Adders onder gras bij kabinetsplannen decentralisaties
De kabinetsplannen om de decentralisaties werk, zorg en jeugd alleen toe te vertrouwen aan 100.000-plusgemeenten is 'risicovol', stelt D66-Kamerlid Schouw.
Het decentraliseren van werk, begeleiding en persoonlijke verzorging en jeugdzorg naar 100.000-plus gemeenten is risicovol. Als taken en geld voor de drie decentralisaties van het sociale domein alleen naar 100.000-plus gemeenten gaan, verliezen alle andere gemeenten hun beleidsvrijheid.
Deelgemeenten
Deze zorg sprak D66-Kamerlid Gerard Schouw onlangs uit op een door D66 georganiseerde debatavond over bestuurskracht en regionale samenwerking in Heeze. ‘Gemeenten die afhankelijk worden van de grote centrumgemeenten worden straks als het ware deelgemeenten. En daar heeft het kabinet Rutte I nu net een streep door gehaald’, aldus Schouw. Het Kamerlid baseert zijn uitspraken op een stuk van het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) dat op verzoek van de informateurs van het kabinet Rutte II is aangeleverd.
Drie varianten
In het regeerakkoord staat dat het kabinet ‘op termijn’ toe wil naar gemeenten van tenminste 100.000 inwoners en dat de te decentraliseren taken ‘in principe’ gericht worden op 100.000-plus gemeenten. Tot nu toe was onduidelijk hoe dat vorm zou moeten krijgen. Het stuk dat voor de onderhandelaars is gemaakt, geeft iets meer inzicht in de richtingen waarin wordt gedacht. Er worden drie varianten aangedragen.
Taken naar centrumgemeenten
Een van de drie varianten gaat uit van decentralisatie van taken en geld naar 100.000-plus gemeenten. Gemeenten die niet willen opschalen, moeten accepteren dat een 100.000-plusgemeente als centrumgemeente gaat fungeren. De centrumgemeente bepaalt dus het beleid voor de omliggende gemeenten, die hun invloed kwijtraken. Inwoners van niet-centrumgemeenten hebben, via gemeenteraadsverkiezingen, ook niets meer te zeggen over de te decentraliseren taken. Volgens BZK ligt in deze variant een ‘prikkel om gemeenten te stimuleren tot natuurlijke opschaling’.
Bestuurlijke weerstand
Decentralisatie van taken kan in deze variant op zijn vroegst per 2015 plaatsvinden, vanwege het tijdpad van herindeling. Daarbij is ‘geen rekening gehouden met vertraging als gevolg van bestuurlijke weerstand’, aldus het stuk van BZK aan de informateurs. De decentralisaties werk (Participatiewet) en begeleiding en persoonlijke verzorging (nu Algemene wet bijzondere ziektekosten, Awbz) staan op de rol voor 2014.
Verplichte herindeling
Een tweede scenario is in wezen een variant op de eerste. Taken worden enkel en alleen gedecentraliseerd naar 100.000-plusgemeenten. Gemeenten worden ‘van bovenaf’ verplicht om te fuseren, ze mogen alleen zelf hun toekomstige fusiepartner kiezen. Het fenomeen centrumgemeente komt in deze variant niet voor. In Nederland blijven dan tussen de 100 en 130 van de huidige 415 gemeenten over. Ook hier wordt uitgegaan van invoering per 2015.
Vierde bestuurslaag
In een derde variant hebben gemeenten de mogelijkheid regionale samenwerkingsverbanden aan te gaan van minimaal 100.000 inwoners. Formele opschaling tot 100.000-plus gemeenten via herindeling is in deze variant niet nodig. Regionale samenwerkingsverbanden kunnen de financiële middelen voor hun taken rechtstreeks op hun rekening krijgen. Formeel is dan echter geen sprake meer van decentralisatie naar (regio)gemeenten, maar naar samenwerkingsverbanden. Een ander bezwaar van deze variant is dat een vierde bestuurslaag ontstaat, met een indirect gekozen bestuur.
Inkrimpen aantal samenwerkingsverbanden
Via deze variant kan wel het aantal samenwerkingsverbanden worden ingekrompen en kan worden geregeld dat gemeenteraden een steviger vinger in de pap krijgen om samenwerkingsverbanden aan te sturen en te controleren, zo staat in het BZK-stuk.
Tweejaarlijks examen gemeenten
Geen enkele variant is volgens Schouw acceptabel. Het gaat D66 om bestuurskracht, democratische kracht en financiële draagkracht van gemeenten; een normaantal van 100.000 inwoners vindt hij onzin. ‘Een gemeente van 40.000 inwoners kan ook goed functioneren.’ De partij pleitte eerder voor een tweejaarlijks ‘examen’ waarbij elke gemeenten onder auspiciën van de provincie op de drie punten wordt beoordeeld. Schouw: ‘Als blijkt dat een gemeente haar taken niet kan uitvoeren, moet in overleg met de provincie naar een oplossing worden gezocht. Dat kan samenvoeging zijn, maar ook samenwerking met andere gemeenten.’
Reacties: 6
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
In de drie noordelijke provincies zijn twee 100.000+ gemeenten. Hoezo decentralisatie?