Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Liever vrije lokalo dan partijtijger

Het aantal partijloze burgemeesters neemt toe. Het zijn er inmiddels dertig. Een partijloze burgemeester staat per definitie boven de partijen en is, inherent aan zijn ambt, onafhankelijk.

03 september 2021
Annemarie-Penn-te-Strake.1.jpg

Het aantal partijloze burgemeesters neemt toe. Het zijn er inmiddels dertig. Een partijloze burgemeester staat per definitie boven de partijen en is, inherent aan zijn ambt, onafhankelijk. Dat levert krediet op. Maar: ‘Je kunt niet terugvallen op een partij als het niet lekker zit.’

De partijloze burgemeester rukt op

‘Eigenlijk zouden er al honderd partijloze burgemeesters moeten zijn’, vindt burgemeester Gerrit Jan Gorter van Zeewolde, de langstzittende partijloze burgemeester (sinds 2007). Hij wijst op het aandeel stemmen voor lokale partijen bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen, bijna 30 procent. Toch mogen de ‘partijlozen’ niet klagen, want met dertig bekleden ze meer posten dan een grote landelijke partij als D66 (28). En ze bezetten niet de minste plaatsen. Onlangs kreeg Alkmaar Anja Schouten, voorheen korpschef van de politie Noord-Holland, als nieuwe burgemeester en ook de gemeente Waalwijk mocht een partijloze burgemeester begroeten in de persoon van Sascha Ausems, voorheen zorgbestuurder. Twee provinciehoofdsteden hebben een partijloze burgemeester: Assen (Marco Out, stapte tijdens zijn ambtsperiode uit de VVD) en Maastricht (Annemarie Penn-Te Strake, voorheen vicepresident van de rechtbank Maastricht en lid van het College van procureurs-generaal in Den Haag).

Alleen al in de eerste helft van 2021 kwamen er een stuk of zes partijloze burgemeesters bij, aldus onderzoeker Sabine van Zuydam onlangs in Binnenlands Bestuur in een artikel over haar boek over onder meer burgemeestersbenoemingen. ‘Kleine verschuivingen, maar er is een kentering in gang gezet’, zei ze toen. Maar is er eigenlijk niet al een gróte verschuiving gaande? ‘Tja, waar zet je het tegen af?’, zegt ze nu. ‘Er zijn nu 352 burgemeesters, dus het is nog een klein deel, maar het is wel groeiende.’

Het beeld dat je lid moet zijn van een politieke partij, omdat je anders geen kans maakt om burgemeester te worden, geldt niet meer, constateert Van Zuydam. ‘Daarbij is de toename verklaarbaar, omdat lokale partijen een groot aandeel hebben in raden.’ Een deel van de partijloze burgemeesters was in een vorige gemeente wethouder van een lokale partij. ‘Vaak zijn ze niet lid van een landelijke partij, het benadrukken van partijonafhankelijkheid zou dan een symboolfunctie kunnen hebben.’

Boven partijen
Een voordeel van de partijloze burgemeester kan zijn dat je steviger kunt onderst repen dat je boven de partijen staat. Je bent immers minder gebonden aan politieke kleur en opvatting. ‘Maar je neemt ook je eigen ideeën mee, dus die komen wel tot uitdrukking.’ Ook burgemeesters die wel lid zijn van een partij beroepen zich volgens Van Zuydam op hun onafhankelijkheid. ‘Die profileren zich niet politiek.’

Eduard van Zuijlen werd als burgemeester vaak aangesproken op het feit dat hij een prominent partijlid was van GroenLinks. ‘Ik moest destijds acties verdedigen van de partij waar ik niet per se achter stond. Ik kreeg er last van.’ Daarop besloot Van Zuijlen zijn lidmaatschap op te zeggen. De huidige partijloze burgemeester van Enkhuizen sluit echter niet uit dat hij ooit opnieuw lid wordt van een politieke partij. ‘Ik vind dat een persoonlijke keuze. Het zou geen issue moeten zijn. Je moet boven de partijen staan als burgemeester. Ik ken weinig burgemeesters die veel aan partijactiviteiten meedoen.’

Bij zijn sollicitatie speelde het feit dat hij partijloos is geen rol, zover hij weet. ‘Het was geen issue in positieve zin, dat ik bijvoorbeeld meer onafhankelijk zou zijn, en niet in negatieve zin, dat ik geen netwerk in Den Haag zou hebben. Het kwam niet aan de orde. Ik vond dat wel mooi.’

Burgemeesters die wel lid zijn van een partij zouden gemakkelijker toegang kunnen hebben tot de Tweede Kamer of Provinciale Staten, maar dat is niet per se een gegeven, vindt Van Zuijlen. ‘Ik was al elf jaar burgemeester, dus je houdt de relaties in stand. Los van het partijlidmaatschap, moet je sowieso een netwerk opbouwen.’ Als hij wat breder kijkt, merkt Van Zuijlen dat vertrouwenscommissies meer naar persoonlijkheidskenmerken en competenties zoeken. ‘Het competentieprofiel speelt een hoofdrol, terwijl dat vroeger een papieren tijger was. Ik denk dat nu veel meer gekeken wordt naar: met wie hebben we hier te maken?’

Netwerk
In de profielschets is het hebben van een netwerk heel belangrijk, beaamt onderzoeker Van Zuydam. ‘Of dat snel kunnen opbouwen. De band met Den Haag wordt niet als eerste genoemd, misschien in een grotere gemeente net iets eerder wel. Het gaat vooral om de regio en daarna pas Den Haag en Europa. Welke vaardigheid heb je in het netwerken, heb je dat in eerdere ambten laten zien? Dat kan ook zonder partij. Je kunt dan op een specifiek thema of issue Kamerleden opzoeken in plaats van ideologisch gebonden.’ Van Zuydam ziet ook steeds vaker de lokale link met de burgemeester. Is deze opgegroeid in de gemeente of heeft de kandidaat binding met de streek. Een carrièreburgemeester, zoals Opstelten, zie je minder. De link met de lokale gemeenschap komt vaker terug.’

Zowel met haar netwerk in Den Haag als haar ‘roots’ kan burgemeester Nelly Kalfs van Lingewaard daarover meepraten. De sociaal-wetenschapper woonde haar hele jeugd in de streek en werkte later als ambtenaar op het ministerie van Verkeer en Waterstaat en bij de gemeente Amsterdam. Voor ze burgemeester werd, was ze hoofdingenieur- directeur bij Rijkswaterstaat Oost-Nederland. Inmiddels is ze bijna een jaar burgemeester, en partijloos. ‘Ik ben iemand die altijd probeert alle belangen mee te wegen. Onafhankelijkheid en de zaken op zijn merites bekijken, zit in mijn genen. Dat past bij een burgemeester: boven de partijen staan.’

Kalfs wilde nog een laatste carrièrestap maken en was daarvoor op zoek naar ‘iets heel anders’, buiten haar comfortzone. ‘Toen ik me aan het oriënteren was, kwam ik in contact met degene die voor de minister burgemeestersprocessen regelt. Die vroeg mij: zou je geen burgemeester willen worden? Ik zei: kan dat dan? Ik ben geen lid van een partij. Hij zei: denk er eens over na. Er komen steeds meer partijloze burgemeesters.’

Glimlach
Kalfs was te laat voor het ‘burgemeestersklasje’ van het ministerie en besloot daarom zelf maar mee te lopen met de waar nemend burgemeester van Lingewaard. ‘Mijn man vertelde mij dat ik daarna thuiskwam met een glimlach van oor tot oor.’ Daarna ging ze bij de commissaris langs om te vragen of ze ‘benoembaar’ was.’ Kalfs kende de cultuur in Lingewaard, ze was er opgegroeid en volgens het profiel was een ‘zij-instromer’ mogelijk. ‘Politieke ervaring was een pre, maar geen must. Ze zochten een verbindend persoon, maar ze kregen met mij ook humor en een vakvrouw. Dat stond niet in de vacature, maar gaf de doorslag.’ Of het feit dat ze ‘partijloos’ is een rol heeft gespeeld, heeft Kalfs niet direct van de commissie gehoord. ‘Er is enig risico als je iemand kiest die niet uit de politiek komt, maar ze schatten mij wel in als politiek-bestuurlijk gevoelig en in staat om te leren.’

Zelf vindt ze het voordeel van ‘partijloos zijn’ dat ze niet aan een standpunt of partij wordt gelinkt. ‘Je hebt een onafhankelijke rol.’ Ze kan zich voorstellen dat een oud-wethouder eerst moet ‘ont-wethouderen’. De acceptatie lijkt groter als je niet gelinkt bent aan een politieke partij, maar dat is mijn eigen beeld.’ Aan het politieke spel moest ze wennen. ‘Nu begrijp ik het, maar in het begin had ik er moeite mee. Daar praat je dan veel over met het college om je rol als voorzitter goed te kunnen uitoefenen. Ik maakte kennis met alle raadsleden en vroeg ze waarom ze de politiek in waren gegaan en naar hun stijl. Vanuit die kennis kun je je rol beter vervullen, je weet dan wat er speelt.’

En als partijloos burgemeester kan ze boven de partijen hangen. ‘Zeker bij conflicten. Je bent van iedereen.’ Contacten in Den Haag heeft ze wel, ze kent er vooral de ambtelijke situatie goed. ‘Met een partijachtergrond is het misschien gemakkelijker om er potten te breken, maar je kunt er ook een wethouder op afsturen.’ ‘Ik zit 35 jaar in de politiek en heb maar één keer meegemaakt dat ‘landelijken’ wel ‘even naar Den Haag’ zouden gaan om iets te regelen. Nou, ze hebben niets voor elkaar gekregen’, memoreert Gerrit Jan Gorter. ‘Je moet lokaal het werk doen en onafhankelijk zijn.’ Gorter was nooit lid van een partij, maar wel lang bestuurder voor een lokale partij, waarvan hij aan de wieg stond en waar hij raadslid en wethouder voor was. Daarna was hij beleidsadviseur van een burgemeester en vroeg hij een aantal van hen hoe anders dat was dan het wethouderschap. ‘Ik moest eerst maar eens lid worden van een landelijke partij en met lobbyisten in de weer, anders zou het heel lastig worden.’

Kwaliteit
In 2007 was hij een van de weinige ‘lokalo’s’. ‘Ze zochten iemand die boven de partijen en in het verenigingsleven stond met bestuurlijk en ambtelijke ervaring. Een schaap met vijf poten.’ In 2021 zit hij in zijn derde termijn en mag hij ‘aanstormende’ burgemeesters in het BZK-klasje vertellen wat je allemaal kunt meemaken als burgemeester. Hij ziet er steeds meer zij-instromers vanuit de politie, brandweer, de zorg. ‘Men kiest voor kwaliteit. Niet meer op partij, want dat kan op je afstralen.’ In het klasje leren kandidaten over gemeenterecht en bevoegdheden van burgemeesters. ‘Beter dan leren vanuit partijdogma’s.’

Gorter ziet soms leuke combinaties voorbijkomen, zoals een burgemeester van een landelijke partij in een gemeente waar die partij geen of maar één zetel heeft. ‘Dat betekent dat je de beste kandidaat hebt gekozen.’ Hij adviseert wethouders van lokale partijen om zitting te nemen in VNG-commissies. ‘Wat is een netwerk in Den Haag? Is het echte netwerk niet de VNG? Als je daar een netwerk hebt, kun je meepraten over beleidsonderwerpen en advisering op wet- en regelgeving. Dat voordeel kun je gebruiken. Vanaf 1994 heb ik meegepraat en over grenzen heen gekeken. Pak die voordelen, dan is er voor jou mogelijk ook kans om burgemeester te worden.’

Op de vraag wat de partijloze burgemeester kan toevoegen aan het politiek-bestuurlijke landschap, noemt Gorter de grote mate van onafhankelijkheid. ‘Het voorkomen van achterdocht in de omgeving waar je burgemeester bent. Je wordt niet in een hokje gestopt, niet met een partij geassocieerd of met de prestaties van de lokale tak van die partij. Maar je moet het zelf waarmaken. Je kunt niet terugvallen op een partij als het niet lekker zit. Je bent een selfmade man in een glazen huis.’

Van Zuydam vindt de partijloze burgemeester een uitdrukking van de professionalisering van het ambt. ‘Gegeven de vele opgaven die op het bordje van gemeenten liggen, kan de partijloze burgemeester een nuttige bijdrage leveren. Ook ten aanzien van de dualisering, de politieke fragmentering en de vele tegenstellingen. Zeker als partijloze burgemeesters van buiten de politiek komen, hebben ze vaak ook andere perspectieven op het openbaar bestuur.’


‘Kleur doet er minder toe’
Twintig jaar geleden werd bij burgemeestersbenoemingen regelmatig fors afgeweken van het advies van de gemeenteraad, vertelt oud-Tweede Kamerlid en oud-waarnemend burgemeester Dick de Cloe (PvdA) die tot die tijd voor burgemeestersposten lobbyde voor zijn partij. ‘Ik heb eraan bijgedragen.’ Van de vertrouwenscommissie ging het voorkeurslijstje dan naar de cdk.

‘Die veranderde dan wel eens de volgorde en de minister soms ook. Hans Dijkstal was in Paars-2 de laatste minister van Binnenlandse Zaken die dat kon en hij week zelfs in 25 procent van de gevallen af van wat door de gemeenteraad werd aanbevolen. Je kunt je voorstellen dat gemeenten dan gebruuskeerd waren.’

Zelf was De Cloe er groot voorstander van om het zwaartepunt bij de gemeente te leggen. Hij diende daarvoor in 2002 een motie in. ‘Toen is die wet er gekomen. Via een amendement kreeg ik erdoorheen dat de aanbeveling ook openbaar werd, zodat de minister alleen op zwaarwegende gronden om de raad heen kon, niet vanwege politieke kleur. Daarna is nooit meer afgeweken van de wens van de gemeenteraad.’ De Cloe noemt het aantal van dertig partijloze burgemeesters ‘opmerkelijk, maar vanzelfsprekend’. ‘Het is iets van de laatste jaren. Daarvoor gebeurde het incidenteel dat een burgemeester bedankte voor het lidmaatschap van een politieke partij.

Nu zien we de opkomst van niet-gebonden partijen en de vruchten van het nieuwe systeem: politieke kleur doet er minder toe. De gemeenteraad maakt het echt uit: wij willen de beste burgemeester voor onze gemeente. Een andere reden is dat grote politieke partijen minder aanhang krijgen. In gemeenteraden zie je ook veel meer kleine en lokale partijen en versplintering. Daardoor wordt de politieke kleur minder relevant en zijn minder wethouders gebonden aan een partij. Als ze het goed doen, kunnen ze ook burgemeester worden.’


Lijst partijloze burgemeesters

Oebele Brouwer (Achtkarspelen)

Anja Schouten (Alkmaar)

Joeri Minses (Alphen-Chaam)

Marco Out (tot 2018 VVD, Assen)

Karen Heerschop (wnd, Beemster)

Caroline van den Elsen (Boekel)

Ronald van Meygaarden (Boxtel)

Klaas Agricola (Dantumadeel)

Lieke Sievers (Edam-Volendam)

Wim Wouter (Eersel)

Eduard van Zuijlen (voorheen GroenLinks, Enkhuizen)

Dorine Burmanje (wnd, Ermelo)

Marian Witte (Geertruidenberg)

Nicole Ramaekers-Rutjens (Gulpen-Wittem)

Arie van Erk (Hillegom)

Marnix Bakermans (Landerd)

Jan Schrijen (wnd, voorheen VVD, Landgraaf)

Nelly Kalfs (Lingewaard)

Annemarie Penn-Te Strake (Maastricht)

Ester Weststeijn-Vermaat (Rozendaal)

Dilia Blok (Someren)

Jan ten Kate (Staphorst)

Ap Reinders (Stichtse Vecht)

Wilmien Haverkamp-Wenker (Tubbergen)

Marcel Thijssen (voorheen PvdA, Tynaarlo)

Daan Prevoo (voorheen SP, Valkenburg aan de Geul)

Gert Jan Kats (voorheen SGP, Veenendaal)

Sjors Fröhlich (Vijfheerenlanden)

Sacha Ausems (Waalwijk)

Gerrit Jan Gorter (voorheen Gemeentebelangen Raalte, Zeewolde)

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie