De overheid: altijd erger
Wat interactieve beleidsvorming voor de jaren negentig was, is administratieve lastenvermindering voor het eerste decennium van het nieuwe millenium: een hardnekkig toverwoord waarmee de verschillende overheden proberen te laten zien dat ze heus luisteren naar de burger. En niet op zichzelf gerichte organisaties zijn, die klakkeloos uitvoeren wat een willekeurige politicus-aan-de-macht wil: meer regels.
Als jong en naïef ambtenaar in de jaren negentig had ik geen snelle lease-auto, spetterende bonussen of een handgemaakt pak, maar ik was wel degelijk hip. Want ik was een voorstander van interactieve beleidsvorming: de burger betrekken bij de besluitvorming en mee laten denken over oplossingen. Een vernieuwende vorm van de in de jaren zeventig en tachtig ontwikkelde inspraakprocedures.
Die interactieve beleidsvorming kreeg meerdere verschijningsvormen. Zo had Verkeer en Waterstaat het 'Infralab', dat iets deed met de snelweg A44 bij Den Haag. Al mocht dit volgens de fijnproevers dan weer geen interactieve beleidsvorming heten.
Er verscheen ook een handboek met richtlijnen voor interactieve beleidsvorming. En daarmee was een aardig concept om burgerparticipatie vorm te geven versteend tot de zoveelste procedurele hobbel bij beleidsontwikkeling.
Ambtenaren die na dit debâcle hip wilden zijn (waaronder ikzelf), stapten over op een nieuw toverwoord: administratieve lastenvermindering. Geïnitieerd door minister Zalm, die het namens de VVD belachelijk vond dat een horeca-ondernemer honderd pagina's met regels, verordeningen en vergunningen-aanvragen moest doorworstelen voordat hij zijn toko kon openen.
Weg met al die regels!
Naar goed Financiën-gebruik werden er rekenmodellen bedacht waarmee je kon berekenen hoe hoog de administratieve lasten waren, wetten werden gebundeld en afgeschaft, basisadministraties ingericht, gemeenschappelijke XBRL-talen ontwikkeld, projectgroepen ingesteld en weer opgeheven.
Al deze inspanningen om de administratieve lasten te verminderen, zijn nu, zo begrijp ik uit een bericht van Binnenlands Bestuur van 23 september, uitgemond in een heuse roadshow, waar ministeriële ambtenaren gaan uitleggen aan gemeenteambtenaren hoe je administratieve lasten vermindert.
Ondertussen zucht de ervaren ambtenaar diep bij het woord administratieve lastenvermindering. Want al zijn de administratieve lasten de afgelopen jaren afgenomen, het geklaag over bureaucratie is niet minder geworden. Integendeel. Als je de Nationale Ombudsman mag geloven, is het alleen maar erger geworden.
En daarmee is ook het probleem van dit soort toverwoorden duidelijk gemaakt. Ze veranderen niets aan de beleving van de burger: overheden zijn per definitie bureaucratisch en in zichzelf gekeerd, zelfs als ze dat niet zijn.
En het wordt altijd erger, nooit beter.
In een voorlichtingsfilmpje, dat het succes van de administratieve lastenvermindering van de afgelopen jaren bezingt, ergens op internet, wordt een ondernemer geïnterviewd. 'Je gaat nu achter je computer zitten en regelt alles met de gemeente', legt hij uit. Dat vindt hij een hele verbetering. Maar toch is hij niet helemaal tevreden. 'Het is nu eenzamer', aldus zijn klacht. 'Vroeger had je nog contact met de persoon achter de balie.'
Het toverwoord voor hippe ambtenaren voor het komende decennium? Humanisering van de overheid.
Paul Lensink
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.