Advertentie

Boek over burgemeester in oorlogstijd

ARP-burgemeester Johannes Rijpstra was, zo vermeldt de Stichting Oud Zelhem, een ‘geziene man, behulpzaam en vriendelijk’. De Zelhemse zuiveringscommissie oordeelde na de oorlog niet voor niets coulant over hem. Zelhem, sinds 2005 deel van de fusiegemeente Bronckhorst, heeft er na de oorlog dan ook geen moeite mee om de oud-burgervader postuum te eren.

10 april 2016

Was burgemeester Johannes Rijpstra van Zelhem in oorlogstijd goed of fout? Journalist Arend Hulshof schrijft in Rijpstra’s Ondergang over zijn in Duitse gevangenschap omgekomen overgrootvader.

De familie sprak weinig over de pijnlijke oorlogsjaren en de dood van Johannes, die op 9 december 1944 in Duitse gevangenschap was gestorven in Hamburg, waar hij puin en lijken had moeten ruimen. ‘Ik heb van de familie begrepen dat het een groot verdriet was. Mijn overgrootvader was voor de familie meer slachtoffer van de nazi’s dan verzetsheld. Over zijn verzet sprak men niet. Dat komt ook omdat hij alles in de oorlog voor zich had gehouden’, zegt Arend Hulshof, nazaat van Johannes Rijpstra, van 1921 tot 1944 burgemeester van Zelhem, en auteur van het deze week verschenen boek Rijpstra’s ­Ondergang. Het lot van een burgemeester in oorlogstijd.

Geziene man
ARP-burgemeester Johannes Rijpstra was, zo vermeldt de Stichting Oud Zelhem, een ‘geziene man, behulpzaam en vriendelijk’. De Zelhemse zuiveringscommissie oordeelde na de oorlog niet voor niets coulant over hem. Zelhem, sinds 2005 deel van de fusiegemeente Bronckhorst, heeft er na de oorlog dan ook geen moeite mee om de oud-burgervader postuum te eren. De straat bij het gemeentehuis wordt omgedoopt tot de Burgemeester Rijpstrastraat, zijn naam komt in 1950 op het herdenkingsmonument
aan de Hengeloseweg en dertig jaar later wordt hem het Verzetsherdenkingskruis toegekend.

Jaknikker
Dat was één kant van burgemeester Johannes Rijpstra. De bewonderde. Hij hielp dorpelingen, financierde het verzet, liet stamkaarten en distributiebonnen verdelen onder onderduikers en behoedde jongelingen voor de Arbeidseinsatz. Maar er is ook een andere kant, die de achterkleinzoon niet verdonkeremaant in Rijpstra’s Ondergang. Die van jaknikker. ‘Ik schrok ervan dat Rijpstra eind ‘41 25 borden met het opschrift ‘Voor Joden verboden’ bestelde. Hij bestelde er later zelfs extra bij.’ Burgemeester Rijpstra ondertekende ook de ariërverklaring, gaf plichtsgetrouw leiding aan de Winterhulp (de nationaalsocialistische liefdadigheid) en werkte mee aan andere Duitse maatregelen. Hulshof: ‘Ik weet niet wat hij gedaan zou hebben als hij in september ‘44 Zelhemmers had moeten aanwijzen voor werk aan Duitse verdedigingslinies. Bevriende burgemeesters stapten toen op. Als hij dat niet ook had gedaan, dan was hij na de oorlog waarschijnlijk bestempeld als fout’, zegt Hulshof. Zijn overgrootvader was toen al opgepakt en zou later te werk worden gesteld in het buitenkamp Hamburg-Hammerbrook aan de Spaldingstraβe.

Dilemma’s van burgemeesters
Burgemeester Rijpstra pleegde niet alleen verzet, maar werkte ook samen met de Duitsers. Dat zou je collaboratie kunnen noemen. Was de postume verering na de oorlog daarom wel terecht? Hulshof: ‘In het boek laat ik dat in het midden. Ik geloof zelf wel dat de waardering terecht was. Hij volgde Duitse bevelen op en ging ertegen in verzet. Feit is dat hij geliefd was in Zelhem en dat hij zijn verzet met de dood heeft moeten bekopen.’

Daarom is Rijpstra’s Ondergang meer dan een boek over de burgemeester van Zelhem; het gaat ook over de dilemma’s waarmee burgemeesters in oorlogstijd worstelden. ‘Het toont de grijstinten en geeft daarmee een completer beeld’, aldus Hulshof. Bijna de helft van de 1.500 burgemeesters schipperde dusdanig dat ze na de oorlog niet terugkeerden in hun functie.

Een verrader deed in de zomer van ‘44 Rijpstra de das om. Volgens SD-agent Johannes Buyink meldde een Zelhemmer zich bij de SD met een belastende verklaring over Rijpstra. Hulshof vond de verrader in het Nationaal Archief, maar hij geeft diens naam niet prijs.

Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nr. 7 van deze week. (inlog)

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Wouter D / juridisch beleidsmedewerker
Zoals Jaap Burger al op 14 januari 1945 in een radiorede stelde: "Er is een onderscheid tussen "foute" Nederlanders en Nederlanders die fouten hebben gemaakt." Het lijkt mij dat als de heer Rijpstra iets te verwijten valt hij hoogstens fouten heeft gemaakt.
Advertentie