Zet halverwege een pudding neer
Aan hoe je het halverwege ziet, ontdek je beter wat je nu precies gaat doen met wie, en voor wie, om dat verre doel te halen.
Het is najaar, dus de doelen vliegen ons weer om de oren in jaarplannen en begrotingen: een rechtvaardige energietransitie, passend onderwijs, dunne kinderen, schuldenvrije bewoners, schoon water, vertrouwen in de overheid en een responsieve houding voor maatschappelijk initiatief. Ik wil niet cynisch doen over deze doelen (behalve over die dunne kinderen), maar er is iets te veel bewijs dat onze systemen het tegenovergestelde opleveren.
Wensdenken, noemt het SCP het in hun essay ‘Wensdenken helpt burgers niet’. Daarin roept het planbureau op tot beleid dat beter aansluit bij de werkelijkheid. Ze schetsen drie valkuilen die je daarvoor moet voorkomen. Die van de de ‘stille ideologie’: de onuitgesproken of ongetoetste aannames onder beleid die niettemin veel bepalen. Die van het ideaaldenken: vermenging van ideaalbeeld en realiteitsbeeld in beleid als we bijvoorbeeld zelfredzaamheid zowel als doel hebben én als voorwaarde stellen voor het slagen van interventies. De derde valkuil is de samenleving opdelen in losse, rationele individuen en daar beleid voor ontwerpen, terwijl hij bestaat uit complexe gemeenschappen. Uit deze valkuilen blijven, levert (mijn woorden) eerlijk, precies en gemeenschapsgericht beleid op.
Dit essay mag onder je hoofdkussen. Maar om beleid eerlijk, precies en gemeenschapsgericht te houden, is er wellicht ook nog iets nodig voor dagelijks gebruik. Of de abstracte doelstellingen los zijn gezongen van de werkelijkheid, kun je makkelijk testen. Dat doe je door de vraag te stellen: hoe ziet het er halverwege uit? Halverwege in de tijd, of halverwege ‘dat wat je wilt bereiken'. Wat zie je dan, waar zie je dat, wat hoor je, merk je, voel je, ruik je?
Bijvoorbeeld. Als je de institutionele partijen in de energietransitie vraagt naar hun doelen, staat ‘samen met bewoners’ er altijd bij. De doelen aan de eindstreep in 2030 zijn dus met bewoners behaald. Maar toen we aan partijen in een wijk vroegen wat ze halverwege zagen, merkten, hoorden, proefden… noemden geen van deze partijen de bewoner. Daar telden ze 'aantallen woningen’ en soms wat CO2. Ze waren - ondanks alle goede intenties - halverwege de bewoners al kwijtgeraakt. Die vind je dan in 2030 echt niet opeens terug. De bewoners daarentegen vonden zichzelf terug in een straat met meer straatnatuur en op de picknickbank ging het gesprek over de collectieve zonnepanelen . Het gat in het kozijn was gefikst en ze hadden geen schimmel in hun keuken.
Je kunt aan het antwoord op halverwege zien of je stuurt op wat je belooft. Of dat je maar wat roept. Aan hoe je het halverwege ziet, ontdek je beter wat je nu precies gaat doen met wie, en voor wie, om dat verre doel te halen. En of je wel goed weet waar je aan wilt werken. Vraag dus bij doelen in de verte: ’Hoe ziet het er halverwege uit?’ Je kent vast het gezegde the proof of the pudding is in the eating. Halverwege moet je dus een pudding neerzetten.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.