Advertentie

College kan eigen voorstellen intrekken

Collegevoorstellen kunnen worden gewijzigd en ingetrokken. Dat lijkt een vanzelfsprekendheid, maar bij nader inzien is dat niet echt het geval.

15 april 2011

Hoe zijn de posities als het college een voorstel bij de gemeenteraad indient, terwijl het college tijdens de behandeling dat voorstel wil intrekken of wil wijzigen? Op het eerste oog zou men zeggen: dat moet uiteraard kunnen. Maar wat nu als de raad bij meerderheid door wil gaan met de behandeling van het voorstel, of niet gediend is van wijzigingen die door het college worden aangeboden?

 

In dergelijke gevallen moet worden gekeken naar de wettelijke positie van raad en college en dan is niet meteen duidelijk dat het college kan inbreken op de raadsbehandeling van het voorliggende voorstel. Dit vraagstuk is met enige regelmaat actueel in de Nederlandse gemeenten en krijgt wat scherpere kanten nu steeds meer raden een grotere invloed uitoefenen op de eigen agenda.

 

Voor het dualisme bepaalde het college de raadsagenda vrijwel volledig, tegenwoordig trekken raden steeds meer hun eigen lijn en stellen eigen prioriteiten over wat wel of niet wordt besproken en behandeld. Colleges stellen zich echter meestal op het standpunt dat zij ‘eigenaar’ blijven van het collegevoorstel, ook al is de raadsbehandeling lang en breed begonnen. Daarbij wordt vaak met een schuin oog gekeken naar de nationale verhoudingen.

 

De verhouding tussen regering en parlement mag echter niet worden vergeleken met de verhoudingen op decentraal niveau. Waar het gaat om raadsbevoegdheden - sommige bestuurlijke en de regelgevende - heeft de raad het laatste woord en heeft het college in beginsel geen instemmende positie. Het gaat hier in juridische zin om exclusieve raadsbevoegdheden. Omdat op nationaal niveau er een gezamenlijke regelgevende bevoegdheid is van regering en Staten-Generaal ligt het daar voor de hand om de beide partners een eigen afwegingsruimte te geven, waarbij de kamers kunnen amenderen en de regering nota’s van wijziging kan aanleveren en voorstellen terug kan nemen.

 

Geredeneerd vanuit de exclusieve raadsbevoegdheid op een deel van het bestuurlijk terrein en op het regelgevende vlak heeft het college een wettelijke voorbereidings- en uitvoeringstaak, maar geen wettelijke titel om zich intensief te bemoeien met de afdoening van voorstellen door de raad. In beginsel is de raad daar heer en meester.

 

Geheel formeel geredeneerd zou hier de stelling uit kunnen worden afgeleid dat raden die collegevoorstellen in behandeling hebben genomen ook de bevoegdheid toekomt te beslissen over de vraag of een dergelijk voorstel in deze vorm onderwerp van beraadslaging blijft of niet. In die zienswijze komt het college dan geen ‘recht’ toe om het betreffende voorstel terug te nemen. Dat geldt ook voor de wijziging. Indien op nationaal niveau de regering een nota van wijziging indient, dan maakt die wijziging formeel onderdeel uit van het wetsvoorstel.

 

Decentraal is dat niet zo. Het college kan een wijziging suggereren, maar niet in de loop van proces afdwingen dat ook formeel de wijziging onderdeel wordt van het voorstel. De Gemeentewet kent dan ook terecht daar geen voorschriften. De werkwijze waarbij college en/of collegeleden gedwongen kunnen worden om voorstellen te verdedigen die ze niet of niet meer verdedigbaar achten, is echter niet erg doelmatig. Onder die omstandigheden is de zienswijze dat mutaties en terugtrekkingen vanwege het college niet meer zouden kunnen te rigide.

 

Bepaald kan worden dat tot een door de raad te bepalen moment het college wijzigingen in een voorstel kan suggereren. De raad besluit of die wijzigingen onderdeel uit gaan maken van het voorstel. Tot een door de raad te bepalen moment kan een collegevoorstel door het college worden ingetrokken. Oordeelt de raad dat de behandeling van het oorspronkelijke voorstel moet worden doorgezet, dan besluit de raad dat het voorstel het karakter krijgt van een initiatiefvoorstel.  

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Peter de Vries / adviseur, Nieuwegein
Douwe Jan Elzinga stelt in zijn column voor om die raadsvoorstellen waar het college tussentijds niet meer achter staat om te vormen tot initiatief raadsvoorstel (=raadsvoorstel van raadsleden). Geen goed idee!



De Gemeentewet is in de praktijk al ingewikkeld genoeg en wordt daardoor niet altijd netjes gevolgd door gemeenteraden. Er zijn gemeenteraden waar de raad het college wel verzoekt om het raadsvoorstel tussentijds aan te passen of in te trekken. Terwijl dit wettelijk gezien niet mogelijk is, zoals Elzinga ook stelt.



Voor het college is het belangrijk dat zij zorgt dat een raadsvoorstel goed doordacht en van juiste kwaliteit is. Mocht onverhoopt toch een situatie ontstaan waardoor het college niet meer achter haar eigen voorstel kan staan, dan is het aan het college om de raad van zodanige informatie te voor zien dat de raad zelf kan beslissen om het raadsvoorstel niet in behandeling te nemen.



De raad kan vinden dat het raadsvoorstel wel zodanig is dat besluitvorming kan plaatsvinden, ongeacht de veranderde mening van de indiener. Dit kan zich ook voordoen bij een initiatief raadsvoorstel, waarbij het desbetreffende raadslid zich kan bedenken. Welke titel zou het raadsvoorstel dan moeten hebben volgens de heer Elzinga?



Het omzetten van een raadsvoorstel in een initiatief raadsvoorstel is een non-actie. Hiermee verandert er niets aan het raadsvoorstel. Er is geen verschil in status tussen een initiatief raadsvoorstel en een raadsvoorstel, anders dat bij de eerste niet het college de indiener is. Bij een raadsvoorstel kan de indiener gehoord worden door de raad, maar dat is niet een vereiste. De raadsleden voeren zelf onderling de discussie en overtuigen elkaar.



Het lijkt erop dat de heer Elzinga het college in bescherming wil nemen ten nadele van de raad. Het voorstel, dat ondeugdelijk blijkt, zou met de plakker ‘initiatief raadsvoorstel’ op het bordje van de raad komen en het college vrijwaren van ingediende ondeugdelijke raadsvoorstellen.
Advertentie