Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

‘De stad verdient een plek binnen het CDA’

De Leidse CDA-wethouder Jan-Jaap de Haan wordt alom geprezen om zijn cultuurbeleid. Samen met leeftijdgenoten in het lokale bestuur probeert hij nu zijn partij te porren voor meer stadse invloeden. 

03 februari 2012

Gemiste oproepen, sms’jes, tweets. Lieve help, dacht Jan-Jaap de Haan toen hij na een voldane nachtrust zijn bril opzette en de smartphone inspecteerde. Er zou toch niets gebeurd zijn met het Glazen Huis op de Beestenmarkt? Scrollend stuitte de Leidense wethouder op talloze felicitaties. Gelukkig, geen ramp, maar gefeliciteerd waarmee? De Haan: ‘“Mooie plek”, las ik, maar waar ging het over? Totdat een bericht een link bevatte naar TV West en ik de krant van de mat pakte. 


Toen zag ik dat ik nummer 8 was in de lijst van Beste Bestuurders. Ik wist niet eens dat ik op een lijst zou komen. Het is natuurlijk ook geluk hebben dat mooie dingen als de nieuwe cultuurnota, een nieuw poppodium en het Glazen Huis mij positief in het nieuws hebben gebracht. Later zag ik pas dat ik de enige CDA’er in die lijst was, wat ik wel jammer vond.’

De Haan is hot. De actie 3FM Serious Request voor het Rode Kruis in het Glazen Huis op de Beestenmarkt levert een recordbedrag op en opeens gonst je naam rond als mogelijke opvolger van partijgenoot Liesbeth Spies als gedeputeerde in Zuid-Holland. Het overkwam de Leidse CDA-wethouder Jan-Jaap de Haan (37) eind vorig jaar in amper een week tijd. Hij moet er hartelijk om lachen. ‘Ik belandde in een Professor Doctor Akkermans- scenario waarbij ik met enige zelfrelativering de voor die act gewenste antwoorden heb gegeven. Toen mij gevraagd werd naar de opvolging van Liesbeth Spies, kon ik alleen maar zeggen dat er een verschil is tussen genoemd worden en gebeld worden.’

Jan-Jaap verhuisde niet naar het Provinciehuis en bleef in Leiden. Geen auto met chauffeur dus voor De Haan, die iedere dag op de fi ets naar het gemeentehuis komt. De kans dat wethouder Jan-Jaap de Haan (cultuur, werk en inkomen) in de nabije toekomst wél wordt gebeld door de partij om in het belang van het openbaar bestuur en in het belang van het CDA een overstap te maken, is niet denkbeeldig. Een nieuw politiek gezicht, een nieuw geluid, jong en uit een redelijk grote stad.

Zoveel bestuurders in die categorie heeft het CDA niet. En ook nog eens in die stad om zijn beleid bejubeld – kom daar eens om als CDA-wethouder voor cultuur in dit huidige tijdsgewricht. De stad bezuinigt niet op cultuur, maar schudt de cultuurwereld wel op. Wethouder De Haan: Onze nieuwe cultuurnota is geen instellingennotitie, maar een doelstellingennotitie. Er staat ook niet in hoeveel iedereen krijgt, maar wat de cultuursector in Leiden moet bereiken. Als we dit jaar de subsidies gaan herverdelen, beoordelen we in hoeverre de culturele instellingen bijdragen aan de doelstellingen in de nota.’

Facebook

De culturele wereld in Leiden reageerde enthousiast op De Haans nieuwe cultuurnota voor 2012-2018. Hoe dat komt? Wethouder De Haan: ‘We hebben in Leiden een fl interdun coalitieakkoord van twee pagina’s, waardoor je op zoek moet naar wisselende meerderheden, maar ook een bestuursakkoord met alle partijen in de gemeenteraad. Dat stimuleert mij om altijd naar een groot draagvlak te streven. In de raad én in de stad. Het proces om tot de cultuurnota te komen, heeft dat draagvlak opgeleverd. We hebben hem niet in het stadhuis bedacht, maar interactief via Facebook, Twitter en Linked- In en tijdens ontbijten en bijeenkomsten ontworpen.

Dat proces was trouwens een doel op zich, want we hadden in Leiden wel veel cultuur maar geen cultuursector. Iedereen deed zijn eigen ding. Om het beleid te laten slagen en het ondernemerschap te bevorderen, moest er een sector geboren worden, waarbij men elkaar niet langer ziet als concurrent maar als collega. Geen geklaag meer over het aanbod van een ander of jammeren over de voorzieningen.’

