Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Een pet te veel

Wethouder Ties van Houwelingen (VVD) van de gemeente Giessenlanden is onlangs vertrokken. De reden: ‘Een burger die vindt dat het college onzorgvuldig met zijn belangen omgaat, kan niet ook wethouder zijn.’ 

26 mei 2017
petten.jpg

Privé-belangen worden wethouder fataal

Het kan je als wethouder ruimtelijke ordening dus zomaar gebeuren: een buurman vraagt een vergunning aan voor een bedrijf aan huis, waarvan jij overlast zult gaan ondervinden. Om de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen laat het college de vergunningaanvraag behandelen door een collega-wethouder. Daar stem je mee in. Je weet dat een bedrijf op die plek niet past in het bestemmingsplan, maar wordt als burger niet gehoord over de te verstrekken vergunning. Wel voelt je vrouw zich na een bezoek van de aanvrager niet meer veilig in haar eigen huis. Na onafhankelijk onderzoek, waarin je ook niet wordt gehoord en waar je het nodige op hebt aan te merken, kiest het college ervoor de vergunning toch te verstrekken.

Je concludeert dat het college dermate krampachtig de schijn wilde vermijden dat een vergunning wordt geweigerd omdat de aanvrager toevallig naast een wethouder woont, dat onvoldoende kritisch naar de aanvraag is gekeken en omwonenden niet zijn meegenomen in het proces. Je concludeert dat je door de omgang van het college met jouw positie als wethouder in een nadeliger positie bent gekomen als burger en als je dat kenbaar maakt daar uiterst afwijzend op wordt gereageerd. Als wethouder ben je gekwetst, want de gang van zaken druist in tegen het nieuwe omgevingsrecht waar je zelf voortrekker en pleitbezorger van was. Je vraagt de raad jouw ontslag als wethouder te honoreren om de reden dat een burger die vindt dat het college onzorgvuldig met zijn belangen omgaat niet ook wethouder kan zijn. Daardoor is immers een moeilijk werkbare situatie ontstaan in het college.

Ontslagbrief
De gemeenteraad vraagt op 20 april om ontslag door formeel het vertrouwen in wethouder Van Houwelingen op te zeggen. Naast zijn “ontslagbrief’ ontvangt de raad ook een brief van het college dat de onwerkbare situatie zo snel mogelijk wil beëindigen. Van Houwelingen zou meermaals hebben aangegeven ernstig te overwegen zijn ontslag in te dienen als de vergunning wordt verleend. Het college concludeert dat het verbinden van politiek- bestuurlijke consequenties aan het al dan niet verlenen van een vergunning waar een bestuurder een persoonlijk belang bij heeft strijdig is met artikel 2.4 van de Algemene wet bestuursrecht: het bestuursorgaan waakt ertegen dat tot het bestuursorgaan of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden.

‘Door het onderwerp direct te framen als integriteitgerelateerd was er geen enkel gesprek over mogelijk, ook niet over de procedure’, schrijft Van Houwelingen. Hij kent het bewuste artikel uiteraard. ‘Maar door deze strikte opstelling werd miskend dat burger en wethouder wel in één persoon bij elkaar komen, en dat een burger die vindt dat de gemeente zijn belangen negeert ook problemen kan krijgen in zijn functioneren als wethouder.’ Volgens hem is oneigenlijk beïnvloeden kwalijk. ‘Belangen en overwegingen onder de aandacht brengen valt daar niet onder.’

In hoeverre mag je als openbaar bestuurder voor je privébelangen opkomen? Van Houwelingen stuurde als burger een brief met zijn bezwaren aan het college. Dat liet een onafhankelijke externe toets uitvoeren. Daaruit bleek dat het “in redelijkheid tot terinzagelegging van de ontwerpvergunning kan overgaan”. Maar Van Houwelingen concludeert dat de behandelend ambtenaar zijn opdracht zo heeft begrepen dat een vergunning verleend moest worden. De vraag of een bedrijf dat normaal op een industrieterrein thuishoort naast een woonhuis mag staan beantwoordt het college volgens hem niet. ‘Ze namen het besluit op basis van het ambtelijk advies.’

Twee petten
Advocaat bestuursrecht en omgevingsrecht Cornelis van der Sluis heeft de casus niet letter voor letter kunnen lezen, maar weet dat complexiteit van twee petten vaker speelt, vooral bij raadsleden en met name bij vaststelling van bestemmingsplannen. Wat moet degene met een persoonlijk belang erbij dan doen? De Gemeentewet schrijft voor dat leden dan niet deelnemen aan een stemming, maar jurisprudentie uit 2013 nuanceert een eerdere uitleg sterk. ‘De Raad van State stelt dat juist vanwege het feit dat iemand democratisch is gekozen en bepaalde rechten heeft, zoals aanwezigheid bij vergaderingen, je hem zijn stemrecht niet kunt ontnemen. Hij moet deel kunnen zijn van besluitvorming, tenzij er een zodanige belangenverweving is dat je het niet moet willen.’

Volgens Van der Sluis is het college van Giessenlanden niet te krampachtig met het vermijden van de schijn van belangenverstrengeling omgegaan. ‘Ik geloof niet dat de gemeente te streng heeft gehandeld.’ Van Houwelingen vindt dat de gemeente, gezien de toekomstige wetgeving als de Omgevingswet, al actiever om tafel had moeten gaan met mogelijk betrokkenen bij het nieuwe bouwplan. ‘Maar wat de wet nu vraagt is meer relevant. De wethouder krijgt niet meer maar ook niet minder rechten.’

De onafhankelijk onderzoeker heeft in haar onderzoek sec de feiten beoordeeld en in het papieren dossier bekeken of wel de juiste procedures zijn gevolgd, vindt Van der Sluis. ‘Dat is, zover ik kan beoordelen, nergens in strijd met de Algemene wet bestuursrecht of Wabo. Als dat al zo zou zijn, dan kan de wethouder inhoudelijk klagen in een juridische procedure.’ Verder lijkt de gemeente de juiste weg te hebben gevolgd in de besluitvorming, vindt Van der Sluis. ‘Eenieder kon daarover zijn mening te geven, ook de betrokken wethouder (als privépersoon).’

Maar wat is een juiste grondhouding als wethouder in deze situatie? Als zijn gevoel is dat hij niet weer met de andere collegeleden wil samenwerken, dan is dat voor hem bepalend, aldus Van der Sluis. ‘Juridisch kan hij wethouder blijven. Je moet je alleen beseffen dat bij het aanvaarden van deze functie je in posities kunt komen waarbij je privébelangen wellicht afwijken van de belangen van het college waar je onderdeel van uit maakt.’

Prima uitvoering
Een raadslid kan om inlichtingen vragen, maar ook een Wob-verzoek doen als burger. Privérechten komen niet te vervallen. ‘Je geeft je rechten niet op als je wethouder wordt. Je kunt als wethouder/ privépersoon dus in beroep tegen collegebesluiten. Daar moeten betrokkenen professioneel mee om kunnen gaan.’ Van der Sluis ziet een prima uitvoering van artikel 2:4. ‘De betrokkenheid en belangen van de wethouder lijken geen onderwerp van gesprek bij de inrichting van het besluitvormingsproces, zodat het besluit niet vatbaar voor bezwaar of beroep werd enkel vanwege de betrokkenheid van de wethouder. Daarbij heeft de wethouder al zijn rechten kunnen uitoefenen en geen rechten op grond van toekomstige wetgeving.’

Van der Sluis ziet ook de benadeling als burger niet terug in de besluitvorming. ‘Niets staat de wethouder in de weg tegen zijn eigen gemeente te procederen. Het college is het bevoegd gezag en daar kun jij als privépersoon best iets van vinden. Je geeft iets op als wethouder en stelt jezelf bloot aan potentieel gekkige discussies, maar je geeft niet het recht op om op te komen voor je privébelangen.’

In de voorbereiding had Van Houwelingen als privépersoon het recht op zienswijze en beroep. ‘Dat persoonlijk belang heeft dus een kader. Als hij dat onvoldoende vindt, is er rechtsbescherming. Hij is, zover ik kan overzien, op precies dezelfde positie uitgekomen als wie dan ook. Jij had precies dezelfde positie gehad.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie