Advertentie

Geen aangifteplicht bij informatie-lekken

De burgemeester van Deventer heeft aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie (OM) omdat er mogelijk is gelekt uit de gemeenteraad. Het dagblad De Stentor maakte bekend dat Deventer aast op het WK tijdrijden voor merkenteams. Dat aangifte werd gedaan, is begrijpelijk. In hetzelfde dagblad meldde de Nijmeegse hoogleraar Sackers dat er voor burgemeesters bij een vermoeden van een informatielek een aangifteplicht bestaat. 

26 oktober 2018

Op het eerste oog lijkt dat voort te vloeien uit het wetboek van Strafrecht, maar toch heeft de collega het bij het verkeerde eind. Deze aangifteplicht geldt niet voor een schending van de geheimhouding door raadsleden, Statenleden en ook niet voor Kamerleden.

Ook op nationaal niveau wordt met regelmaat geheime informatie gelekt. Zo zijn de Prinsjesdagstukken de afgelopen jaren altijd voortijdig beschikbaar. Een commissie-De Wijckerslooth stelde – nadat het PvdA-Tweede Kamerlid Paul Tang was betrapt – in 2009 vast dat het stelsel van aangifte en vervolging op nationaal niveau zo krakkemikkig in elkaar steekt dat er in de praktijk van aangifte en vervolging geen sprake kan zijn. En van een aangifteplicht is al in het geheel geen sprake. Dit werd later bevestigd door een commissie onder voorzitterschap van het toenmalige Kamerlid Carola Schouten, die een lek uit de zogenaamde commissie-‘Stiekem’ onderzocht.

Ook voor provincie en gemeente is en moet er voor de burgemeester en de commissaris van de koning afwegingsruimte zijn om wel of niet tot aangifte over te gaan. In de eerste plaats wordt dat veroorzaakt door de immuniteit van de decentrale volksvertegenwoordigers. Zij genieten gerechtelijke onvervolgbaarheid voor wat ze zeggen in en schrijven aan de volksvertegenwoordiging. Af en toe komt het voor dat onder bescherming van de immuniteit geheime informatie wordt gedeeld en in die gevallen heeft het voor de burgemeester geen enkele zin om aangifte doen.

Vervolgens is in veel gemeenten het onderscheid tussen vertrouwelijkheid en geheimhouding niet altijd even duidelijk. Diverse vormen van vertrouwelijkheid kunnen bij schending geen strijd met de wettelijke geheimhoudingsplicht opleveren en dan is de strafrechtelijke route van aangifte en vervolging uitgesloten. Tenslotte wordt de vraag of iets rijp is voor geheimhouding in hoge mate overgelaten aan de autonomie van het decentrale bestuur. In sommige gemeenten wordt nauwelijks met geheime informatie gewerkt, in andere gemeenten komt geheimhouding regelmatig voor. En in de laatste gevallen is niet altijd duidelijk of de gronden voor geheimhouding wel voldoende overtuigend zijn.

Het is goed dat met regelmaat schendingen van de geheimhoudingsplicht via aangifte de rechter bereiken, want op die manier kan deze plicht een serieuze waarborg blijven. Maar in het politiek- bestuurlijke circuit is het wel van belang om hier een afweging te maken. Een aangifteplicht bij ieder vermoeden van informatielekken is geheel onwerkbaar en zou ook het OM en de recherche vergaand ontwrichten. In veel gevallen liggen de daders op het kerkhof en is bewijsvoering moeilijk te leveren. Selectieve aangifte en vervolging in evidente gevallen is dus hier het parool en dat is ook de reden dat een wettelijke aangifteplicht uiterst ongewenst is.

Overigens is er wel alle aanleiding om het hele stelsel van vertrouwelijkheid en geheimhouding in de Gemeentewet en de Provinciewet nog eens goed te doordenken en op een moderne leest te schoeien. En vanwege de rechtsongelijkheid is het al helemaal onaanvaardbaar dat voor de landelijke verhoudingen een onmogelijk stelsel van aangifte en vervolging in stand wordt gehouden. 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie