Geen 'Keulen' in carnavalsbeleid

Carnaval staat weer voor de deur (7-9 februari). In Maastricht wordt de als jihadist uitgedoste carnavalsganger uit de optocht gehaald. In Heesch (Krullendonk) geen varkens meedoen in de optocht. En hoe staat het met de veiligheid? Moeten we Keulse toestanden vrezen? Burgemeester Jacques Niederer van carnavalsstad Roosendaal (Tullepetaonestad) over carnaval 2016.

Wordt het wel leuk?

‘Natuurlijk! Als er iets gebeurt in Keulen dan heeft iedereen het erover. Dat snap ik wel, maar we projecteren het buitenland nogal snel op onze eigen lokale situatie.  Ik ben zeker niet doof en blind voor wat om mij heen gebeurt, maar ik zit niet in de stand van: knop om en ‘Keulen’ opnemen in ons carnavalsbeleid in Roosendaal. Dat lijkt mij niet nodig. Er is hier gelukkig nooit wat aan de hand geweest tijdens carnaval en daarom heb ik geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat het nu anders zou zijn.’

Waarom?

‘Het carnaval in Roosendaal heeft een lange en rijke traditie. Er is een sterk sociaal mechanisme, een soort zelfcorrigerend vermogen van de Roosendalers die carnaval vieren. Dat mechanisme is niet in de eerste plaats gericht op elkaar, maar op de mensen van buiten de stad die hier carnaval komen vieren. Zij worden geacht zich te voegen naar de lokale tradities en mores van het Roosendaalse carnaval. Als overheid hoef je je daar niet mee te bemoeien; liever niet zelfs. Dat zit in de mensen zelf. Met zo’n mensenmassa die dag en nacht in de cafés en op straat op sjouw is, gebeurt op het gebied van openbare orde en veiligheid naar verhouding echt ontzettend weinig. Het is hier in menig weekeinde onrustiger dan tijdens het carnaval.’

Niet bevreesd voor Keulse toestanden?

‘Carnaval is een volkscultuur met zijn eigen lokale normen en waarden. Wat doe je wel en wat doe je niet. Dat wordt van generatie op generatie doorgegeven en zit in het DNA van de Roosendalers. Iemand van ‘boven de Moerdijk’ die zich hier wil laten vollopen en in de billen van de Roosendaalse meisjes denkt te kunnen knijpen of al te vrijpostig wordt naar een meisje dat niet van hem is, komt van een koude kermis thuis. Dat is snel afgelopen. Het sociale mechanisme zegt: beste jongen, je bent welkom in Roosendaal, maar je blijft wel van anderen af. Dat regelen de carnavalsvierders wel. Dat onderling aanspreken helpt veel beter dan interventie door een heuse politieagent.’

Ook geen plan voor wat als….?

‘We hebben onze reguliere plannen en onze reguliere politie-inzet. Natuurlijk hebben we in Roosendaal een calamiteitenplan met het stichtingsbestuur van de carnavalsvereniging, de horeca en de politie. Dat hebben we ieder jaar. Dus ook nu. Over de optocht, crowd control, de buitentaps om de druk in de cafés te verminderen, dat soort dingen. Dat gaat ieder jaar goed. De gebeurtenissen in Keulen en het vluchtelingendebat nopen mij niet om extra voorzieningen te treffen of nieuwe plannen te maken. We doen niets extra’s of indringender. Het moet wel leuk blijven, en dat wordt het ook. Geen paniek dus; kom gerust naar Roosendaal!’