Advertentie

Verruiming wetgeving preventief fouilleren onnodig

De huidige wetgeving op het gebied van preventief fouilleren geeft burgemeesters voldoende bevoegdheden om het middel toe te passen.

18 augustus 2022
Preventief fouilleren
Shutterstock

Gemeenten, politie en openbaar ministerie zien de huidige inzet van preventief fouilleren over het algemeen als nuttig en effectief. Sommige gemeenten, zoals Rotterdam en Zaanstad, wijzen langdurig veiligheidsrisicogebieden aan. Het aantal wapenincidenten blijft daar hoog, waardoor men preventief blijft fouilleren. Preventief fouilleren lijkt dan vooral effectief voor de veiligheidsbeleving.

Strategisch Adviseur Financiële Informatievoorziening

JS Consultancy
Strategisch Adviseur Financiële Informatievoorziening

Programmadirecteur Maatschappelijke Coalitie Groningen-Noord

Wijkvernieuwing Groningen
Programmadirecteur Maatschappelijke Coalitie Groningen-Noord

Evaluatie

Dat blijkt uit de Evaluatie Preventief Fouilleren die in opdracht van het WODC is uitgevoerd door Pro Facto in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen. Het eindrapport is al voor de zomer naar de Tweede Kamer gestuurd, maar het verbaast hoofdonderzoeker Heinrich Winter van Pro Facto dat het geen rimpeling in de vijver veroorzaakte, terwijl preventief fouilleren een gevoelig onderwerp is. ‘Ik heb het wel eens anders gezien.’

Preventief fouilleren werd twintig jaar geleden in Nederland geïntroduceerd om het wapenbezit in bepaalde gebieden en op bepaalde tijden terug te dringen. In 2014 kregen burgemeesters meer bevoegdheden om preventief fouilleren ook in spoedeisende situaties eenvoudiger in te kunnen zetten. Wat was de reden om het middel nu te evalueren?

‘Die introductie van het preventief fouilleren in spoedeisende situaties in 2014 was een reden, maar de voornaamste reden was een aangenomen motie van twee Tweede Kamerleden: Chris Van Dam (CDA) en Dilan Yesilgöz, inderdaad de huidige minister van Justitie en Veiligheid. Het doel van die motie was om de regeling te verruimen. Het stond er niet heel expliciet, maar het middel zou ook wellicht nodig zijn voor vuurwerk en drugs. Dat zou een volgende stap zijn. We hebben mensen in de uitvoering gevraagd of zij behoefte hebben aan verbreding, maar bijna niemand zegt het daarvoor te willen gebruiken. Wat is bij drugs bijvoorbeeld het verband met de dreiging die ervan uitgaat voor de openbare orde? Als er al gevolgen zijn, dan is dat dat iemand wapens draagt, en dan is fouilleren al mogelijk met het huidige instrument. Bij vuurwerk zou het wellicht wel nuttig kunnen zijn, met name als het wordt gebruikt als wapen bij demonstraties. Maar dat is ook al mogelijk: het staat in de wet Wapens en Munitie. Als je wilt handhaven op het vuurwerkverbod, moet dat dan via preventief fouilleren of kan het anders? Preventief fouilleren is een paardenmiddel, want het is een forse inbreuk op de persoonlijke vrijheid. Als het iemand regelmatig overkomt, dan doet dat iets met de beleving van de veiligheidssituatie, dus je moet er spaarzaam mee omgaan.’

Maar liefst 95 procent van de gemeenten hebben de bevoegdheid van de burgemeester geregeld om veiligheidsrisicogebieden aan te wijzen Waarom hebben sommige gemeenten dat nog niet gedaan?

‘Dat zijn de typische plattelandsgemeenten, die hebben dat instrument niet nodig. Het is dan ook niet nuttig om een dergelijke beslissing te nemen. 95 procent is al veel. Zeker als je ziet hoeveel er vervolgens door burgemeesters gebruik van wordt gemaakt. Het is een drietrapsraket. Eerst moet de gemeenteraad de bevoegdheid regelen in een gemeentelijke verordening, dan wijst de burgemeester het veiligheidsrisicogebied aan en tot slot gelast de officier van justitie tot preventief fouilleren over te gaan.’

Vier op de vijf gemeenten heeft van 2018-2021 geen veiligheidsrisicogebied aangewezen. 20 procent dus wel. Vindt u dat dan veel of weinig?

‘68 gemeenten hebben een of meerdere keren een veiligheidsrisicogebied aangewezen. In vijftien gevallen zijn er vervolgens geen fouilleeracties geweest. De gebieden waar meer dan honderd keer fouilleeracties zijn geweest zijn Rotterdam en Zaanstad. Het instrument is dus eigenlijk heel beperkt ingezet. Een paar gemeenten hebben het drie tot vijf keer ingezet. Het is een bijzonder instrument dat niet al te vaak wordt ingezet. Je kunt je wel afvragen hoe de inzet zich verhoudt tot de doelstelling.’

Tijdens preventief fouilleren haal je wapens van de straat, maar daarna zijn er niet minder wapens en dat is dan weer de reden om ermee door te gaan

Maar echt meten of preventief fouilleren effectief is om wapenbezit terug te dringen lukt niet, want de politie hanteert geen doelstellingen, is een van uw uitkomsten.

‘Inderdaad, je zou het liefst willen zien dat de doelstelling is: we zijn tevreden als we vijf vuurwapens vinden en tien steekwapens. Als dat wordt behaald, ga je ermee door en als het minder is, dan heeft het een preventieve werking of is het een succes. We hebben het gevraagd, maar kregen als antwoord dat die doelstellingen niet gesteld kunnen worden. Dat is ook lastig, maar of preventief fouilleren succes heeft, is dan ook lastig te meten.’

In enkele gemeenten, zoals Rotterdam, Zaanstad en Leeuwarden, hebben burgemeesters langdurig veiligheidsrisicogebieden aangewezen. U heeft daar casestudies gedaan. Wat viel u op?

‘Ja, de teneur is: wij zien wapenbezit en houden vol en herhalen die acties. Heeft dat toegevoegde waarde? Dat is een afweging van de burgemeester en de officier van justitie. Je zou denken dat het middel effectief zou zijn tegen wapenbezit, maar dat is niet het geval. Het terugdringen van wapenbezit lukt onvoldoende. Het veiligheidsgevoel van bewoners hebben we niet systematisch gemonitord, maar over het algemeen zien bewoners of bezoekers van een bepaalde wijk of straat preventief fouilleren wel zitten. Dan is het effectief voor het gevoel. Dat zou positief kunnen zijn.’

U heeft in vier gemeenten (Den Haag, Roosendaal, Smallingerland en Utrecht) interviews gehouden met medewerkers openbare orde en veiligheid om inzicht te krijgen in overwegingen om preventief fouilleren al dan niet in te zetten. Wat viel u daarin op?

‘In algemene zin zijn mensen die betrokken zijn wel enthousiast over het instrument. Het is zichtbaar en fysiek toepasbaar, je kunt het zien. Er is echt resultaat. Je levert een bijdrage aan het gevoel aan veiligheid. We spraken ook met een burgemeester die het instrument inzette tegen drugsoverlast. Veel drugsdealers hebben namelijk ook wapens. Dan is dat een secundair effect en dat is natuurlijk ook interessant. Je kunt dus andere doelstellingen realiseren. Hij haalde zo de “rottigheid van de straat”. Maar hoe effectief dat is? Ja, de wapens zijn van de straat, maar in de andere situaties? Tijdens preventief fouilleren haal je wapens van de straat, maar daarna zijn er niet minder wapens en dat is dan weer de reden om ermee door te gaan. Hoe preventief werkt het dan echt?’

Zijn er geen andere manieren om wapenbezit te verminderen?

‘Ja, we hebben ook gekeken hoe preventief fouilleren werd toegepast. Het is vaak heel voorspelbaar. Je weet als wapenbezitter binnen no time dat er controle is. Misschien is het een kwartier effectief. Na een uur is het al overal rondgezongen. Wat doe je dan nog? Het is heel statisch. Suggestie van ons en deelnemers was om het slimmer te doen, op meerdere plekken achter elkaar, maar daar is geen capaciteit voor, zegt men dan. Of: dit is de routine. Je kunt beter een half uur hier en dan verderop gaan staan. Of eerst voertuigen en dan mensen op straat. Meer creativiteit. Meer pop up. Daarmee wordt de pakkans en de onvoorspelbaarheid groter en heeft het een grotere preventieve werking. De politie denkt praktisch: inzet kost wel veel tijd. Agenten moeten uit hun wijken komen. Dat is ook de reden dat het middel niet veel is ingezet. Als je het doet, heb je vijf tot tien agenten nodig, die dan elders niet zijn. Als je flexibeler wilt zijn, dan heb je meer capaciteit nodig.’

Hoe zou de preventieve werking beter kunnen?

‘Verspreid er meer informatie over. Waarom draag je niet uit dat je acties op stapel hebt staan. Dat geeft een groter veiligheidsgevoel en heeft meer preventieve werking. Dat gebeurt niet, maar het kan ook achteraf: we hebben zoveel wapens gevonden. Ik ben ook bij acties geweest en dan zie je ook dat bejaarde mensen met een steekwapen rondlopen “voor hun eigen veiligheid”. Maar dat mag ook niet. Daar mag je best een filmpje aan wijden, want dat wil je ook niet. De preventieve werking bewijzen is moeilijk, maar als je blijft doorgaan en fouilleeracties blijft herhalen, dan is het de vraag of het middel wel werkt.’

De burgemeester is nou niet helemaal het uithangbord van de lokale democratie, maar het is wel goed dat de afweging lokaal wordt gemaakt

Gaat het dan niet vooral om de veiligheidsbeleving? Is het dan niet puur voor de beeldvorming?

‘Je ziet dat burgemeester Aboutaleb dat imago graag wil uitstralen: als uw veiligheid wordt bedreigd, dan kom ik in actie. “Ik zal ze pakken.” Hij zegt dat hij niet wil dat de gewone Rotterdammer de indruk krijgt dat de burgemeester er niets aan doet. Dat een drugsdealer meer verdient dan iemand die elke dag naar zijn werk gaat, dat wil hij niet over zijn kant laten gaan, want dan is het vertrouwen in het openbaar bestuur snel weg. Hij wil er zichtbaar iets aan doen. Prima, maar als je met preventief fouilleren wapens blijft vinden, dan moet je toch ook iets anders ook doen, zoals bijvoorbeeld de politie op pad sturen met opsporingsbevoegdheden. De burgemeester is verantwoordelijk, maar het gaat om verboden wapenbezit. Kun je dat niet beter aan het OM en de politie overlaten? Dat is de eeuwige discussie.’

Hangt de inzet inderdaad af van wie de burgemeester is of wat de politiek-bestuurlijke context is?

‘In Den Haag is het ooit ingezet, maar weer gestopt, net als in Utrecht. Eigenlijk is het wel goed dat het lokaal wordt bepaald. In Rotterdam is er meer aan de hand, maar dat geldt ook voor Amsterdam. Het heeft te maken met de politieke cultuur. In Amsterdam is er meer terughoudendheid. Dat past bij die stad. Als je het objectiveert, dan is het wel scheef. Tegelijkertijd: de burgemeester is nou niet helemaal het uithangbord van de lokale democratie, maar het is wel goed dat de afweging lokaal wordt gemaakt.’

Amsterdam had een proef met burgerwaarnemers die de preventieve fouilleeracties in de gaten hield. Hoe keek u daarnaar?

‘Uit die proef geweest bleek dat de politie het best redelijk doet in hun selectie. De critici hadden natuurlijk wel een punt: toepassing op straat kan ook eindigen bij bepaalde risicoprofielen en dan kun je snel bij etnisch profileren of andere ongewenste selectieve toepassingen uitkomen. Je kunt aselect prima elke vijfde of tiende persoon fouilleren. "Maar als je dan elke keer een oudere treft...?", hoor je dan. Als je het middel echt effectief wilt toepassen, dan zou het meer gericht moeten zijn, maar dan kom je al snel bij etnisch profileren uit.’

De algehele conclusie is dus dat verruiming van de wet niet nodig is?

‘Ja, de bevoegdheden hebben burgemeesters al. Het is vooral een Haagse discussie. De vraag was of het middel evenrediger zou moeten worden toegepast, maar dat is toch aan de lokale gezagsdrager. En die is onderdeel van de politiek-bestuurlijke cultuur. Uit dat stelsel moet de oplossing komen. Als wetgever kun je sturen, maar het blijft toch een lokale bevoegdheid.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie