Omgangsvormen voor burgemeesters volgens het boekje
Mensen zien graag een burgemeester die vriendelijk en toegankelijk is, maar hij of zij moet zeker niet te amicaal worden.
Burgemeesters kunnen wel wat omgangsadviezen gebruiken, vonden Ilse Bruls en Jolanda Muijlwijk. Dus schreven ze Geketend imago. Spreken in het openbaar, jij of u, wat trek je aan? Eén ding is onomstreden: ‘De ambtsketen past niet op een T-shirt.’
Polo
‘Nee, dit kan écht niet’, zegt Ilse Bruls verschrikt. De echtgenote van burgemeester Hubert Bruls tuurt naar een foto van een vaderlandse burgemeester die op de markt een lint doorknipt. Het is een zomerse dag en de omstanders staan er in korte broek bij. De burgemeester is ook zomers gekleed: hij draagt een blauwe polo … met daarop de ambtsketen. Bruls: ‘Zo ga je niet met de ambtsketen om. Hij verdient respect en behoort met waardigheid gedragen te worden. Mensen vinden dat belangrijk. Door de ambtsketen niet serieus te nemen, neem je indirect het ambt niet serieus.’
Valkuil
Burgemeesters die zich geen raad weten met hun ambtsketen (‘liefje, weet jij waar ik dat malle ding heb gelaten?’) of die sowieso in verwarring zijn over de etiquette en het protocol, hoeven niet langer te wanhopen. Voor hen, en niet te vergeten voor de groentjes in het vak, hebben advocaat/mediator/coach Ilse Bruls (58) en kabinetschef Jolanda Muijlwijk (61) het boek Geketend imago. Eerste hulp bij omgangsvormen voor burgemeesters geschreven. Het tweetal vertelt hoe protocol en etiquette zijn ontstaan en hoe bestuurders er hun voordeel mee kunnen doen. De auteurs: ‘We zijn in Nederland behoorlijk informeel. Die informaliteit kan een valkuil voor burgemeesters zijn. Mensen zien graag een burgemeester die vriendelijk en toegankelijk is, maar hij of zij moet niet te amicaal worden. Uiteindelijk willen mensen dat niet. Ze willen eerbied hebben voor hun burgemeester, maar dan moeten ze daartoe wel de kans krijgen. Geketend imago vertelt bestuurders hoe ze dat kunnen doen.’
Respect
De ambtsketen is in hun ogen van onschatbare waarde voor de verschillende rollen van de burgemeester. Het boek heet niet voor niets Geketend imago. Kabinetschef en adviseur protocol en representatie bij de gemeente Veenendaal Jolanda Muijlwijk over de titel: ‘Het imago van de burgemeester is letterlijk en figuurlijk geketend door de ambtsketen enerzijds en door de correcte omgangsvormen anderzijds.’ Coauteur Ilse Bruls kan zich daarom ook zo ergeren als ergens weer eens een ambtsketen zoek is. ‘Hoe serieus neem je je ambt als je zo respectloos met de ambtsketen omgaat?’
Kapper
Kleren maken de burgervader én de burgermoeder. Jolanda Muijlwijk. ‘Zodra de ambtsketen wordt gedragen, hoort daar een jasje en stropdas bij. De ambtsketen past niet op een T-shirt. Maar niet iedere burgemeester krijgt advies van een kabinetsmedewerker. Veel gemeenten hebben geen kabinet. Ik vind het daarom niet verwonderlijk dat nogal wat burgemeesters niet weten wanneer ze hun ambtsketen moeten dragen.’ Ilse Bruls vult aan: ‘We hebben Geketend imago geschreven omdat we zien dat het met de omgangsvormen soms gênant misgaat. Denk bijvoorbeeld aan een officiële bijeenkomst met een vrouwelijke burgemeester, waarbij je je afvraagt wanneer ze voor het laatst naar de kapper is geweest. Haren op haar kin. Geen grote uitglijders, maar uiteindelijk kunnen al die dingetjes zich ophopen en gaan irriteren. Of een burgemeester die altijd maar leuk en joviaal is. Dat de gemeenteraad bij een herbenoeming denkt: er is niet ernstigs gebeurd, maar als we alles bij elkaar optellen is het raadzaam om van burgemeester te wisselen.’
Tutoyeren
Zo hebben Muijlwijk en Bruls ook weinig op met de mode van het tutoyeren. ‘De afstand wordt niet bepaald door je of u, maar door je houding en gedrag’, zegt Muijlwijk. Bruls vult aan: ‘Ik vraag mij trouwens af of mensen wel je en jij tegen de burgemeester wíllen zeggen. De koning wilde aanvankelijk ook met mijnheer aangesproken worden, maar kennelijk werkt dat niet. Mensen willen dat niet, en dat geldt ook voor de burgemeester. Je kunt wel gewoon willen zijn, maar dat ben je niet. Je bent de eerste burger. Dat moet je ook uitstralen. Anders is de lol eraf. Dan hoeven we ook geen burgemeesters meer te hebben.’
Afstand houden
Nu wil het geval dat Ilse Bruls is getrouwd met een burgemeester tegen wie je in eerste instantie beter niet je en jij kunt zeggen. ‘Hubert let daar inderdaad op’, lacht Ilse Bruls. ‘Hij zegt: ik ben u en ik spreek mensen ook met u aan, totdat we met elkaar op zo’n voet staan dat vousvoyeren onnatuurlijk wordt. In het gemeentehuis zeggen ambtenaren trouwens wel Hubert. Maar hij houdt bewust afstand. Hubert zal niet snel je tegen jou zeggen. Ook uit respect voor het gezag van het ambt. En ook bij Hubert zie je dat het ‘m niet zit in je of u, maar dat het in zijn uitstraling zit. Op straat zeggen mensen: “Hé, burgemeester, kunnen we een selfie maken?” Dat doet Hubert altijd. En dan zeggen ze: “Dank u wel”. Warm en benaderbaar, maar wel u.’
Lees het volledige interview in Binnenlands Bestuur nr. 2 van deze week.
Afgezien van staats- en bestuursrechtelijke complicaties is een burgemeester die 'boven de partijen' staat daarmee bijna per definitie uitgesloten.
Niet dat de 'status quo' de mening van de burger zal boeien.