Kwalijk toontje

Het CDA-zijn heeft hem in de ‘strijd’ om de cultuurnota geen kwaad gedaan, zegt De Haan, integendeel. De wethouder: ‘Als je niet van de geijkte politieke partij bent die in de cultuurhoek wordt verwacht, dan hoef je ook niet aan de verwachtingen te voldoen. Dat biedt meer mogelijkheden om te verrassen, zeker als je duidelijk maakt dat je echt van cultuur houdt. Je hebt ook minder verplichtingen naar de achterban toe.’

De Haans aanzien in de Leidse cultuurwereld steeg nog meer, toen hij eind vorig jaar zijn nek uitstak en zich aansloot bij de ‘Schreeuw voor cultuur’. De wethouder stoorde zich aan de toon die het kabinet-Rutte over de cultuur aansloeg. Jan-Jaap de Haan: ‘Het gebrek aan waardering van dit kabinet voor de cultuur was kwetsender dan het gebrek aan geld. In Leiden bezuinigen we niet op cultuur. Dat het Rijk dat wel doet, is vervelend, maar wat ik vooral kwalijk vond is het toontje. Dat men sprak over een ‘subsidie-infuus’ of ‘dat geen hond komt’, zoals de premier zei; de man heeft nota bene voorgespeeld bij het conservatorium.

Museum Boerhaave moest van het Rijk in 6 maanden 7 ton extra binnen halen. Dat is een enorme klus, als je geen Zonnebloemen aan de muren hebt hangen, waarvoor de Amerikanen en Japanners vanzelf komen. Dat cultuurmakers ondernemers moeten zijn, is helemaal waar. Maar het schamperen over de bezoekersaantallen was, gezien de unieke wetenschappelijke instrumenten van Boerhaave, beneden peil.’ Door donaties en een benefi etavond is het museum overigens gered.

Niet alleen als het gaat om de cultuur laat De Haan een duidelijk lokaal geluid horen. De Haan: ‘De nieuwe Wet werken naar vermogen is in Den Haag in beton gegoten, maar ik ben er oprecht van overtuigd dat onze sociale werkvoorziening deze bezuinigingen niet kán realiseren. De wet biedt een prachtig ideaal van mensen met een handicap die weer de arbeidsmarkt op gaan, maar het kan niet op deze manier. Aan het verhaal waarom de wet sociaal is, kom je daardoor vaak niet toe. Als bestuurder ken ik de economische binnen- en buitenkant van dit bedrijf en het kán niet. Je kunt de loonkostensubsidie niet met 20 procent verminderen als je iedereen hetzelfde moet blijven betalen en in dienst moet houden.

In een normaal bedrijf zou je de lonen moeten verlagen of mensen ontslaan. Maar dit is een bijzonder bedrijf en het regeerakkoord beperkt de mogelijkheden. Iedereen houdt zijn baan, niemand wordt herkeurd en de cao blijft in stand. Prachtig opgeschreven, maar het maakt de bezuiniging onrealistisch. Geef ons de knoppen om te draaien, geef ons de ruimte.’

Verstikkend

De huidige staat waarin zijn partij verkeert, biedt De Haan de kans om zijn zorgen naar voren te brengen. ‘Het interessante aan deze tijd is dat mensen met ideeën die ideeën mogen en kunnen spuien en ook de discussie kunnen aangaan. Ik ben daar trots op. Er is juist geen sprake van verstikkende partijdiscipline, maar de partij mag wel van mij verwachten dat ik het spel netjes speel’, aldus Jan-Jaap de Haan. Dus lobbiet De Haan heel keurig met een aantal andere stedelijke CDA-bestuurders en leeftijdsgenoten voor het belang van de stad.

Hij zegt: ‘Het CDA moet met een nieuwe generatie politici relevant willen worden in de steden. De stad moet herwonnen worden. Om die reden volg ik de landelijke politiek nauwgezet. Niet om mijn wethouderszetel, want die kan ik ook vanavond in de raad verliezen, maar omdat ik vind dat het CDA een plek verdient in de stad en de stad een plek in het CDA. De stad is wat mij betreft een metafoor voor mensen met een stedelijke levensstijl. We hebben nieuwe aansprekende gezichten nodig en nieuwe verhalen die mensen overtuigen. En dan moet je het geluk hebben dat de juiste persoon op het juiste moment komt.’

Oogstjaren

Jan-Jaap de Haan uit Leiden wellicht? Hij is aan zijn tweede termijn bezig, de oogstjaren, een derde termijn is er doorgaans een van problemen en teleurstellingen. De verrassing is eraf. Tijd om rond te neuzen? De landelijke politiek is ver weg, zegt hij, de Leidse politiek heeft nu prioriteit, maar of hij zijn vleugels elders zal uitslaan in het lokale bestuur?

De Haan: ‘Je vraagt aan een man die gelukkig is getrouwd of hij zich kan voorstellen dat hij ooit met een ander trouwt. Ik zou nu nergens anders willen zijn. Dit is mijn stad. Groot, maar met een menselijke maat. Ik kan op de fi ets stappen als een groep archeologen iets heeft gevonden. Misschien dat ik wel in een andere stad zou kúnnen besturen, maar of ik dat wil? Het zou een bijzondere stad moeten zijn om er een klik mee te hebben. Het wethouderschap is geen trucje dat ik willekeurig waar ook kan doen. Ik ben geen marktkoopman die op dinsdag schoenen kan verkopen en op vrijdag vis. Ik moet echt geloven in wat ik doe.’


CV
Jan-Jaap de Haan (Nijmegen, 23 juli 1974) studeerde politicologie in Leiden en werd daar lid van het CDA. In 1997 werd hij assistent van Tweede Kamerlid Jacob Reitsma. In 2001 ging hij bij de VNG aan de slag, om in 2006 te gaan lobbyen voor de gemeente Den Haag als adviseur parlementaire contacten. In 2002 werd hij raadslid in Leiden en in 2007 wethouder voor cultuur, werk en inkomen. Na de verkiezingen van 2010 behield hij deze portefeuille.


‘Vanuit een comfortabele positie lef tonen’.
 

Wat heb je met de publieke zaak?
Ik heb iets met de manier waarop de kracht van ideeën mensen in beweging kan brengen. Politiek gaat over de wijze waarop macht wordt gevormd. Als politicoloog vind ik het interessant om te zien welke ideeën daarin uiteindelijk de boventoon gaan voeren maar ook om te zien hoe dat de samenleving beïnvloedt. Ik geloof niet in een maakbare samenleving, maar wel dat mensen de potentie hebben om er iets moois van te maken.

Wat is je grootste succes?
Dat het is gelukt om een nieuw muziekcentrum tussen de Marktsteeg en de Lange Scheistraat van de grond te krijgen. Het heeft even geduurd. Ik ben er in de oppositie in 2006 mee begonnen met een initiatiefraadsvoorstel en na allerlei ingewikkelde stappen en geld vergaren was de gehele raad, op de ChristenUnie na, er eind vorig jaar voor. En dan heb je het toch over een project van 13 miljoen euro. Trots ben ik als ik in de Atlas voor gemeenten lees dat Leiden de vierde cultuurstad van het land is. Trots ben ik als het Glazen Huis van 3FM, waar ik mij als verantwoordelijk wethouder samen met een stel jonge honden en Leiden Marketing enorm voor heb ingezet, een wereldsucces is.

Je grootste teleurstelling?
Poeh, dat zou ik niet zo weten. Nou, ja, het Pilgrimjaar. Wij zijn de stad van de Pilgrim Fathers, die hier in het begin van de 17e eeuw 11 jaar hebben gewoond voordat ze naar Amerika gingen. We hebben dat geprobeerd te vieren in 2009, 400 jaar nadat ze toestemming kregen om hier te leven. Dat heeft niet gebracht wat ik had gehoopt. Jammer, want uit die groep zijn veel presidenten voortgekomen, ook Barack Obama. Via zijn moeder is hij verwant aan de Pilgrims. Zijn voorouders hebben hier aan het Pieterskerkhof gewoond. Als hij ooit op staatsbezoek komt, dan moet hij naar Leiden komen.

Wie is je politieke voorbeeld?
Er is niet één voorbeeld. Ik ben gefascineerd door mensen als Gorbatjsov in Rusland en De Klerk in Zuid-Afrika die vanuit een comfortabele positie vernieuwing tot stand hebben gebracht, zonder dat ze verplicht waren hun nek daarvoor uit te steken. Lef, dat inspireert. Als het aankomt op politieke behendigheid, buiten het CDA, dan was ik verrast door mijn voorganger Alexander Pechtold. Hij heeft zijn partij van een wisse dood gered. Hij heeft met de partij een nieuwe agenda gemaakt. Ophouden met dat gezeur over de gekozen burgemeester en gaan praten over onderwijs en duurzaamheid.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie