Advertentie

De inspraak voorbij

Het is met inspraak net als met schorseneren. Het is er nog wel, maar je hoort er bijna niemand meer over. Ooit, op de golven van de democratiseringsbeweging ‘uitgevonden’ in de vroege jaren zeventig, is inspraak mettertijd verworden tot een verplicht nummer in de vaderlandse procedurejungle. Wie de hooggespannen verwachtingen in de publicaties van destijds leest, kan een glimlach niet onderdrukken.

02 december 2008

Inspraak zou een opener democratie bevorderen, de kwaliteit van de besluitvorming verbeteren, de acceptatie van beleid verhogen en bijdragen aan een goede verstandhouding tussen burgers en overheid. ‘En het is ook goed voor de wereldvrede, wil een van mijn collega’s dan altijd standaard – en met een vrolijk gevoel voor cynisme – toevoegen.

 

Inmiddels is inspraak zo vaak verkeerd toegepast, dat het eerder averechts werkt. Ik ken bijvoorbeeld weinig burgers van wie de verstandhouding met de overheid verbeterd is, omdat ze hebben deelgenomen aan langslepende inspraakprocedures. En ook aan ‘de andere kant’ is de waardering niet echt groot. Uit wetenschappelijk èn betrouwbaar – want door mij zelf uitgevoerd – onderzoek in mijn eigen gemeente bleek het overgrote deel van de ambtenaren inspraak vooral te beschouwen als een externe toets op de kwaliteit van de voorgestelde plannen: ‘Soms ben je iets vergeten en dan is het handig dat een burger je daarop wijst’.

 

Gelukkig zijn er andere – beter bij deze tijd passende – alternatieven gevonden. Iedere zichzelf respecterende overheid experimenteerde het afgelopen decennium met andere vormen van burgerparticipatie. Voorlichters gingen zich van de weeromstuit communicatieadviseur noemen, haalden de participatieladder van zolder en bedachten, al dan niet daarin gesteund door als paddestoelen uit de grond schietende adviesbureaus, nieuwe methoden en werkvormen. Het tempo ligt daarbij hoog: de trends volgen elkaar sneller op dan trainers in de eredivisie. Wie nog steeds interactieve beleidsvorming niet heeft ingeruild voor alliantiemanagement, is op de burgerparticipatiemarkt absoluut passé en ‘wel heel erg 2007’.

 

Dat er sprake is van een heel divers en bloeiend aanbod, is afgelopen week nog eens aangetoond met het project ‘In actie met burgers’. Daarin ontwikkelen gemeenten, samen met de VNG en ons moederdepartement, ‘proeftuinen voor lokale democratie’, die er uiteindelijk toe moeten leiden dat burger en bestuur dichter bij elkaar worden gebracht.

 

Ik hoop alleen wel dat ons moederdepartement – of de Tweede Kamer voor mijn part – de natuurlijke neiging kan bedwingen die lessen weer te gieten in allerhande nieuwe regels en verordeningen. Want dat die neiging hardnekkig is, blijkt wel uit het voornemen van PvdA en CU in de Tweede Kamer om gemeenten een lokaal handvest op te dringen voor burgerparticipatie bij sloop- en renovatieplannen. Hoezo vermindering van regeldruk?

 

Volgens mij zijn gemeenten pas echt geholpen met een aanpassing van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij de dwingende verplichting verdwijnt op bepaalde beleidsterreinen inspraak toe te passen. Benoem in plaats daarvan nog wel de onderwerpen waarbij burgerparticipatie onderdeel moet zijn van de beleidsvoorbereiding, maar laat de vormgeving daarvan over aan ‘de eerste overheid. Het zou een mooi bewijs zijn voor de stelling dat deze regering écht werk wil maken van decentralisatie en deregulering.

 

Ad Burger

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie