Advertentie

BZK te onzichtbaar bij de decentralisatie

Het komt wel vaker voor dat bewindslieden het woord moeten voeren over dossiers waar ze vrijwel niets van af weten. Het is dan aan de instruerende ambtenaren om de bewinds­persoon dingen te laten zeggen die tot de verbeelding spreken om in ieder geval de indruk achter te laten dat serieus naar de parlementaire kritiek is gekeken.

28 februari 2014

Bij het debat in de Eerste Kamer over de Jeugdwet voerde staatssecretaris van Justitie Teeven het woord over de invloed van gemeenteraden op het nieuwe stelsel van Jeugdzorg. 

Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken was die dag ook even in de senaat om te spreken over het kiesrecht van de BES-eilanden voor de Eerste Kamer, maar de minister spoedde zich daarna al snel naar de overkant om zich in een urenlang debat in de Tweede Kamer te verantwoorden over de NSA, de metagegevens en de veiligheidsdiensten. Het komt wel vaker voor dat bewindslieden het woord moeten voeren over dossiers waar ze vrijwel niets van af weten. Het is dan aan de instruerende ambtenaren om de bewinds­persoon dingen te laten zeggen die tot de verbeelding spreken om in ieder geval de indruk achter te laten dat serieus naar de parlementaire kritiek is gekeken.

In de aanloop naar het einddebat over de Jeugdwet was door diverse senaatsfracties forse kritiek uitgeoefend op de uitholling van de invloed van gemeenteraden en  wel omdat de meeste gemeenteraden dat alleen indirect kunnen doen in congruente samenwerkingsverbanden. In zijn antwoord op dit aangedragen probleem kwam Fred Teeven met Olympische formuleringen en oplossingen. In de eerste plaats meldde de staatssecretaris van Justitie dat er een informatieplicht bestaat vanuit de gemeenschappelijke regelingen in de richting van de gemeenteraden en ook kunnen gemeenteraden zienswijzen indienen bij de regio.

Deze mededeling zal in gemeenteland als een bom zijn ingeslagen. Volgens Teeven is er geen enkel probleem omdat de raden van alles op de hoogte kunnen worden gehouden. En alsof dat nog niet genoeg is, voegde de staatssecretaris er in de tweede plaats aan toe dat het aan de gemeenten is om vertegenwoordigers af te vaardigen naar de samenwerkingsverbanden. Deze afgevaardigden kunnen goed worden geïnstrueerd en op hen kan adequate controle worden uitgeoefend. In deze gouden combinatie kunnen volgens Teeven alle problemen moeiteloos worden opgelost en is er geen enkele reden zich al te veel zorgen maken. Een enkele senator met iets meer verstand van het verlengd lokaal bestuur sputterde nog  tegen, maar overwegend werd dit flinterdunne betoog van de staatssecretaris voor zoete koek aangenomen.

In het senaatsdebat werd nog weer eens duidelijk dat er grote zorgen zijn rond de vraag of de Nederlandse gemeenten dit uiterst ingewikkelde dossier naar een goed einde kunnen brengen. Het betreft een van de meest majeure veranderingen in het decentrale bestuur sinds 1945. En dan zijn er parlementaire debatten over de wettelijke grondslagen die worden gedomineerd door de vakdepartementen met een door afwezigheid schitterende minister van BZK. Bij het begin van het kabinet Rutte II leek een veelbelovende kentering op komst. Minister Plasterk wist in het constituerend beraad het voor elkaar te krijgen dat hij de aansturende en coördinerende bewindspersoon voor de decentralisatie zou worden. Vanuit BZK zouden de kaders worden geschetst waarbinnen de vakdepartementen moesten blijven bij de grote decentralisaties. Er werd een fundamentele nota in het vooruitzicht gesteld over de contouren van het openbaar bestuur in de komende decennia. In deze nota zouden de constitutionele uitgangspunten worden geschetst voor een evenwichtige verhouding tussen de diverse vormen van openbaar bestuur die ons land kent.

Er leek licht aan de horizon na jarenlang positieverlies van een departement dat vele dossiers naar andere departementen heeft zien verdwijnen. De in het vooruitzicht gestelde nota is er gekomen, maar deze is niet fundamenteel, niet visionair en heeft erg weinig samenhang. In het parlement en daarbuiten is het geschrift dan ook al snel bij het oud papier gezet. Het toekomstige profiel van de grote regiogemeente wordt naar inhoud vrijwel geheel vastgesteld op de departementen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Veiligheid en Justitie. Dat de gemeenteraden straks met de handen in het haar zitten bij de aansturing van de congruente samenwerkingsverbanden lijkt BZK nauwelijks te deren en de verdediging van het gekozen concept werd bij de Jeugdwet geheel overgelaten aan de staatssecretaris van Justitie die daar om geheel begrijpelijke redenen geen enkel eetbaar brood van kon bakken. Kortom: er zijn nog weinig tekenen dat voor BZK de beoogde nieuwe lente al is begonnen.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie