Advertentie

De neoliberale elite blootgelegd

Wie waren de mannen die in de jaren negentig als eersten het neoliberale gedachtegoed in Nederland verspreidden?  

24 december 2023
Man kijkt op horloge
Shutterstock

In haar proefschrift over onze marktconforme verzorgingsstaat fileert Naomi Woltring de introductie van het neoliberale gedachtengoed daarin. De hervormingen van die verzorgingsstaat werden geleid door topambtenaren, politici en wetenschappers die behoorden tot een gemeenschap van overwegend economisch of economisch-juridisch geschoolde mannen die neoliberale aannames deelden.
neoliberale ideeën en gaven daaraan een ­aura van vanzelfsprekendheid.

Teamleider Openbare Orde en Veiligheid

Gemeente Leeuwarden
Teamleider Openbare Orde en Veiligheid

Afdelingshoofd Jeugd & Minima

SED organisatie
Afdelingshoofd Jeugd & Minima

Te duur

In de jaren tachtig vond een gemeenschap van politici, topambtenaren en wetenschappers dat onze verzorgingsstaat te omvangrijk en te duur was en niet goed functioneerde. De uitgaven aan sociale zekerheid waren te hoog en de uitgaven aan volkshuisvesting dreigden ‘onbeheersbaar’ te worden, aldus topambtenaar van Economische Zaken Frans Rutten (CDA). Met het oog op de Europese interne markt en nieuwe mondiale handelsverdragen moest Nederland weer concurrerend worden. De belemmeringen die het ‘tamelijk royaal uitgevoerde sociale-zekerheidstelsel’ opwierp voor ‘dynamiek, groei en werkgelegenheid’ moesten onderwerp van beleidsdiscussie worden, aldus zijn opvolger Ad Geelhoed (PvdA) in 1994. De verzorgingsstaat moest kortom marktconform worden.

Grote hervormingen

Deze gedachtegang maakte dat in de jaren negentig grote hervormingen plaatsvonden in onder meer het economisch beleid, het volkshuisvestings- en sociale ­zekerheidsbeleid. Stonden de publieke uitgaven als percentage van het BNP in 1980 nog het dichtst bij die van Zweden, in 2000 staan ze op hetzelfde niveau als die van het Verenigd Koninkrijk. Overheidsuitgaven werden aan banden gelegd via de Zalmnorm en met de operatie Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit (MDW) poogden de Paarse regeringen voor een veelheid aan beleidsdomeinen marktwerking te bevorderen. Ook het woonbeleid veranderde fundamenteel en in de sociale zekerheid vond een omslag plaats.

Drie verklaringen

In de wetenschappelijke literatuur vinden we meestal drie verklaringen voor die hervormingen. Ze zouden objectief noodzakelijk zijn geweest – de uitgaven aan sociale zekerheid en volkshuisvesting waren immers hoog. Een andere verklaring voor de radicale hervormingen richt zich op de institutionele context: bestaande instituties zouden veranderingen afremmen en hervormingen zijn ‘padafhankelijk’. Een laatste verklaring ten slotte betreft de veranderde voorkeuren van de bevolking – die leidend zouden zijn geweest. Deze drie verklaringen hebben echter te weinig oog voor de ideeën die heersen onder beleidselites en de praktijken waarmee zij ideeën vormgaven. En die onderliggende ideeën waren vaak neoliberaal geïnspireerd.

De leiding lag bij een ambtelijke commissie onder leiding van topambtenaar Geelhoed

Vlaggenschip

Om kartels open te breken, regeldruk te verminderen en de kwaliteit van wetgeving te verhogen, riep het eerste Paarse kabinet de MDW-operatie in het leven. De operatie had een modernere economie en samenleving en meer flexibele markten voor producten en arbeid als doel, en vormde het vlaggenschip van Paars-I. De leiding lag bij een ambtelijke commissie onder leiding van topambtenaar Geelhoed. Die commissie stelde een lijst onderwerpen op waar vervolgens werkgroepen met vertegenwoordigers van de ministeries van Economische Zaken, Justitie en het betrokken ministerie mee aan de slag gingen.

Broedende kip

Het betrof enerzijds ‘kaderstellende’ projecten die een generiek type beleid uitwerkten dat op allerlei beleidsdomeinen kon worden toegepast, zoals eigen betalingen voor collectieve voorzieningen, certificering en persoonsgebonden budgetten. Anderzijds waren er werkgroepen met specifieke voorstellen voor herregulering van concrete activiteiten en sectoren waarbij verbetering van marktwerking een deel van de voorgestelde oplossing was – van de taxibranche tot de handhaving van Arbo-wetgeving en van de vergunningverlening in het milieubeheer tot de wettelijk toegestane rijtijden voor vrachtwagenchauffeurs. Conform de public choice-gedachte dat belangengroepen te veel invloed hadden, werkten de werkgroepen zo veel mogelijk zonder ­bemoeienis van buitenaf (‘je moet een broedende kip niet storen’).

Vier ideeën

Het marktwerkingsbeleid rustte op vier ideeën van neoliberale oorsprong. Een eerste idee was dat marktwerking de internationale concurrentiepositie versterkt. Ten tweede moet de staat een duurzame marktordening creëren. Ten derde is daar een sterke staat voor nodig die is afgeschermd van de invloed van belangengroepen en politieke partijen. ‘Marktwerking moet je afdwingen. Dat kan een softe overheid niet’, aldus Geelhoed. En een vierde centraal idee is dat marktwerking een neutraal instrument is en tegelijkertijd een publiek belang vormt, zoals de WRR schreef in een rapport in 2000.

Bij het in kaart brengen van alle MDW-werkgroepen zag ik steeds namen opduiken die ik elders al was tegengekomen

Concurrentie

Beleidsmakers vertaalden deze ideeën in instrumenten zoals het bevorderen van concurrentie tussen marktpartijen, het introduceren van marktmechanismen in overheidsbeleid en nieuwe vormen van regulering waarbij een grotere verantwoordelijkheid bij marktdeelnemers zelf kwam te liggen (algemene regels zoals kader­wetten, deregulering, zelfregulering, het ­juridisch aan banden leggen van ­over­heidsingrijpen).

Dezelfde namen

Bij het in kaart brengen van alle MDW-werkgroepen zag ik steeds namen opduiken die ik elders al eens was tegengekomen. Hoogleraren die werkgroepen voorzaten: Job Cohen, Artur Ringeling, Lense Koopmans. Topambtenaren die werkgroepen voorzaten: Dick Sluimers, Jan-Willem Oosterwijk, Romke Visser. (Oud-)politici die een werkgroep voorzaten: Johan Kamminga, Ivo Opstelten, Marjet van Zuijlen. Niet zelden waren de hoogleraren ook ambtenaar geweest, zouden nog politicus worden of andersom. Secretarissen schreven vaak de rapporten van meerdere werkgroepen. Het bleek een patroon. De hervormingen werden geleid door topambtenaren, politici en wetenschappers die behoorden tot een gemeenschap van overwegend economisch of economisch-juridisch geschoolde mannen die neoliberale aannames deelden.

Draaideur 

Zij bestuurden Nederland via een draaideur waarbij zij elkaar telkens tegenkwamen op wisselende posities: de ene keer in toga, vervolgens met partijspeldje op en dan weer met ambtelijke geloofsbrieven in de hand. In die posities dachten zij beleids­ideeën uit, vertaalden die naar wet- en regelgeving, handhaafden ze en reflecteerden erop. Via die draaideur bevestigden zij elkaars neoliberale ideeën en gaven daaraan een ­aura van vanzelfsprekendheid.

Lees het hele essay deze week in BB24 (inlog).  

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hans Bakker
De grootste problemen ontstaan nu door de extreem geflexibiliseerde arbeidsmarkt. Dat kwam pas eind jaren ‘90. Het was uitgerekend het kabinet Kok die in 1998 de vergunningsplicht voor uitzendbureaus afschafte. Later is ook het arbeidsrecht in het BW geflexibiliseerd. De premie inning van de werknemersverzekeringen ging naar de belastingdienst en die kon de handhaving op zzp constructies natuurlijk niet bolwerken, vandaar het handhavingsmoratiorium. Daarbovenop kwam de intrede van de Polen, Bilgaren etc. op onze arbeidsmarkt. Dus met 1,2 MILJOEN arbeidsmigranten in voor 93% onderbetaalde flexbetrekkingen komt er een enorme golf van armoede op Nederland af, die de gevolgen van de vergrijzing in Nederland versterkt. Daarnaast heeft Nederland inmiddels honderdduizenden schijnzelfstandigen. Waar Duitsland allang maatregelen heeft genomen tegen de groei van lage lonen arbeid, hebben de neoliberale kabinetten Rutte BEWUST geen enkele maatregel genomen. Van de - nogal softe - voorstellen Roemer is NIETS ingevoerd. VVD en D66 zitten in de vertragingsmodus. De bedoeling is om het terugdraaien van de flexibilisering zoveel mogelijk te vertragen. Er wordt immers, door de achterban van deze partijen, veel geld verdiend. Maar dat is over de rug van de belastingbetaler. Dit gaat leiden tot een enorme rekening in de toekomst.
Hielco Wiersma
De (centrale) Overheid opereert regelmatig te veel vanuit een zwart/wit denkwijze. Zeker bij een Overheid kan 100% marktconform denken of 180 graden verandering tot grote fouten leiden (toeslagenaffaire, box 3, zorgverzekering/zorgkosten e.d. Een gulden middenweg vinden is in overheidsland veelal een beter begaanbare weg en leidt ook tot consistenter beleid. Dus niet te veel en/of denken, maar meer én, én.
Advertentie