burgemeester of waarnemend burgemeester. Bijna 30 procent was eerst wethouder.
Tijdens het bewind van PvdA-minister Ter Horst heeft het CDA de meeste burgemeesters binnengehaald (44 benoemingen). De christen- democraten zijn vooral in de kleinere gemeenten succesvol geweest.
Prettige bijkomstigheid is dat er een fors aantal jonge CDA-vrouwen bij zit, bijvoorbeeld Carla Breuer in Werkendam en Mirjam van ’t Veld in Maarssen. Schinkelshoek: ‘Wij hadden een inhaalslag te maken. Wij zaten op één vrouwelijke burgemeester op zeven posten. Wij zetten in op meer, want het burgemeesterskorps moet een evenwichtige afspiegeling zijn van mannen en vrouwen.’
De VVD stuurde onder Ter Horst de meeste sollicitatiebrieven en dat wierp het afgelopen jaar eindelijk zijn vruchten af met twaalf burgemeestersbenoemingen voor de liberalen. Van Beek: ‘Sinds de politieke kleur minder belangrijk is en er meer wordt geselecteerd op kwaliteit, haalt de VVD een betere score.’ Vóór 2001, toen het huidige systeem van benoeming met keuze door de raad en formele bekrachtiging door de Kroon werd ingevoerd, was het vrijwel vanzelfsprekend dat een gemeente altijd een burgemeester van dezelfde politieke kleur kreeg. In een kwart van de gevallen werd destijds daarom een voordracht van de raad door Den Haag overruled.
Het van politieke kleur verschieten van de burgemeester is daarom tegenwoordig veel gebruikelijker. Het is dan ook geen vanzelfsprekendheid dat een PvdA-minister automatisch veel PvdA-burgemeesters oplevert. Onder Ter Horst verloor de PvdA bijvoorbeeld acht burgemeestersposten aan het CDA maar won er omgekeerd zeven terug. De VVD, oppositiepartij in Den Haag, verloor er zeven aan het CDA, maar haalde er elders twaalf terug. De balans met de PvdA viel voor de VVD daarentegen ongunstiger uit; tegenover het verlies van tien posten aan een PvdA’er werden er elders vier teruggewonnen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.