Advertentie

Financiële compensatie of jackpot?

De Centrale Raad van Beroep is, als hoogste ambtenarenrechter, doorgaans niet erg royaal als het gaat om het toekennen van schadevergoedingen aan ambtenaren. Soms maakt de Raad echter een uitzondering. Dat was bijvoorbeeld het geval in de zaak van een P&O-adviseur van de TU Delft.

02 december 2010
De man had jarenlang als P&O-adviseur gewerkt, totdat er samenwerkingsproblemen ontstonden met zijn leidinggevende. Daarna had de man zijn eigen taken niet meer verricht, maar was hij op eigen initiatief andere werkzaamheden gaan verrichten. Na enkele jaren werd hij ingedeeld in de functie van medewerker arbeidsvoorwaarden, totdat die functie bij een reorganisatie verviel. De man werd herplaatsingskandidaat. Om zijn geschiktheid voor de functie van P&O-adviseur opnieuw te beoordelen, moest hij volgens zijn werkgever eerst een assessment ondergaan. De man weigerde dit, omdat hij al twee maal eerder op verzoek van zijn werkgever een assessment had ondergaan.

De TU Delft zag hierin aanleiding om de man te ontslaan. Volgens de TU was een onherstelbare impasse ontstaan. Ter compensatie van de gebeurtenissen die in het verleden hadden plaatsgevonden kende de TU aan de man bij het ontslag wel een bedrag toe van € 100.000,--. Ook werd aan de man, geboren in 1955, een garantie toegekend wat betreft zijn ontslaguitkering van € 100.000,--.

Een mooie regeling, zo zou je denken. Niettemin vecht de man zijn ontslag aan, en dat legt hem geen windeieren. De Raad erkent dat er een impasse was ontstaan, en daarmee een grond voor ontslag. De Raad is echter van oordeel dat de oorzaak van deze impasse vooral bij de werkgever ligt. De ambtenaar had zijn best gedaan om aan het werk te blijven, maar was daarin door zijn werkgever gefrustreerd. De werkgever had niet zo maar aan het eerdere assessment voorbij mogen gaan en had hem in elk geval weer tijdelijk in zijn oude functie van P&O-adviseur moeten plaatsen. De gang van zaken is voor de Raad aanleiding om bovenop de eerder toegekende € 100.000,-- nogmaals een bedrag van € 100.000,-- toe te kennen.

De Raad merkt uitdrukkelijk op dat het hier niet gaat om een volledige schadevergoeding, maar om een compensatie voor het aandeel van de werkgever in het ontstaan van de onwerkbare verhouding (TAR 2010, 35). Heel jammer is dat de Raad niet inzichtelijk maakt hoe hij aan het bedrag van € 100.000,-- is gekomen. Aanknopingspunten voor een berekening of formule ontbreken. Daarmee is duidelijk dat de werkgever die medeverantwoordelijk is voor het ontstaan van een ontslagsituatie financieel over de brug moet komen. Het zou echter de rechtszekerheid dienen als de Raad inzage gaf in de redenering die hij hanteert bij het begroten van de financiële compensatie. Zolang die transparantie ontbreekt blijft het in dit soort zaken de vraag of de jackpot zal vallen.


Anja Hoffmans
Advocaat bij Clingendael Advocaten

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie