Súdwest-Fryslân maakt integriteitsonderzoek openbaar
Ruim anderhalf jaar na dato is het integriteitsrapport van Necker van Naem over een (voorgenomen) vastgoedtransactie van de destijds gesneuvelde PvdA-wethouder Stella van Gent van de gemeente Súdwest-Fryslân dan toch door burgemeester Jannewietske de Vries openbaar gemaakt. Daar moest wel een gerechtelijke uitspraak aan te pas komen.
Ruim anderhalf jaar na dato is het integriteitsrapport van Necker van Naem over een (voorgenomen) vastgoedtransactie van de destijds gesneuvelde PvdA-wethouder Stella van Gent van de gemeente Súdwest-Fryslân dan toch door burgemeester Jannewietske de Vries openbaar gemaakt. Daar moest wel een gerechtelijke uitspraak aan te pas komen.
Reputatieschade
De overige wethouders van het toenmalige college zegden in november 2019 het vertrouwen op in Van Gent, waarna haar partij uit het college stapte en een paar maanden later werd vervangen door D66. Destijds concludeerde burgemeester De Vries dat de gemeente Súdwest-Fryslân door de hele kwestie ‘reputatieschade’ had opgelopen. Ze zei geprobeerd te hebben om ‘in dit college een vloer van veiligheid en vertrouwen te leggen’. ‘En dan is het moeilijk om te zien dat die vloer het niet overal meer houdt.’ Toch zei ze ook dat na het ontslag van Van Gent het integriteitsonderzoek dat door Necker van Naem werd uitgevoerd, nog wel relevant was. ‘Het gaat erom of de integriteit van het bestuur in het geding is geweest en wat we daarvan kunnen leren.’
Rechtbank
Niettemin hield De Vries publicatie van het rapport lange tijd tegen, ook nadat om openbaarmaking werd gevraagd via een Wob-verzoek. Het bezwaar tegen de afwijzing van de openbaarmaking werd door de burgemeester ongegrond verklaard. Nadat de eiser hiertegen beroep had ingesteld heeft de burgemeester verzocht om toepassing van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waardoor alleen de rechtbank van het rapport kennis kan nemen. De rechtbank Noord-Nederland achtte dit verzoek ‘gerechtvaardigd’ en kon door de toestemming van de eiser mede op grondslag van de inhoud van de stukken waarvan openbaarmaking is gevraagd uitspraak doen. Daarna heeft De Vries nog een verweerschrift ingediend.
Bescherming persoonlijke levenssfeer
De rechtbank komt tot de conclusie dat de gegevens over het beroepsmatig functioneren van de wethouder, de besluitvorming van het college en feiten omtrent het vaststellen van beleid gegevens zijn waarop de afwijzingsgrond vanwege bescherming van de persoonlijke levenssfeer in dit geval ‘niet aan de orde’ is. Alleen openbaarmaking van bijlage 3, waarin de zienswijze van wethouder Van Gent op het rapport is gegeven, kan naar oordeel van de rechtbank achterwege blijven. ‘De integrale weigering van openbaarmaking van het rapport door verweerder kan dan ook geen stand houden.’
Geen nadeel voor betrokkenen
Zelf vond burgemeester De Vries dat zowel de belangen van de wethouder als die van andere bij de vastgoedtransactie betrokken natuurlijke personen ‘evenredig kunnen worden benadeeld als zij het integriteitsrapport openbaar maakt’. Volgens de eiser had de burgemeester niet onderbouwd dat sprake is van onevenredige benadeling. De rechtbank gaat daarin mee: de burgemeester heeft ‘op geen enkele wijze inzichtelijk gemaakt waar het nadeel van de bij de vastgoedtransactie betrokken natuurlijke personen uit zou kunnen bestaan’. Ook daarom is het besluit onvoldoende gemotiveerd. Burgemeester De Vries heeft vervolgens besloten niet in hoger beroep te gaan en het rapport in zijn geheel openbaar te maken, dus inclusief de bijlage met de zienswijze van ex-wethouder Van Gent.
Pand kopen
Nu valt dus ook voor zowel de binnen- als de buitenwacht op te maken of de integriteit van het bestuur in het geding is geweest ‘en wat we daarvan kunnen leren’, zoals burgemeester De Vries het eerder verwoordde. Het integriteitsonderzoek naar Van Gent was destijds ingesteld vanwege een mogelijke belangenverstrengeling sinds zij het plan had opgevat een pand in het centrum van Sneek te kopen van haar voorganger in het college (Sjoerd Tolsma, PvdA), en wel samen met Harry de Wit, directeur van sociale werkvoorziening Empatec, om het daarna in twee appartementen op te splitsen. Van Gent zei destijds dat er geen sprake was van een liefdesrelatie tussen beiden. Wel zaten de werkvoorziening en andere werkbedrijven in haar portefeuille. Als zij begin november 2019 hun bod uitbrengen meldden De Wit en Van Gent dat bij de burgemeester en de gemeentesecretaris. Pas als Van Gent de overige collegeleden een dag later inlicht wordt besloten tot het integriteitsonderzoek, wat zij ook zelf wenste, om schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. Van Gent legt daarnaast haar taken voor Empatec en de overige werkbedrijven meteen neer.
Van Gent niet gesproken
Uit het onderzoeksrapport van Necker van Naem blijkt dat Van Gent, nadat het vertrouwen in haar was opgezegd door de overige wethouders, de ‘akkoordverklaring’ van Necker van Naem om de door Van Gent verstrekte (persoons)gegevens te mogen verwerken niet wil ondertekenen. Ze is het niet eens met de inhoud van de onderzoeksopdracht, hoe Necker van Naem die wilde uitvoeren en ook niet met het opdrachtgeverschap van de burgemeester. Het onderzoeksbureau besluit hierop Van Gent niet te interviewen voor het onderzoek en geen gebruik te maken van een eerder door haar aangeleverde tijdlijn. Wel is gesproken met burgemeester De Vries, de overige vier wethouders, vijf betrokken ambtenaren en met wethouders van andere gemeenten die deelnemen in de gemeenschappelijke regeling Fryslân-West. Van Gent krijgt de gelegenheid om haar zienswijze op het rapport te geven en maakt daar uitgebreid (tien kantjes) gebruik van.
'Onvoldoende zorgvuldig'
Necker van Naem concludeert dat Van Gent bij de (voorgenomen) aankoop van de woning onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld met het oog op het voorkomen van (de schijn van) belangenverstrengeling, ‘zowel op relationeel als financieel vlak’. ‘Vanuit het oogpunt van relationele en financiële kwetsbaarheid was het verstandig geweest als mevrouw Van Gent binnen de gemeente eerder melding had gemaakt van (het voornemen tot) het kopen van een woning. De gang van zaken nu heeft ertoe geleid dat er geen mogelijkheid was om vooraf de consequenties van deze aankoop en mogelijke passende beheersmaatregelen binnen het college te bespreken en af te wegen.’ Verder was er door het korte tijdsbestek tussen het ontstaan van het idee en het uitbrengen van het bod de schijn dat de contacten tussen Van Gent en De Wit verder gingen dan een ‘zakelijke, collegiale relatie’. ‘Het feit van het voornemen om gezamenlijk een woning aan te kopen om daarin allebei te wonen, is onvoldoende om aan te nemen dat er een meer dan oppervlakkige relatie is.’
Schijn belangenverstrengeling
In maart van dit jaar heeft de gemeenteraad van Súdwest-Fryslân ingestemd met het instellen van een raadsonderzoek naar Empatec, inclusief de relatie tussen Empatec en de gemeente Súdwest-Fryslân ‘om inzicht te krijgen in gemaakte afspraken, verantwoordelijkheden en het proces’. Dat onderzoek moet in december gereed zijn. Necker van Naem onderzocht al of persoonlijke belangen van Van Gent (schijnbaar) impact hebben gehad op de besluitvorming over Empatec sinds januari 2018 en de belangen van de gemeente hebben geschaad. Daar heeft het bureau geen concrete aanwijzingen voor gevonden. Wel kunnen de onderzoekers zich voorstellen dat bij betrokkenen twijfel is ontstaan over de inzet en behartiging van belangen van de gemeente door Van Gent, toen zij vernamen dat zij bezig was een huis te kopen met de directeur van Empatec. Dit, gecombineerd met het beeld dat Van Gent regelmatig terug moest komen op afspraken en de indruk dat zij niet altijd voldoende stevig en zakelijk was in haar optreden, maakte haar handelen ‘vatbaar voor de schijn van belangenverstrengeling’.
Afspraak geschonden
Verder heeft Van Gent bij het inwinnen van inlichtingen bij ambtenaren van de gemeente over het splitsen van woningen de ‘vigerende integriteitsregels’ niet geschonden, maar was het passender geweest om dergelijke vragen via een meer formele route te stellen, nadat de aanleiding voor het stellen van de vraag binnen de gemeente gemeld en bekend was, concludeert Necker van Naem. Bij het inlichten van betrokkenen binnen de gemeente en daarbuiten over de (voorgenomen) aankoop heeft Van Gent ‘onvoldoende integriteitsbewustzijn getoond’, vindt het onderzoeksbureau. Het was passender geweest als zij betrokkenen binnen de gemeente eerder had geïnformeerd. ‘En mag van haar verwacht worden dat zij afspraken die zij samen met de anderen in het college had gemaakt, over het informeren van externen, had opgevolgd.’ Van Gent had namelijk bestuurders van andere gemeenten uit de gemeenschappelijke regeling al geïnformeerd over het overdragen van haar portefeuille, terwijl binnen het college de dag ervoor was afgesproken dat later te doen, omdat afspraken daarover nog niet rond waren.
Eenzijdig
In haar zienswijze toont Van Gent zich kritisch op de werkwijze van Necker van Naem, evenals op de conclusies. Volgens haar is er geen afspraak gemaakt over het al dan niet informeren van externen en heeft zij die dus ook niet geschonden. Ze wijst erop dat als het onderzoeksbureau de stelling toch handhaaft de burgemeester dan ook de afspraak heeft geschonden, omdat die op dezelfde dag als Van Gent de voorzitter van de Raad van Commissarissen van Empatec heeft geïnformeerd, schrijft ze. Ze vindt het onjuist dat die voorzitter niet is ondervraagd, net zomin als de directeur van Empatec en de makelaar. Daardoor is het rapport volgens Van Gent ‘eenzijdig’.
Verantwoordelijkheid
Verder heeft de enthousiaste reactie van de burgemeester over de voorgenomen koop Van Gent het idee gegeven dat zij ‘correct en integer’ handelde. De houding en het gedrag van de burgemeester en de gemeentesecretaris hebben haar mening dat zij ‘bestuurlijk sensitief en integer’ heeft gehandeld bevestigd. Necker van Naem wijst erop dat Van Gent hiermee de verantwoordelijkheid voor haar handelen buiten haarzelf legt. ‘Dit terwijl een bestuurder in de eerste plaats zelf verantwoordelijk is.’
Reacties: 6
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.