‘Burgemeester ontvriendt in rap tempo’
Burgemeestersketen en sheriffster verdragen elkaar niet. De rechter-commissaris moet de burgemeester van zijn handhavingsjuk verlossen, aldus de nieuwe Nijmeegse hoogleraar bestuurlijk sanctierecht Henny Sackers.
De burgemeester is te veel in de rol van sheriff gedrongen en die rol wringt met die van burgervader of -moeder. Van de burgemeester wordt verwacht dat hij een soort superman of -vrouw is. Een held die met sancties aan overlast, verloedering en ongewenst gedrag van burgers een einde maakt.
Aan de vooravond van zijn oratie, vrijdag 15 januari, als hoogleraar bestuurlijk sanctierecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen, licht Henny Sackers zijn betoog getiteld ‘Herder, Hoeder en Handhaver’ toe. De grens van de burgemeester als wetshandhaver is bereikt, zegt Sackers. ‘Waarschuwen voor terugkerende pedofielen en tbs’ers, gebiedsverboden uitvaardigen, mensen uit hun huis laten zetten. Dat strookt niet met de taak van een burgemeester als herder en hoeder van de gemeente.’
Probleemeigenaar
De rol van de burgemeester is alsmaar verder opgetuigd. Hij is ‘probleemeigenaar’ geworden van alles wat met rechtshandhaving te maken heeft. De buitenwacht verwacht van de burgemeester dat hij een noodbevel uitvaardigt om bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd te verbieden. Als burgervader of -moeder is dat onhandig als je later weer met de supporters verder wilt. Sackers: ‘In hedendaags Nederlands: hij ontvriendt in rap tempo. De eerste burger wordt een “burgerboeman”.’
De spagaat waarin de burgemeester verkeert, is ook minister Ter Horst van BZK niet ontgaan, maar ze ziet het niet zo zwaar als Sackers. In haar toespraak op het congres ‘De opgetuigde burgemeester’ zei ze de burgemeester te zien als een alleskunner. Sackers: ‘Daarmee schetst zij ontegenzeggelijk een juist profiel. De vraag is of de ruim vierhonderd burgemeesters daaraan in redelijkheid kunnen voldoen. Zeker gelet op het risico dat, en ik citeer de minister: “je als burgemeester soms even in het oog van een orkaan staat”, en het soms “spitsroeden lopen is”. Dat is zeker zo, omdat de gemeenteraad de burgemeester – al was het alleen al vanuit het dualisme – op de huid zit.’
Bij een andere gelegenheid suggereerde Ter Horst dat burgemeesters, die worstelen met hun dubbelrol, bijgespijkerd moeten worden. Sprekend over de notitie Burgemeester en Veiligheid in de Tweede Kamer, opperde ze de oprichting van een klasje, zoals Buitenlandse Zaken dat heeft om diplomaten op te leiden. Een nieuw handboek voor de burgemeester zou alvast houvast kunnen bieden, meende de minister.
Rechterlijk bevel
Sackers ziet een andere weg om de burgemeester uit zijn benarde positie te bevrijden. ‘Een groot deel van de taken van de burgemeester kan worden overgenomen door de rechtercommissaris.’ De burgemeester is geen rechterlijke autoriteit, de rechter- commissaris is dat wel. ‘Die overdracht is helemaal niet zo gek. De rechter-commissaris is al sinds 1926 bevoegd ‘rechterlijke bevelen tot handhaving der openbare orde’ uit te delen. Er wordt alleen geen gebruik van gemaakt.’
Waarom worden niet alle sancties waarbij grondrechten van burgers in het geding zijn, overgelaten aan de rechter-commissaris, vraagt Sackers zich af. ‘In het bijzonder denk ik aan de uithuisplaatsingen, de woningsluitingen en de gebiedsontzeggingen van 3 maanden of langer. Als wij vinden dat bij een doorzoeking in een woning de aanwezigheid van een rechter-commissaris nodig is, dan lijkt een gelijk niveau gewenst bij de veel zwaardere inbreuk van de uithuisplaatsing.’
De rechter-commissaris is geknipt voor deze taken, weet Sackers, ‘24 uur per dag beschikbaar en een autoriteit die gewichtige beslissingen kan nemen, zoals het vastzetten van burgers. Dan kan de burgemeester zich weer richten op zijn kerntaak als hoeder en herder van de gemeenschap.’
De twee basisbeginselen namelijk liefde en discipline zijn prima te verenigen op het gebied van oo&v.
De burger wil, net als kinderen, orde en rust. Dat daarbij discipline hoort (handhaving) en dan weer eens liefde (zorg en aandacht) begrijpt hij of zij volkomen.
Soms kan dat wringen maar als er een consistent beleid en beeld wordt uitgedragen wat wij met elkaar acceptabel vinden en wat niet, dan groeit respect en gezag.
Mijn favoriet is Opstelten, die enerzijds bewogenheid toonde en dit combineerde met leiderschap in de Fortuinnacht en anderzijds handhaving niet schuwde om Rotterdam veiliger te maken.
Geen watje maar ook geen boeman. Dit type bestuurders zijn onmisbaar en combineren met het grootste gemak de schijnbare tegenstellingen die de oratie oproept.