Conferentie toekomst Europa grote onbekende
De conferentie van wat? Meer dan tweederde van de lokaal en regionaal bestuurders in Nederland kent de Conferentie over de Toekomst van Europa niet. Tegelijk vindt ruim drie kwart van hen dat ze onvoldoende invloed hebben op het EU-beleid.
Veel lokale bestuurders hebben er nog nooit van gehoord
Dat blijkt uit onderzoek dat is uitgevoerd is in opdracht van het Comité van de Regio’s (CvdR), het Brussels adviesorgaan van lokale en regionale overheden. De onbekendheid ligt stukken tientallen procenten hoger dan het Europees gemiddelde van 46 procent.
Met de Conferentie over de Toekomst van Europa kan iedereen en vooral de burger meepraten over de instituties en het beleid van de Europese Unie. De Conferentie is een initiatief van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. Die drie instellingen zullen naar de burgers luisteren en aan de slag gaan met de aanbevelingen die de Conferentie oplevert. In het voorjaar van 2022 zal de Conferentie conclusies en richtsnoeren aannemen.
Klimaat
De Zwolse wethouder René de Heer (VVD, economie) en lid van het CvdR, denkt dat de onbekendheid zowel aan de afzender als de ontvanger ligt. ‘Misschien is de Europa awareness sowieso laag. Des te meer reden juist wel over de toekomst van Europa te praten. Immers veel van de grote opgaven zoals klimaat, energie, werk en veiligheid hebben een stevige Europese component’, zegt hij. ‘Het blijft voor Europa en de instituties lastig om goed duidelijk te maken wat Europees beleid betekent voor de inwoners. En aan de andere kant is de oriëntatie van de meeste mensen vaak lokaal of regionaal gericht. En is het vaak onduidelijk hoeveel effect ‘Europa’ daar heeft.'
Ook de leider van de Nederlandse delegatie in het CvdR, burgemeester Ellen Nauta van Hof van Twente, ziet dat de conferentie nog niet echt leeft. ‘Ik denk dat dit ligt aan het feit dat de conferentie centraal is gelanceerd. Het CvdR heeft vanaf het begin aangegeven dat debatten over de toekomst van Europa in de lokale gemeenschappen moeten worden gevoerd, door inwoners van de EU zelf.’
Europarlementariër Malik Azmani (VVD) zegt het een probleem te vinden dat het lokaal bestuur zo slecht op de hoogte is. ‘Daarmee wordt de kans ontlopen dat Nederlandse inwoners een bijdrage kunnen leveren aan hoe de toekomst van Europa er uit moet zien. Het gaat om de grootste uitdagingen dicht bij hen, zoals veiligheid, migratie en klimaat. Niet alleen inwoners van zuidelijke landen moeten meedoen. Ons lokaal bestuur moet betrokken worden.’
Burgerdialoog
Er zijn wel initiatieven in Leeuwarden, Maastricht, Rotterdam en Utrecht maar het kan beter, vinden Overijsselse bestuurders die Europees actief zijn. Daarom gaat Nauta samen met De Heer en Overijssels gedeputeerde Eddy van Hijum en de Enschedese wethouder Jeroen Diepemaat een evenement voor jongeren opzetten. Want een debat over de toekomst moet je met de generatie van de toekomst voeren, aldus De Heer. Nauta: ‘We hebben het initiatief genomen om alle jongerenraden in Overijssel te vragen deel te nemen aan een debat over de toekomst van Europa.
Zonder inbreng van de jongeren vinden wij het een gemiste kans. We zijn nu bezig met de voorbereiding. Die heeft nog geen definitieve vorm, want er zijn veel creatieve ideeën, van een festival tot een roadshow langs scholen, maar we moeten met elkaar nog wel bekijken wat echt haalbaar is.’ Intussen komt ook de nationale burgerdialoog op gang. Via de site Kijkopeuropa. nl hebben sinds september 10.000 mensen hun mening gegeven over de EU. De eerste stap was een panelonderzoek waarop zo’n 4.000 mensen hun mening gaven; 68 procent van de Nederlanders gaf daarbij aan dat de EU een leidersrol op het gebied van klimaat moet hebben.
Lak aan rechtsstaat? Exit!
Ruim drie kwart van de Nederlanders vindt het belangrijk dat de Europese Unie de rechtsstaat beschermt. Acht op de tien van hen vindt dat landen die zich daar niet aan houden, uit de EU moeten stappen. Uit hetzelfde onderzoek van het Comité van de Regio’s blijkt eveneens dat 70 procent van de Nederlanders wil dat de grenzen beter worden beschermd en 72 procent van hen vindt dat ook als dat betekent dat meer mensen moeten worden teruggestuurd naar onveilige landen. 69 procent wil een Europese immigratiedienst die vluchtelingen eerlijk verdeelt over de EU-lidstaten.
Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.