Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Coca-cola versus Zwijndrecht?

VNG, IPO, maar ook gemeenten en provincies hadden enkele weken geleden in Binnenlands Bestuur geen antwoord op de vraag wat de mogelijke gevolgen van het Trans-Atlantisch Vrijhandels- en Investeringsverdrag TTIP zijn voor lokale overheden. Volgens diverse Europarlementariërs doen zij er goed aan om de ontwikkelingen alsnog te volgen.

05 juni 2015

Gemeenten wachten de uitkomst van het TTIP-debat gelaten af. Onverstandig, zo vinden Nederlandse Europarlementariërs: een eventuele ISDS-clausule in het verdrag kan voor gemeenten grote gevolgen hebben. Positief én negatief.

VNG, IPO, maar ook gemeenten en provincies hadden enkele weken geleden in Binnenlands Bestuur geen antwoord op de vraag wat de mogelijke gevolgen van het Trans-Atlantisch Vrijhandels- en Investeringsverdrag TTIP zijn voor lokale overheden. Volgens diverse Europarlementariërs doen zij er goed aan om de ontwikkelingen alsnog te volgen. Begin juni 2015 stemt het parlement over het uiteindelijke advies aan de Europese Commissie bij de onderhandelingen met de Verenigde Staten. Bij een gelijkschakeling van standaarden tussen Amerika en Europa ontstaan er volgens TTIP-tegenstan­ders nogal wat doemscenario’s, zoals de intrede van chloorkippen, mogelijk verslechterende arbeidsomstandigheden en genetisch gemodificeerde gewassen in de Nederlandse schappen.

Maar de echte hete aardappel bij de onderhandelingen tussen Europa en Amerika lijkt het ‘Investor-State Dispute Settlement’ (ISDS) te zijn. Dit is een clausule in internationale handelsverdragen die de investeerder het recht geeft om zelfstandig een arbitragezaak tegen de overheid in een ander land aan te spannen, buiten de nationale rechters om. Bij een door de overheid genomen besluit kunnen Amerikaanse bedrijven op deze manier ook Nederlandse gemeenten aanklagen wanneer ze het niet eens zijn met beslissingen en er zo een schadevergoeding uitslepen.

Europarlementariër Anne-Marie Mineur (SP), commissielid internationale handel, vreest de ISDS-clausule. ‘Er is door Eurocommissaris Malmström een alternatief model van ISDS voorgesteld met een permanent hof van arbitrage, waarmee de arbiter middels een gedragscode onafhankelijk moet worden gehouden. Maar feit is dat Amerika niet geïnteresseerd is in zo’n hof en dat dit nog steeds betaald wordt door de investerende landen. De fundamentele bezwaren zijn hiermee dus ook nog niet verholpen.’

Een ISDS-clausule zorgt volgens Mineur voor een oncontroleerbaar systeem. ‘Een uitspraak van het hof kan niet worden aangevochten. Het kapitaal komt aan de macht, overheden hebben geen enkele invloed op zo’n uitspraak. Dat brengt risico’s met zich mee: producten moe­ten bij ons bewezen veilig zijn, maar in Amerika geldt het andersom: een consument moet eerst bewijzen dat iets onveilig is voor het niet langer op de markt mag verschijnen. Het ergste is: als parlement mogen wij straks hooguit ja of nee zeggen.’

Geen obstakel
Europarlementariër Hans van Baalen (VVD) kan zich niet vinden in de woorden van Mineur. TTIP moet er absoluut komen, vindt hij. ‘Vanuit economisch en strategisch oogpunt is het verdrag absoluut noodzakelijk. Ik heb verder geen enkel probleem met genetisch gemodificeerde gewassen of chloorkippen, zolang de consument maar kan identificeren wat hij koopt. De VVD heeft vertrouwen in de keuzes die mensen maken, niet in systemen.’ Voor van Baalen is de ISDS-clausule geen obstakel. ‘ISDS is niet belangrijk genoeg om TTIP tegen te houden.’

Het lijkt Marietje Schaake (D66), schaduwrapporteur bij de onderhandelingen, net als Van Baalen een goed idee om met het verdrag de samenwerking met de Verenigde Staten te verstevigen. ‘We moeten onnodige handelsbarrières wegnemen. De hervormingsplannen van het verdrag zijn een gigantische stap in de goede richting. Er ligt nu een voorstel voor een ander systeem in plaats van de veelbesproken ISDS-clausule, maar Amerikanen zien dit niet zitten. Vooral uit strategisch belang, als je het mij vraagt. Zij willen natuurlijk een zo gunstig mogelijk resultaat uit de onderhandelingen slepen.’

De ISDS-clausule is er om een gang naar de nationale rechter te voorkomen, vertelt Schaake. ‘In sommige landen, zoals Roemenië, is nog altijd veel corruptie en Amerikaanse investeerders zijn bang dat ze daar geen eerlijk proces krijgen.’ Volgens Schaake worden er over ISDS veel beweringen gedaan die niet kloppen. ‘Investeerders en overheden moeten er samen proberen uit te komen. Pas als er een geschil is, wordt er gebruik gemaakt van ISDS. Die geschillen zijn minder talrijk dan nu wordt voorgehou­den in de media. ISDS is eerder een soort verzekering voor investeerders in landen waar er geen goed rechtssysteem is.’

Het speciale hof voor handelsverdragen, zoals Eurocommissaris Malmström voorstelt, lijkt Schaake geen alternatief. ‘Een permanent hof dat zit te wachten op zaken die vermoedelijk nauwelijks voor zullen komen? Wat moeten zij gaan doen met hun tijd? Het idee is fantastisch, maar er hangt een flink kostenplaatje aan. Ik denk niet dat er zoveel zaken zullen zijn. Het is belangrijk om zo’n ISDS-clausule in de juiste context te zien.’

Heel protectionistisch
Wim van de Camp (CDA), net als Van Baalen plaatsvervangend commissielid Internationale handel, is ook groot voorstander van vrijhandel. ‘Amerika is nu nog heel protectionistisch, waardoor er kansen op meer export voor Nederlandse bedrijven blijven liggen.’

Gemeenten en provincies die via ISDS aangeklaagd kunnen worden, hoeven zich volgens Van de Camp nog geen zorgen te maken. ‘Die ISDS-clausule is niet zo’n probleem. Daar komen Amerika en Europa uiteindelijk wel uit, vermoed ik. Er liggen zelfs mooie kansen voor gemeenten en regio’s: neem bijvoorbeeld Helmond met z’n geavanceerde auto-industrie. Er kan daar flink worden bespaard als de veiligheidseisen van auto’s in de diverse continenten op elkaar worden afgestemd. Voor een provincie als Brabant met zijn technologie en veehouderij is het sowieso goed om handelsverdragen in de gaten te houden. Het kan de lokale economie een enorme stimulans geven waardoor er banen ontstaan. Zeker in kernen met grote specifieke bedrijfstakken. TTIP verdient meer aandacht dan er nu door gemeen­ten aan wordt gegeven.’

In een gemengd verdrag waarbij naast de EU ook nationale parlementen hun toestemming moeten geven voor een akkoord ziet Van de Camp wel iets. Of dat inderdaad gaat gebeuren is afwach­ten. ‘Dan moet het wel onmiddellijk in werking gaan. We gaan er niet nog zeven jaar op wachten.’

Voor tegenstander Mineur blijft TTIP en met name ISDS een doorn in het oog. Maar volgens haar is het CETA-verdrag met Canada, dat in 2016 al van kracht moet worden, een nog urgenter pro­bleem. ‘De media zijn gefocust op TTIP, maar bij CETA is de ISDS-clausule ook inbegrepen, zelfs met de ‘oude’ variant daarvan. Dit verdrag blijft geheel buiten beeld, terwijl Amerikanen enorme belangen hebben in de Canadese bedrijven. Ze kunnen daardoor volgend jaar hun rechtszaken al starten.’


PvdA Tiel vreest claims
De Tielse PvdA-­fractie maakt zich zorgen over TTIP. De partij vreest dat Amerikaanse be­drijven in Tiel niet hoeven te voldoen aan de regelgeving ter plaatse, omdat deze internationaal gelijkgetrokken wordt. Ook wordt gevreesd voor claims van Ame­rikaanse bedrijven bij de gemeente, wanneer zij schade ondervinden van een politiek besluit. Voorzitter Nathan Gradisen vindt dat gemeenten bij de regering moeten aandringen op aanpassing van het verdrag.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie