Advertentie

Economische groei steden op het spel

Steden moeten voldoende geld krijgen voor jeugd, zorg en maatschappelijke ondersteuning, Anders dreigt de economische groeimotor te gaan haperen. Dat stelt de nieuwe voorzitter van het Stedennetwerk G40 Paul Depla.

04 april 2019

Als steden niet voldoende geld krijgen voor jeugd, zorg en maatschappelijke ondersteuning, dreigt de economische groeimotor te gaan haperen. Boa’s moeten een uitrusting krijgen die past bij hun takenpakket. Burgemeesters hoeven geen crimefighter te zijn om hun rol te pakken in de strijd tegen ondermijning. Dat stelt de kersverse voorzitter van het Stedennetwerk G40 Paul Depla.

Trekkracht

‘De steden zijn op dit moment de economische motor van Nederland, zijn bepalen de trekkracht van de Nederlandse economie. Dan moet je er wel voor zorgen dat steden die positie blijven behouden’, aldus de Bredase burgemeester Depla, twee weken geleden benoemd tot voorzitter van de G40. Dat betekent niet dat de G40 alleen maar bij het kabinet aanklopt om meer geld, voor bijvoorbeeld de uitvoering van de Wmo en jeugdhulp of de energietransitie, maar het is naast het onderling uitwisselen van kennis en ervaringen wel een belangrijk onderdeel van het werk van het stedennetwerk. ‘Steden moeten elkaar weten te vinden en elkaar versterken. Daar staan we als G40 voor. Maar we gaan ook met het kabinet in gesprek om ervoor te zorgen dat die motor kan blijven draaien. Dat betekent dat je op moet komen voor de belangen van de steden, maar ook dat je een betrouwbare partner voor het kabinet moet zijn.’

Energietransitie

Zo willen de steden zeker een bijdrage leveren aan de energietransitie, maar daar zijn nu wel zorgen over. In een pittige brief aan minister Wiebes en premier Rutte benadrukt de G40 dat het vijfpuntenplan van het kabinet – waaronder de invoering van een CO2-heffing voor bedrijven, als reactie op de doorrekening van het Klimaatakkoord – met één punt moet worden uitgebreid: het betaalbaar en bereikbaar maken van de energietransitie voor de steden en hun inwoners. De taak die aan steden is toebedeeld in de energietransitie, zoals het coördineren van en adviseren over te nemen maatregelen, kost de G40-steden jaarlijks zeker 20 miljoen euro. De 50 miljoen die jaarlijks voor alle gemeenten en provincies die in het ontwerp Klimaatakkoord staat opgenomen, is volstrekt onvoldoende.


Boter bij de vis

De energietransitie is de komende jaren een grote en belangrijke opgave voor de G40-steden, aldus Depla. Een tweede belangrijke opgave is de decentralisatie in het sociaal domein. ‘De discussie over het sociaal domein in cruciaal. Daar moet het kabinet echt boter bij de vis leveren’, stelt Depla resoluut. Dat betekent dat er voldoende budget moet zijn. Bij jeugdhulp is het volgens Depla overduidelijk dat het beschikbare budget en de verdeling ervan niet deugt. ‘Als het kabinet geen boter bij de vis levert, raakt dat de financiële armslag van gemeenten enorm. Gemeenten zijn dan niet in staat om de zorg te leveren die nodig is, maar ook niet in staat om de stad verder te ontwikkelen waarmee Nederland vooruit kan worden gebracht. Kijk eens hoeveel steden moeite hebben om, zelfs in de huidige economische hoogtijdagen, hun begroting sluitend te krijgen. Dat wordt voor het grootste gedeelte veroorzaakt door de problematiek binnen het sociaal domein.’ Vanuit de G40 wordt een stevige lobby voor meer geld gevoerd.

Bodycams

Veiligheid is een thema dat binnen de G40 steeds prominenter op de agenda staat. De discussie over de toerusting van boa’s wordt nog volop gevoerd. ‘Op onze laatste netwerkdag (twee weken geleden, red.) hebben we afgesproken dat de uitrusting van de boa’s moet passen bij hun takenpakket.’ Alle G40-steden vinden dat de boa’s in ieder geval uitgerust moeten worden met bodycams en steekwerende vesten. ‘Als taken van boa’s het noodzakelijk maken dat ze ook toegerust moeten worden met handboeien en pepperspray is dat iets waar over te spreken valt. Als werkgever zijn we verplicht om ervoor te zorgen dat de boa’s op een veilige manier hun taken kunnen uitoefenen.’

Crimefighter

Het stedennetwerk bespreekt ook de aanpak van de georganiseerde drugscriminaliteit en ondermijning. Een rol als crimefighter of sheriff moeten burgemeesters niet nemen, vindt Depla. ‘Iedereen zal beseffen daar waar het gaat om het vangen en opsluiten van boeven niet de burgemeester aan zet is. Dat is een kwestie van de Officier van Justitie en de politie. Maar wil je de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit winnen en wil je de strijd tegen de criminele industrie winnen dan moet je als gemeenschappelijke overheid wel gezamenlijk optrekken. Dat betekent dat iedereen zijn eigen rol moet pakken. Het Openbaar Ministerie, de Officier van Justitie en de politie moeten de kopstukken aanpakken en opsluiten. De criminele winsten moeten worden afgeroomd door de FIOD en de belastingdienst en de criminele fabriekshallen moeten door ons als burgemeesters worden gesloten. Het feit dat we dat bestuursrechtelijke instrumentarium hebben om die criminele industrie ook te stoppen is een groot goed. Als de criminele industrie blijft draaien terwijl de directeur achter de tralies zit, dan heb je er als samenleving nog steeds niet heel veel mee gewonnen.’


Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nummer 7 van deze week (inlog)

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Martijn
Als dit betoog slaat op centrumgemeenten, dan kan ik er ergens nog inkomen. Maar dat lijkt niet het geval. Steden op zich, dat zijn net zo goed gemeenten als de anderen. Orde van grootte doet niets af aan de problemen of bijdragen van kleinere gemeenten.
Hans / afdelingsmanager
De gebruikelijke bestuurlijke quatsch. Je was beter af in het fietsenhok, Paul.
H. Wiersma / gepens.
Depla kan zijn aandacht beter eens richten op verbetering van het drugs beleid in Breda e.o. in plaats van steeds maar om meer geld te bedelen voor het Sociale Domein.
Advertentie