Zwijgen over verboden contacten
Een gevangenismedewerkster onderhield een relatie met een gedetineerde. Maar ze bracht toch niemand in gevaar? Waarom dan toch oneervol ontslag?
Een gevangenismedewerkster onderhield een relatie met een gedetineerde. Maar ze bracht toch niemand in gevaar? Waarom dan toch oneervol ontslag?
In de clinch is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.
Jacqueline Haarling* werkt sinds 2003 bij een penitentiaire inrichting, onderdeel van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Na elf jaar wil ze ermee ophouden en verzoekt om eervol ontslag. Dat wordt door de minister van Veiligheid & Justitie, haar hoogste baas, ingewilligd.
Maar tussen haar verzoek en het daadwerkelijk ontslag komt een melding van Meld Misdaad Anoniem over haar binnen. Het eerdere besluit om haar eervol ontslag te verlenen wordt ingetrokken. Daar verzet mevrouw zich tegen en als ze ook van de rechtbank Noord-Nederland geen gelijk krijgt, stapt naar de Centrale Raad van Beroep. Die doet op 23 maart 2017 uitspraak.
Het uitgangspunt in het ambtenarenrecht luidt: iedere ambtenaar moet de ‘plichten die uit zijn functie voortvloeien nauwgezet en ijverig vervullen en zich gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt’, aldus artikel 50 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR). Doet de ambtenaar dat niet, dan bepaalt artikel 80 van het ARAR dat de ambtenaar disciplinair kan worden bestraft. Ontslag is een van de straffen die kan worden opgelegd. Dan is er ook nog de Gedragscode Dienst Justitiële Inrichtingen. Die wijst ‘verboden contacten’, zoals een andere dan een werkrelatie met een justitiabele van de hand. Is er toch sprake van zo’n contact of relatie, dan moet dit worden gemeld.
Haarling erkent alles: ja, ze onderhield met de gedetineerde een vriendschappelijke relatie. Hij stond zelfs ingeschreven op haar woonadres. Zij bezocht hem regelmatig in zijn gevangenis – ook nadat haar te kennen was gegeven dat niet meer te doen. En ze maakte geregeld geld over naar zijn rekening, waarvoor zij contant geld ontving van een persoon waarvan zij alleen de voornaam kende. Van dat alles maakte zij geen melding, hoewel ze op de hoogte was van de meldplicht.
Jacqueline Haarling verweert zich door te zeggen dat de veiligheid van haar collega’s niet in gevaar is gebracht, en zo’n relatie daarom moet kunnen. Ze mag toch ook haar gedetineerde zoon in een andere PI bezoeken? Dat klopt, zegt de Raad, van mevrouw kan in beginsel niet worden gevergd deze ‘relatie’ – op grond van bloedverwantschap – te verbreken. Het bezoeken van haar gedetineerde ‘vriend’ is iets anders, en niet toegestaan.
Er komt nog meer bij. Tussen 2010 en 2014 is Haarling diverse keren veroordeeld voor rijden onder invloed (een misdrijf) en een keer voor het niet nakomen van de Leerplichtwet; ook dat alles heeft zij niet gemeld.
Kortom: plichtsverzuim, wat haar kan worden toegerekend. De minister was dan ook bevoegd haar te ontslaan. Het ontslag is niet onevenredig aan de aard en ernst van het plichtsverzuim. De minister mag groot belang hechten aan integer en betrouwbaar gedrag van een medewerker van een PI. Door een misdrijf te plegen kan ze haar geloofwaardigheid ten opzichte van gedetineerden verliezen en zo een onaanvaardbaar veiligheidsrisico vormen. Ook door haar relatie met de gedetineerde niet te melden heeft zij potentiële veiligheidsrisico’s voor zichzelf, zoals chantage, maar ook voor haar collega’s en voor de inrichting in het leven geroepen. Dat het ontslag grote financiële gevolgen voor haar heeft – dat had ze zich moeten bedenken voordat ze zich in de liefde stortte.
*De naam is gefingeerd.
ECLI:NL:CRVB:2017:1151
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.