Advertentie

Einde van de knoekoepolitiek?

In de tijd dat ik nog met een kladblokje achter politici aan liep, ben ik twee keer met de fractievoorzitters meegereisd naar de Antillen en Aruba, in november 1996 en juni 2001. Mooie reisjes waren dat!

18 januari 2008

Je hopte van eiland naar eiland, bovenwinds en benedenwinds, verbleef in prachtige hotels in koloniale sfeer, de stranden waren geweldig, en het eten en de cocktails onovertroffen - zeker wanneer je die drankjes kon nuttigen in de jazzbar van hotel Avila Beach, terwijl Hans Dijkstal op een vlonder de liefde bedreef met zijn saxofoon.

 

Er gebeurde meestal niet zo veel. Er hing een sfeer van geheimzinnigheid rondom zo'n voorzittersreisje: hier zou het gebeuren, hier zou duidelijk worden (wie praat met wie aan de bar?) welke nieuwe coalitie we na de volgende verkiezingen mochten verwachten. Dat was natuurlijk niet zo, maar we hadden in ieder geval iets om over te praten en om op papier over te speculeren. Want die Antilliaanse politici waren geen bron van fraaie kopij voor de krant. Een zekere meneer Pourier was in die tijd premier, en hij vertelde ons dat hij 'maandag' (wanneer wij weer aan het Binnenhof zouden rondlopen) een akkoord met het IMF verwachtte te kunnen sluiten. Hij zei dat in 1996, en herhaalde het in 2001.

 

Een hoogtepunt op de reis van 1996 was het optreden van Frits Bolkestein. In een interview met NRC Handelsblad aan de vooravond van de reis had hij gezegd dat er nu echt iets moest gebeuren met die ongedisciplineerde potverteerders in 'de West'. Anders dreigden de Antillen net als Suriname af te glijden tot de status van roversnest. In een bomvolle aula van de universiteit van Aruba hield hij zijn standpunt krachtig overeind - tot vreugde van een niet onaanzienlijk deel van de plaatselijke bevolking.

 

De toon van Nederlandse politici en publicisten was over het algemeen niet zo vriendelijk. Iedere Antilliaan kost de Nederlandse belastingbetaler tweeduizend gulden per jaar, mopperde toenmalig VVD-kamerlid Te Veldhuis. 'Parasitisme', noemde J. A. A. van Doorn de houding van de Antillen omdat zij met de ene hand geld vroegen en met de andere hun problemen naar Nederland afschoven. Van die kritiek was ter plaatse vaak weinig te horen, maar wel na afloop van werkbezoeken in bars en in het vliegtuig - in bewoordingen die in niets onder deden voor de termen die PVV'er Hero Brinkman koos ('corrupte boevenbende'). Maar alles bleef altijd bij het oude.

 

'Knoekoepolitiek' noemde mijn collega-columnist D. J. Elzinga dat (in Binnenlands Bestuur van 19 januari 1996), een term die Bolkestein veelvuldig herhaalde: 'zet de bezoekende parlementsleden onder een palmboom, behandel hen met alle egards en veel drank en spijs, zeg vriendelijk veel ja en amen en ga vervolgens volstrekt je eigen gang'. En hij hoopte dat aan die knoekoepolitiek een einde zou komen.

 

Is er nu een einde aan die politiek gekomen, nu de delegatie van Nederlandse parlementariërs afgelopen zondag onverrichter zake uit Willemstad is teruggekeerd, omdat Brinkman geen excuses voor zijn uitlatingen wilde aanbieden, de Antilliaanse parlementsleden daarom niet met hem wilden praten, en de rest van de delegatie zich met Brinkman solidair verklaarde?

 

Dat zou kunnen, omdat de Nederlandse delegatie minder gevoelig voor de lichtgeraakte Antillianen bleek dan in het verleden, en de toon scherp en zakelijk was in de gesprekken over het nieuwe verdrag dat een einde maakt aan de Antilliaanse staatsstructuur en dat op 15 december van dit jaar van kracht moet worden. Maar misschien is er iets anders aan de hand.

 

In het dagboekje dat delegatielid Jan Schinkelshoek (CDA) voor het Reformatorisch Dagblad heeft bijgehouden, rept hij van de onzekerheid op Curaçao (dat een zelfstandig land binnen het koninkrijk wordt), van het niet uitgesproken verlangen zich liever aan de rokken van het ex-moederland vast te klampen, en spreekt hij het vermoeden uit dat de Curaçaoënaren de uitspraak van Brinkman hebben aangegrepen om niet met de Nederlandse delegatie te hoeven praten en zo 'de onderlinge verdeeldheid en het ongemak' niet te hoeven etaleren. Ik zou me zomaar kunnen voorstellen dat Schinkelshoek de feiten juist taxeert.

 

Des te erger, zou je geneigd zijn te denken, want als hij gelijk heeft, gaan we met de Antillen een onzeker avontuur aan dat tot nog veel meer drankjes onder wuivende palmbomen zal leiden.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie