Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Elke dag een stapje richting normaal

Woensdagnacht 22 augustus boort Hans van M. zijn Nissan dwars door de glazen pui van het gemeentehuis van Lingewaard te Bemmel. De auto vat meteen vlam en de hal raakt zwaar beschadigd. Het duurt zeker een half jaar voor de ambtenaren weer naar hun werkplek kunnen. Wat zijn de organisatorische en psychologische gevolgen?

12 oktober 2018

Verwerking aanslag gemeentehuis lingewaard

‘Zo snel mogelijk weer aan het werk, mensen aan fatsoenlijke werkplekken helpen, vooruitkijken. Het overkomt je ineens, je hebt weinig tijd om erover na te denken’, reageert gemeentesecretaris Jan Wijnia op de vraag wat voor impact de aanslag op hem persoonlijk heeft gehad. Al zijn tijd ging op aan het regelen van huisvesting voor zijn medewerkers. ‘Nu was het: andere prioriteiten en andere beslissingen nemen.’ Zoals het herstellen van de glasvezelkabel naar de uitwijklocatie: ‘Die was verbrand. Die moesten we eerst bereiken. De systemen moesten weer werken. De eerste dag na de aanslag konden we de server alweer laten draaien en dus ook digitaal werken.’

Wijnia vertelt dat het een week duurde tot de capaciteit weer voldoende op orde was om iedereen digitaal te laten werken. Daarbij stond dienstverlening aan de inwoners voorop. Voormalig gemeentehuis Kasteel De Kinkelenburg werd meteen als nood - locatie ingericht voor de eerste dienstverlening, zoals verstrekking van paspoorten en rijbewijzen. ‘Eerst provisorisch, maar na enkele dagen konden we die weer zoals gebruikelijk leveren.’

Het kasteel wordt gebruikt als trouwlocatie, dus er stonden al stoelen. De afdelingen burgerzaken, ict en archief zijn er gehuisvest. ‘Maar het zijn geen Arbo-werkplekken, dus zoeken we zo snel mogelijk een betere oplossing, ook voor de inwoners. Bij goed weer kunnen mensen prima buiten wachten, maar straks is dat niet meer mogelijk. Half oktober moeten er weer voldoende werkplekken zijn dankzij tijdelijke kantoorunits.’

De hal van het gemeentehuis is uitgebrand. Schade-experts schatten in dat deze een half jaar niet te gebruiken is. Wijnia: ‘Overal zit roet en rook. De luchtkwaliteit is te slecht. Het wordt de komende maanden hard werken om dat schoon te krijgen.’ De meeste ambtenaren werken daarom thuis of op locaties met digitale verbinding, verspreid over de gemeente. ‘Je zit thuis toch in je eentje. Wij zijn een organisatie waar we integraal dienstverlenen en beleid formuleren. Deze situatie creëert dus afstand. Het is goed om mensen weer bij elkaar te zetten. Nu zijn er honderd werkplekken beschikbaar in een noodunit naast het gemeentehuis.’

De medewerkers op de drie huidige noodlocaties in Bemmel en Huissen zitten ver uit elkaar. ‘Dat betekent veel reistijdverlies en minder vergaderlocaties. Het is voor iedereen behelpen.’

Noodlocaties
Gelukkig beschikt de gemeente over een goede verzekering die de tijdelijke kantoorunits en het gebruik van de huidige noodlocaties vergoedt. ‘We konden drie kantoorunits met 275 werkplekken naast het gemeentehuis plaatsen, maar dat kon niet meteen de volgende dag. Geen bedrijf in Nederland kon dat leveren. Uiteindelijk lukte het twee leveranciers. De eerste unit is inmiddels in gebruik, de andere twee locaties zijn bouwklaar om containers neer te zetten, maar er moeten nog een waterleiding en wc’s in.’

Wijnia wijst erop dat wat de gemeente zelf kan doen, ook snel gaat. ‘Onze ict’ers werken momenteel tachtig uur per week om dingen voor elkaar te krijgen, maar je hebt ook te maken met externen, zoals KPN en het waterbedrijf. Daar duren dingen wat langer, dus dat duurt nog een paar weken.’ Werkplekken voor ambtenaren is één ding, maar de gemeente moet ook mensen ontvangen. En dienstverlening gaat voor alles, is het credo van Wijnia. ‘Zeker voor de inwoners die ons hard nodig hebben.’ Een oud klooster in Huissen werd voor een groot deel ingericht om mensen te helpen.

‘De eerste dagen ben je daarmee bezig.’ Een probleem was verder dat de gemeente deels nog werkte met papieren dossiers, vooral in het sociaal domein. Die lagen in het gemeentehuis opgeslagen en zijn door de brand aangetast. ‘Die dossiers hebben we eerst schoongemaakt en opgeborgen. Als mensen ze nodig hebben, digitaliseren we ze. Eerst konden we ze helemaal niet gebruiken, dus hebben we de nodige achterstanden opgelopen.’

Burgers zijn daar per brief over geïnformeerd. ‘Er gaat veel digitaal, maar we hadden de eerste dag al een telefooncentrale bij de gemeente Overbetuwe en zo waren we dus bereikbaar. Digitaal functioneert het nu, maar voor de uitvoering heb je mensen nodig. Daardoor zijn achterstanden ontstaan, maar inwoners kunnen ons bereiken en we informeren hen ook via de pers en eigen media over de stand van zaken.’

Onpersoonlijk
Als je elkaar niet meer tegenkomt op de werkvloer, dan ga je andere dingen doen. Dat merkte Wijnia overduidelijk. ‘Je gaat inbellen in een vergadering en ziet dat de mail meer wordt gebruikt. Je stuurt elkaar informatie, maar het is toch een onpersoonlijke manier van met elkaar communiceren. Iedere vrijdag stuurde ik een update met de nieuwste stand van zaken.

Anders deed ik dat op intranet. Elke dag zet je een stapje richting normaal.’ Wijnia kent nu wel de waarde van zowel digitaal als direct contact. ‘De gemeente blijft mensenwerk. Je bent er voor de inwoner.’ En dan is tijdelijke huisvesting erg belangrijk. ‘Een half jaar zonder gebouw gaat niet. Zelfs als alles digitaal gaat, kan een gemeentehuis niet weg. Bij integraal werken, op beleidsniveau en in de uitvoering heb je je collega’s nodig. Het zijn wel mensen die het doen. Mensen hebben elkaar nodig voor een optimale dienstverlening.

Het is slimmer bij elkaar langs te gaan dan via app of mail te communiceren.’ Na de verbouwing van het gemeentehuis komt er wel een duidelijkere scheiding tussen het (grotere) publieke gedeelte en het ‘ambtenarengedeelte’. ‘Dat is in het belang van de veiligheid van informatie en van de ambtenaren, en voor de dienstverlening’, aldus Wijnia.

‘We leveren diensten en ontmoeten elkaar, maar de werkruimtes voor ambtenaren en bestuurders moeten ook veilig zijn, net als gevoelige informatie, bijvoorbeeld het sociaal domein. Dat kan alleen als het gebouw zo is ingericht. Het kan nooit zo zijn, dat we een tankgracht eromheen aanleggen. We moeten benaderbaar zijn als gemeente en dan ben je ook enigszins kwetsbaar.’

Psychische gevolgen
De aanslag op het gemeentehuis kan ook psychische gevolgen hebben voor mensen die ineens niet meer naar hun vroegere, veilig gewaande werkplek terug kunnen. Mensen reageren daar heel verschillend op, merkte Wijnia. ‘De impact is heel groot voor iedereen. Je bent je ‘huis’ kwijt. Mensen werken al vijf weken thuis op een keukenstoeltje. Sommigen missen alleen het gebouw, anderen zijn emotioneler: hun werkplek is verbrand. Voor ons is een belangrijke afspraak met leidinggevenden: let goed op de medewerkers, ook op de mensen die in de frontlinie zaten tijdens de brand. Voer extra gesprekken en haal als het nodig is externe expertise binnen.’

De ambtenaren missen vooral elkaar, ziet Wijnia. ‘Daar zijn we ook mee aan de slag gegaan. In de eerste week na de brand zijn we met alle teams bij elkaar gekomen in een sociaal-cultureel centrum en hebben we met elkaar gesproken. Ieder team komt minstens een keer per week bij elkaar. Plekken zoeken ze wel, maar dan krijg je ook een zekere mate van verkokering. We moeten ook met elkaar samenwerken, dus binnenkort komen we weer met alle medewerkers bij elkaar. Dat is ook goed voor de verwerking.’


Wat bezielde de dader?
De aanslag op het gemeentehuis van Lingewaard was zorgvuldig gepland door de 59-jarige Hans van M. die bij deze wanhoopsdaad om het leven kwam. Redenen voor zijn daad gaf hij in lange afscheidsbrieven, blijkt uit een reconstructie van dagblad De Gelderlander. Menigmaal werd Hans door de politie afgevoerd, omdat hij zichzelf iets dreigde aan te doen nadat zijn relatie was uitgegaan, en een financieel conflict met zijn ex steeds hoger opliep. Een week voor de aanslag geeft hij zijn ex een laatste kans het geld over te maken, daarbij zijn zelfmoord een week later aankondigend, als dat niet gebeurt. Twee dagen voor de aanslag mailt hij de gemeente Lingewaard, politie en psychiatrie: hij wil alles uitgezocht hebben. Dan zullen alle fouten aan het licht komen en zal blijken dat het systeem niet klopt. Woensdag 22 augustus voert Van M. zijn dreigement uit: hij pleegt zelfmoord door met zijn auto het gemeentehuis van Lingewaard binnen te rijden.


‘Geef ambtenaren concrete steun’
‘Een aanslag op je werkplek tast je gevoel van zekerheid aan. Je onkwetsbaarheid is aangetast’, reageert Rolf Kleber, emeritus hoogleraar psychotraumatologie aan de Universiteit Utrecht en voormalig hoofd onderzoek van Arq. ‘Je kunt je gaan afvragen: Kan het me weer overkomen? Waarom is het me overkomen? Je voelt je onprettiger op het werk en kunt meer angst en boosheid ervaren, waardoor je minder goed functioneert. Dat kan leiden tot meer ziekteverzuim en je onzekerder voelen over je werk.’ Bij een meerderheid verdwijnen de klachten dankzij de steun van de naaste omgeving en vanuit de werkgever. Een kleine groep ervaart langduriger last, wat zelfs kan uitmonden in PTSS. ‘Er zijn geen gegevens over bedrijfsgebeurtenissen, maar bij militairen gaat het om ongeveer 5 procent.’

Naar zijn ervaring gaan de meeste organisaties er goed mee om. ‘Soms is het wat onbeholpen, maar er zijn vaak allerlei opvangprocedures en beleidsplannen. Men weet wat men moet doen.’ Het is zaak om de gebeurtenis serieus te nemen en bij elkaar te komen. ‘Bespreek het, geef informatie, zorg dat de mensen gemakkelijk aan het werk kunnen.’ Langdurig praten over emoties is niet zo belangrijk in de eerste fase. ‘Niet meteen allemaal over gevoelens praten. Geef concrete steun en bied continuïteit. Het gaat ook om sociaal herstel. En erkenning vanuit leiding is cruciaal.’

Volgens Ine Spee, senior crisisadviseur bij IVP en expert in omgang met schokkende gebeurtenissen, is de subjectieve beleving van bedreigingen heel verschillend en reageren mensen daar ieder op eigen manier op. ‘De een denkt: ik pak een bepaald dossier niet meer op, een ander gaat er juist gemotiveerder mee verder.’ De impact van schokkende gebeurtenissen is extra groot als deze plaatsvinden in de persoonlijke levenssfeer. ‘De werkplek is in dit geval aangetast en die is ook van jou. Je kunt er zingeving aan ontlenen. Een agressieve aanval heeft dan impact. Hoe deel je met collega’s wat deze gebeurtenis betekent?

Misschien zijn er dingen verwoest die persoonlijke waarde voor hebben, de plek is onveilig geworden. Het maakt wel uit of je op het bewuste moment veilig in je bed lag of dat je in de buurt was. De vraag is welke betekenis mensen aan deze gebeurtenis hechten: is het een aanslag op het systeem of persoonlijk? Nu is het gemeentehuis doelwit, zijn het straks personen? Op bepaalde dossiers kan zoiets dichter bij huis komen. Zeker als het een politieke daad is. Een wanhoopsdaad zoals deze met dodelijke afloop is eenmalig.’

Mochten medewerkers extra ondersteuning willen, dan kan de organisatie daarvoor bij IVP terecht. ‘IVP geeft mensen in het publieke domein ondersteuning en optimale opvang.’ Extra veiligheidsmaatregelen op de werkplek geven mensen niet per se een beter gevoel, blijkt uit onderzoek. ‘Dat geldt ook voor beveiliging, de angst wordt vergroot. Soms moet het, maar je voelt jezelf niet per se veiliger.’

In de nazorg is cultuur een belangrijk ding, aldus Spee. ‘Is de houding “je moet er maar tegen kunnen” of “dit hoort niet bij ons werk en is onacceptabel”? Dat zit in de werkplek, de persoon van gemeentesecretaris, meestal ook in de Arbo-protocollen. In tijden van nood komt vaak het beste in deze mensen boven. Bezig zijn met veel praktische zaken kan de psychische verwerking van de gebeurtenis ook tegenhouden. Het is sowieso lastiger te verbinden als de organisatie uit elkaar is gevallen door logistieke problemen. Als iedereen zich terugtrekt, is het welzijn van mensen moeilijker te monitoren. Dat kan het proces van nazorg ingewikkelder maken.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie