Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

‘Uit de schaduw van Rutte’

Lokale bestuurders kunnen met de heropening van Nederland hun borst natmaken. Maar om te beginnen moeten ze als de wiedeweerga met elkaar werkafspraken en scenario’s maken om de versoepeling van de coronaregels lokaal handen en voeten te geven. ‘Ik merk dat bestuurders daarover nog steeds afwachtend zijn’, zegt Marco Zannoni, directeur van het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement.

15 mei 2020
Corona-social-distancing-shutterstock-1677600721.jpg

Het rijk vertrouwt de heropening van Nederland toe aan ‘s lands gemeenten. Lokale bestuurders zijn daar nog niet klaar voor, zegt COT-directeur Marco Zannoni. Gemeenten moeten direct afspraken met elkaar maken om lokale verschillen binnen de perken en uitlegbaar te houden

Er zullen steeds meer lokale keuzes worden gemaakt

Lokale bestuurders kunnen met de heropening van Nederland hun borst natmaken. Maar om te beginnen moeten ze als de wiedeweerga met elkaar werkafspraken en scenario’s maken om de versoepeling van de coronaregels lokaal handen en voeten te geven. ‘Ik merk dat bestuurders daarover nog steeds afwachtend zijn’, zegt Marco Zannoni, directeur van het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement.

‘Maar de tijd dringt. Als ze veel langer wachten, dan zijn de verschillen tussen gemeenten gewoon een feit. Op het hoogtepunt van een crisis moet je afspraken maken over de periode erna, want dan komen eerdere tegenstellingen in verhevigde mate terug. Als je nú geen afspraken maakt, dan ben je te laat en weegt de aanmoediging om afspraken te maken niet meer op tegen de lokale druk om een eigen koers te varen.’

Het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement in Rotterdam verleent dezer dagen acute crisishulp. ‘Van ziekenhuizen tot gemeenten, veiligheidsregio’s en onderwijsinstellingen’, zegt directeur Zannoni, maar geeft noodgedwongen even geen crisistrainingen meer. Wie zit daar trouwens op te wachten als je al maanden met een crisis in de weer bent? Zannoni: ‘Een hele generatie heeft nu crisismanagementervaring, maar het risico is dat je denkt dat het altijd zo gaat. Let op, zeg ik dan. Corona is een landelijke crisis en er is een landelijk kader. Dat is er niet als jij wordt getroffen door een cyberaanval.

Weet je hoe dat werkt? Weet je wie je dan moet hebben? De cyberdreiging is tijdens de coronacrisis alleen maar toegenomen. De Amerikaanse en Britse regeringen hebben vorige week niet voor niets gewaarschuwd voor agressieve cyperspionnen uit China, Rusland en Iran die bij farmaceuten, universiteiten en medische organisaties jagen op informatie over het coronavirus.’ Het COT is ook gestart met verschillende tussentijdse evaluaties, want zegt directeur Zannoni: ‘Het is belangrijk om terug te kijken, leerpunten vast te leggen en inzichten mee te nemen naar de volgende fase van de crisis.’

Onbegrip
Een gemiddelde crisis is lokaal. ‘Iedereen kijkt naar de burgemeester voor de grote besluiten’, weet de crisisadviseur uit ervaring. Nu keek en kijkt iedereen naar Mark Rutte voor de grote besluiten. Naar de persconferentie van de premier op 21 april keken maar liefst 7,8 miljoen mensen. Den Haag zette de toon. De burgemeesters waren tot de drastische versoepeling van de coronamaatregelen vorige week uitvoerend verlengstuk van de minister of de voorzitter van de veiligheidsregio. ‘Ze konden altijd verwijzen naar nationale besluiten ’, zegt COT-directeur Zannoni (41). Die tijd is wel zo’n beetje voorbij.

Nu er steeds nadrukkelijker een einde komt aan het crisisbeleid, komen de corona- aanpak en nazorg in ‘praktischer maar ook politiek lokaal vaarwater’, zegt Zannoni. ‘Er zullen steeds meer lokale keuzes worden gemaakt, denk aan steun aan ondernemers, het geven van subsidies of hulp aan dak-en thuislozen. Klopt de inkoop die we met elkaar had afgesproken voor de jeugdzorg nog? Redden we het financieel?’

Gemeenten weten na vorige week waar ze aan toe zijn – 11 mei dit, op 1 juni, 1 juli en 1 september dat. Nu de minister-president het ‘spoorboekje’ heeft gepresenteerd om uit de coronacrisis te komen, is er meer houvast en perspectief. Maar wat betekent dit voor de gemeente? Zannoni’s advies: agendeer de heropening van Nederland zo snel mogelijk. ‘Doe dat binnen het regionaal beleidsteam, maar óók binnen de eigen gemeente. Ga het gesprek aan met de gemeenteraad, en doe dat als het even kan in levenden lijve. Als dít de strategie is, wat betekent dat dan voor ónze gemeente?’

Er is geen landelijke blauwdruk, en die komt er niet ook. Den Haag biedt kaders die lokaal worden ingevuld¬ – zonder details. Koepelorganisatie Detailhandel Nederland pleitte onlangs voor een eenduidig protocol voor winkelstraten- en centra, maar zo’n protocol gaat er niet komen. Zoals de voorzitter van het veiligheidsberaad Hubert Bruls zei: ‘Ik geloof in lokaal overleg tussen gemeenten en de detailhandel, niet in een landelijke blauwdruk. Er zijn veel regionale verschillen en iedere binnenstad ziet er anders uit.

Groningen is heel anders dan Beekdaelen.’ COT-directeur Zannoni daarover: ‘Binnen de kaders en de algemene uitgangspunten en preventiemaatregelen wordt lokaal besloten of activiteiten wel of niet worden toegestaan. Vooralsnog zal de voorzitter van de veiligheidsregio een vinger in de pap houden, maar ook hij zal niet alles van gemeente tot gemeente willen bepalen. Dat betekent dat gemeenten opeens weer aan zet zijn, en dús weer kritiek krijgen als iets niet lukt of als niet mag. Versoepeling kan leiden tot ontspanning, maar ook tot het opzoeken van de grenzen en tot onbegrip.’

Onbegrip bijvoorbeeld omdat de terrassen weer open mogen, maar dat ons favoriete terras met zijn eigen bier in de Keizerstraat dicht blijft. Dat bepaalt de minister niet, dat bepaalt Hubert Bruls niet, dat bepaalt de gemeente. Bestuurskundige Zannoni: ‘Lokaal wordt de optelsom van de versoepeling merkbaar. Waar zijn de hotspots? Als je in een straat een kapper en een fysiotherapeut hebt en een paar terrassen en een snackbar, hoe is de optelsom dan in de publieke ruimte? Toezicht en handhaving worden dan belangrijker. Bij hoeveel mensen is het te druk? Kan het terras dan wel open? Introduceer je eenrichtingsverkeer? Laat je dat over aan de ondernemersvereniging?’

Het is overzichtelijk als niets mag, maar met de heropening van Nederland wordt de puzzel complex, meent Zannoni. ‘Iedere versoepeling roept de vraag op: en ik dan? Het wordt steeds moeilijker om uit te leggen waarom het ene wel mag en het andere niet. Gemeenten krijgt het afnemende draagvlak voor de coronamaatregelen op hun bordje, maar dat is ook logisch als eerste overheid.’

Dynamiek
De strategie voor de heropening van het land is bepaald, de keuzes worden nu lokaal gemaakt. ‘Gemeenteraden zullen ook hun rol terugwillen’, zegt Zannoni. ‘Waarom mag dít in het kader van de algemene uitgangspunten wel en dát niet, en welke eigen maatregelen neem je zelfstandig? Help je de culturele instelling die in nood is? Breid je subsidies uit of perk je ze in? Het brede effect van de coronamaatregelen en de noodzakelijke nazorg zijn bij uitstek onderwerpen voor gemeenteraden. De politieke dynamiek komt daarmee terug en er is ook wat te kiezen. En dan moet de gemeente zelf óók nog eens opstarten. Gemeenten willen natuurlijk graag hun deuren weer openzetten en mensen helpen. Wanneer en hoe kan dat veilig? Die combinatie maakt dat gemeenten uit de schaduw van premier Rutte en de Haagse persconferenties stappen en dat lokale bestuurders weer in de schijnwerpers komen te staan.’

Maar dat moeten ze niet op een eiland doen, waarschuwt COT-directeur Zannoni, want dan ontstaat een onoverzichtelijke lokale lappendeken. ‘De uitlegbaarheid van beslissingen wordt essentieel’, zegt Zannoni, ‘zeker als er onvermijdelijk lokale en regionale verschillen gaan ontstaan’. En reken erop dat er zonder glasheldere blauwdrukken en protocollen héél veel vragen komen en er héél veel ruimte voor toelichting is, denkt Zannoni. ‘Daarom vind ik dat lokale bestuurders er heel verstandig aan zouden doen als ze gingen samenwerken. Dat hoeft niet, maar het moet echt. De voorzitter van de veiligheidsregio zal namelijk met bestuurders de kaders willen afspreken en hen daarbinnen de ruimte willen geven. Wat doe je met die vrijheid en hoe ga je om met de hotspots?’

Het gevaar bestaat dat de vrijheid voor gemeenten om de versoepeling van de coronaregels zelf in te vullen, het ‘slachtoffer’ wordt van de oude tegenstelling en belangen. Delft met zijn historische binnenstad en overvloed aan horeca, heeft andere belangen dan de naburige slaapstad Rijswijk met zijn expats, die vooral kijkt naar Den Haag. Delft heeft misschien wel tientallen hotspots, terwijl Rijswijk er een of twee heeft. Zannoni: ‘De bevolkingsopbouw kan ook anders zijn. Als je activiteiten gaat differentiëren naar leeftijd, dan maakt het uit of je Delft of in Rijswijk woont. Dat zijn uitlegbare verschillen, die de premier niet gaat vertellen. Dat moet Rijswijk zelf doen. Die uitlegbaarheid wordt essentieel naarmate de saamhorigheid in Nederland afneemt.’

Niet alleen de saamhorigheid staat bij de heropening van Nederland trouwens onder druk, merkt hij. ‘Was er eerst vloeibare en praktische samenwerking, na de crisis krijg je bureaucratisering en regulering. Kon het eerst niet op, na de crisis moeten keuzes worden gemaakt en moet worden bezuinigd. Kregen de getroffenen alle aandacht, nu moeten ze concurreren met andere slachtoffers. Was er begrip voor maatregelen, nu wekken ze ergernis op. Vorige week haalde de NS twee treinen uit de dienstregeling omdat de reizigers niet voldoende afstand van elkaar konden houden en niemand wilde uitstappen om ruimte te maken. De politie moest er uiteindelijk aan te pas komen. Ik vrees dat we dergelijke taferelen meer gaan meemaken. Energie en adrenaline maken plaats voor vermoeidheid en irritatie en constructieve reflectie maakt plaats voor destructieve kritiek.’

Concurrenten
Om hierop voorbereid én ertegen gewapend te zijn, is het volgens de COT-directeur van essentieel belang dat gemeenten goede afspraken maken over de verdeling van de vrijheid en ervoor zorgen dat er geen onverklaarbare en hevig betwistbare verschillen ontstaan. ‘Maar ik heb gemerkt dat bestuurlijke samenwerking in de volgende fase ingewikkeld is. Samenwerking moest tijdens de coronacrisis op gezag van de voorzitter van de veiligheidsregio. Alles moest wijken voor de bestrijding van het coronavirus. Nu zitten gemeenten weer aan de tafels waaraan ze daarvoor als concurrenten zaten, terwijl de verspreiding van het virus nog steeds moet worden bestreden en brede nazorg geboden moet worden. Die mix maakt een intelligentie start-up heel ingewikkeld.’

Heeft de coronacrisis dan louter voor kommer en kwel gezorgd? Het is schoner en stiller op straat, de politie jubelt over minder woninginbraken en rechtbankpresidenten zien dat de Rechtspraak van de weeromstuit razendsnel aan het digitaliseren is geslagen. Wat nooit kon, kan en moet nu. COT-directeur Zannoni: ‘Door deze pauzeknop zie je dat bestuurders zijn gaan nadenken over fundamentele veranderingen in de werkprocessen. Thuiswerken is er één van, op afstand werken sowieso. Naast de brede sociaaleconomische nazorg houd je de bestrijding van het coronavirus over en heb je de vraag wat we fundamenteel willen. Misschien wil je wel op een heel manier beleid maken. Of kijk je opnieuw naar alle grote plannen. Gaan we daarmee door? Is er een kans om iets nu wel te doen wat eerder niet lukte? Maar ook: willen we op de oude voet verder? Wat voor soort gemeente willen we eigenlijk zijn?


CV
Marco Zannoni (Den Haag, 1979) studeerde van 1997 tot 2002 bestuurskunde in Leiden. Hij startte in 2000 bij het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement, toen nog gevestigd in Den Haag, voor de advisering van de gemeente Enschede na de vuurwerkramp. Hij evalueerde met anderen veel crises en is regelmatig als adviseur lid van crisisteams. Marco Zannoni is sinds 2012 directielid bij het COT in Rotterdam.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie