Advertentie

De lokroep van de onzichtbaarheidscape

Onzichtbaarheid leidt tot onfatsoenlijk gedrag, zo is in de wereldliteratuur te lezen. Dus maak integriteitskwesties zichtbaar, stelt Frank Kerckhaert, voorzitter van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid.

22 december 2015

Onzichtbaarheid, het is een thema dat ons al sinds mensenheugenis fascineert. In De Staat van Plato komt het verhaal voor van de herder Gyges die zich onzichtbaar kon maken. Hij misbruikt dat vermogen om de koning te vermoorden en diens plaats in te nemen. Plato stelt de vraag of een mens zich ook fatsoenlijk zou blijven gedragen als niemand hem kon zien.

Dat gold in elk geval niet voor de onzichtbare man uit het gelijknamige verhaal van H.G. Wells. Die waande zich onoverwinnelijk. Hij beging steeds ergere misdrijven, wat hem uiteindelijk fataal werd. Zelfs moreel onberispelijke helden als Frodo uit The Lord of the Rings en Harry Potter hadden grote moeite om de duistere lokroep te weerstaan die uitging van hun ring en hun cape.

De drang om onzichtbaar te willen zijn, komen we geregeld tegen bij integriteitskwesties. Maar gelukkig lang niet in zo'n lugubere vorm als bij Plato of H.G. Wells. Organisaties hebben de neiging een melding over een mogelijke misstand klein te willen houden. De melding wordt vertrouwelijk behandeld, over het verloop van het onderzoek wordt niets naar buiten gebracht en ook de afloop blijft geheim. 

Vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid is die hang naar zwijgzaamheid te begrijpen. De melder moet erop kunnen rekenen dat er behoedzaam wordt omgesprongen met persoonlijke informatie en hetzelfde geldt voor de mens(en) op wie de melding betrekking heeft. Maar als het onderzoek is afgerond is het in het algemeen een onverstandige keuze om er intern helemaal geen ruchtbaarheid aan te willen geven, ook als het onderzoek heeft uitgewezen dat er niets aan de hand is.

Allereerst geldt dat een onderzoek naar een integriteitskwestie zich nooit helemaal in het verborgene kan afspelen. Een melding komt nooit uit het niets. Er zijn altijd vermoedens en geruchten. Die kunnen hardnekkig blijken voortwoekeren. Door niet open te zijn, ontneem je jezelf als organisatie de kans om iets tegenover die geruchten te stellen. Ook de schijn van vooringenomenheid of vriendjespolitiek kan alleen maar bestreden worden door er glashelder en open over te communiceren. Anders wordt discreet handelen al snel aangezien voor onder de pet houden of met de mantel der liefde bedekken.

Bovendien kan een organisatie ook niet leren van een melding als niemand mag weten dat die melding er geweest is. Geen ‘lessons learned’ en dus ook niet het profijt dat je kunt hebben van een melding.

Maak, als het ook maar enigszins kan, aan je medewerkers duidelijk wat je hebt gedaan naar aanleiding van een melding. Zo laat je aan iedereen zien dat je een kwestie serieus hebt genomen en het leervermogen wordt maximaal aangesproken. Dus laat bij integriteitskwesties die onzichtbaarheidscape maar liever aan de kapstok hangen.
 
Frank Kerckhaert is voorzitter van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie