‘Deeltijdwethouders zijn niet meer van deze tijd’
Het nieuwe kabinet moet een einde maken aan de mogelijkheid voor gemeenten deeltijdwethouders te benoemen, die dito worden betaald. Zij steken grosso modo net zo veel uur in hun werk als fulltime-wethouders. Dat vindt de Wethoudersvereniging.
Het moet afgelopen zijn met de benoeming van deeltijdwethouders die dito worden betaald. Zij steken grosso modo net zo veel tijd in hun werk als fulltime-wethouders. Het nieuwe kabinet moet hier een einde aan maken, evenals aan het maximumaantal wethouders dat mag worden benoemd. Dit om een halt toe te roepen aan de toenemende werkdruk en afbreukrisico van wethouders.
Rek is eruit
Deze oproep doet de Wethoudersvereniging aan het nieuwe kabinet, in reactie op het woensdag gepresenteerde regeerakkoord. De Wethoudersvereniging ondersteunt de plannen van Rutte IV om meer aandacht te geven aan de uitvoerbaarheid van wetten. Voor de uitvoering van veel van de wetten, zeker als die inwoners raken, zijn wethouders verantwoordelijk. Dat doen zij met ‘liefde en grote betrokkenheid’, aldus de Wethoudersvereniging, maar de rek is er wel een beetje uit.
Afbreukrisico
‘We zien dat het takenpakket van wethouders de afgelopen jaren flink is verzwaard en dat het afbreukrisico door maatschappelijke ontwikkelingen behoorlijk is toegenomen’, licht Jeroen van Gool, directeur van de Wethoudersvereniging, toe. ‘Het politieke landschap is daarnaast versnipperd waardoor er veel coalities worden gevormd van veel partijen, die allemaal een eigen wethouder willen leveren. Omdat er wettelijke maxima gelden voor het aantal wethouders, worden wethouders in deeltijd aangenomen en dito betaald. Ongehoord en niet meer van deze tijd’, aldus Van Gool. ‘Werkweken van zestig tot zeventig uur zijn voor wethouders geen uitzondering, ook niet voor deeltijdwethouders. Dat is niet zielig, dat hoort erbij, maar zij moeten dan wel tegen een volwaardig salaris hun werk kunnen doen. We kunnen niet van wethouders verwachten zo hard te werken terwijl ze daar niet de waardering voor krijgen die hen toekomt.’
Gemeentewet
In de Gemeentewet is vastgelegd hoeveel wethouders in een gemeente mogen worden benoemd. Minimaal moeten twee wethouders worden geïnstalleerd. Het maximumaantal is afhankelijk van het aantal raadsleden, en dus het aantal inwoners. In steden met meer dan 200.000 inwoners mogen bijvoorbeeld maximaal negen voltijd-wethouders aan de slag. Gemeenten van 45.000 tot 60.000 inwoners mogen maximaal zes fulltime wethouders installeren. De hoogte van hun bezoldiging (salaris) is afhankelijk van de deeltijdfactor.
Wetswijziging
Het kabinet Rutte IV moet gemeenten toelaten meer wethouders te kunnen benoemen dan de wettelijke maxima die nu gelden. Ook de deeltijdfactor moet van de baan, vindt de Wethoudersvereniging. ‘Laat de gemeenteraad zelf over de hoeveelheid wethouders beslissen’, benadrukt Van Gool. De Wethoudersvereniging bekijkt nu of zij zelf een voorstel tot wetswijziging gaat maken om beide punten te regelen. Dit kan op zijn vroegst per 2026 zijn geregeld. Gemeenten moeten zelf de salariskosten van wethouders voor hun rekening nemen.
Te laat
De plannen uit het regeerakkoord om na 2025 toe te werken naar een stabielere financiering voor gemeenten komen te laat, vindt de Wethoudersvereniging verder. ‘Gemeenten kampen nu al met financiële tekorten om de toebedeelde taken waar te maken. Dit betekent dat gemeenten – en in het bijzonder wethouders, die de verantwoordelijkheid voor de uitvoering dragen – niet in positie komen en dat vergroot het afbreukrisico. Dat is een zorgelijke ontwikkeling.’
Kritiek
De forse kritiek op de korting op de jeugdzorg, de financiering van de woningbouwopgave, de handhaving van de opschalingskorting en het niet serieus nemen van de lokale overheid en de lokale autonomie, geuit door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wordt door de Wethoudersvereniging onderschreven.
Reacties: 4
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.